Afbeelding

75 jaar schaken met Boudewijn Boogaard goed voor veel wilskracht en optimisme

sport

Boudewijn Boogaard heeft zijn positivisme aan zijn moeder te danken (foto: Marijn Abbenhuijs)

De 86- jarige Boudewijn Boogaard vierde maandag 7 januari dat hij al driekwart eeuw lid is van de Koninklijke Nederlandse Schaakbond. Een unicum. Delft op Zondag kreeg een rondleiding in de verhalen van Boogaard.

75 jaar lang is Boudewijn Boogaard al actief in het verenigingsleven. Zestig jaar daarvan is hij lid geweest van de Delftse Schaakclub en dat is hij nu nog steeds. “Ik was zes jaar toen ik schaken leerde”, spreekt de denksporter terwijl hij oude krantenknipsels opzoekt. Zijn favoriete kamer in zijn appartement doet aan als een piepklein schaakmuseum. Boeken, trofeeën, aandenkens en krantenknipsels vullen de ruimte. “Mijn oom was een schaker en hij heeft het me geleerd. Ik vond het al meteen leuker dan dammen, dat ik al kon, en deed mee aan jeugdkampioenschappen op school. Toen ik vervolgens op mijn elfde lid wilde worden bij een schaakclub in Rotterdam, vroeg ik of ik jeugdlid kon worden. Dat kon niet maar de club vroeg me om te laten zien hoe goed ik was. Ik versloeg iedereen en ging meteen bij de senioren schaken. Alle jaren die ik in Rotterdam heb geschaakt, was ik de jongste. Ik kan me ook nog goed herinneren hoe ik bij de Delftse Schaakclub terecht kwam. Ik werkte al in Delft toen ik nog in Rotterdam woonde en toen was het onderwerp schaken al weleens aan bod gekomen. Ik behoorde toen bij de beste schakers van Rotterdam en in Delft wilden ze graag dat ik bij hen lid zou worden. Toen ik naar Delft verhuisde, stond dezelfde dag nog een collega op de stoep. Nu ik in Delft woonde, moest ik wel lid worden in Delft, zei hij. Ik werd lid maar moest vervolgens wel in het tweede team spelen. Ze vonden dat ik voor mijn plaats moest vechten. Ik werd meteen kampioen en kwam vervolgens op één van de topborden in het eerste team te zitten.”

Boogaard tovert de krantenknipsels tevoorschijn en geeft uitleg. Twee artikelen vallen direct op. Een groot verhaal over een zwakke periode in de Eerste Klasse en het artikel waarin staat dat hij op zestig jarige leeftijd Delfts kampioen werd. “Als je zestig bent, ben je normaal gesproken al over je hoogtepunt heen”, licht Boogaard toe. “Wat dat aangaat was het bijzonder dat ik op mijn zestigste het kampioenschap won. Ik had daarvoor al wel veel goede resultaten geboekt op het Delfts kampioenschap, maar had het nooit gewonnen. Ik kan me herinneren dat ik toen ik de prijs uitgereikt kreeg, heb gezegd dat ik er heel bij mee was maar dat ik vond dat mijn tegenstanders zich moesten schamen voor het feit dat ze van een zestigjarige man hadden verloren. Ik heb op dat kampioenschap eerlijk gezegd ook geen sublieme wedstrijden geschaakt. Gewoon goed. Beter dan mijn tegenstanders.”

Ook op de mindere fase reageert Boogaard nuchter. “Soms gaat het goed, soms niet. Als het niet goed gaat, vraag je jezelf af hoe dat komt. Daar zijn dan altijd wel verklaringen voor. Maar ik heb mijn hele leven tegenslagen moeten overwinnen. Daardoor heb ik een winnaarmentaliteit. Ik ben een vechter. Ook met schaken. Ik wilde altijd winnen. Als ik verloor door een eigen fout, was ik daar verschrikkelijk kwaad om, maar als ik verloor doordat mijn tegenstander simpelweg sterker was, genoot ik daar alleen maar van.”

Zijn mentaliteit heeft Boogaard te danken aan zijn jeugd. Een zwaar ongeluk en het bombardement op, zijn woonplaats, Rotterdam hebben hem getekend. Desalniettemin heeft de schaker altijd heel positief in het leven gestaan. Wie Boogaard hoort vertellen over het verleden, ziet sprankelen en door hem wordt aangestoken met zijn enthousiasme, zal geen moeite hebben met het onderschrijven van dat positivisme. “Dat heb ik aan mijn moeder te danken”, legt hij uit. “Ik had een ontzettend lieve moeder, maar ze heeft me ook wel stevig aangepakt. Als ik verdrietig was of pijn had, sprak ze me moed in. Ik moest er gewoon tegenaan gaan. Knokken. Dat heeft me gemaakt tot wie ik nu ben. Wat ik anderen zou willen meegeven? Dat moet ik voorzichtig formuleren. Veertig jaar geleden had iedereen veel meer voor elkaar over dan nu. Nu is iedereen individualistisch. Ik zou zo graag zien dat iedereen weer gaat beseffen hoeveel je kunt als je samenwerkt.” (MA)

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12