Afbeelding

Elise Oranje is trots op boek over de 112 strijdende Delftenaren bij Waterloo

cultuur

Editie: Week 13, Jaargang 23 |

Na drie jaar bloed, zweet en blaadjes omslaan in de archieven is het boek van Elise Oranje een feit.

DELFT – Elise Oranje deed drie jaar lang onderzoek naar 112 Delftenaren die ten strijde trokken bij de Slag bij Waterloo, op 18 juni 1815. Dat leverde een berg informatie op die ze heeft verwerkt tot een 424 pagina’s tellend boek. Dit kwam vorige week uit.

“Ik ben er heel trots op”, begint Elise Oranje, die eerder al in deze krant vertelde over haar onderzoek. “Er zit heel veel werk in, maar ik heb ook heel veel kunnen vinden.”

-Voor iedereen die het vorige artikel heeft gemist: Waar gaat het boek over?
“Over de 112 Delftenaren die bij Waterloo vochten. Uitgangspunt was niet zozeer de slag zelf. Ik heb meer onderzocht hoe hun familie in elkaar zat en hoe het de soldaten na de slag is vergaan. Ik heb dat ook voor soldaten uit Schiedam, Vlaardingen en Maassluis onderzocht. Bijzonder is wel dat er een groot verschil is tussen die gemeentes. Delft was veel socialer en de verzorging voor teruggekeerde soldaten was veel beter dan in Schiedam, waar ze aan hun lot werden overgelaten. Delftse veteranen zorgden ook goed voor elkaar. Ik ontdekte dat ze getuigen waren op elkaars huwelijk. Of de ene soldaat trouwde met de zus van een andere. Met elkaar konden ze natuurlijk ook goed praten.”

-Wat maakt dit tot een boeiend verhaal?
“Toch wel de gebeurtenissen die zich afspeelden in hun levens. Eén soldaat had een tante die op 22-jarige leeftijd trouwde en een baby kreeg, maar beiden overleden ze kort na de bevalling. Samen werden ze in één kist begraven. Daar krijg je kippenvel van, toch?”

-U slaat dus wel wat zijwegen in?
“In die zin dat ik wilde weten hoe hun families in elkaar zaten. Er was ook een familie Ooijkaas, dat waren vier neven van elkaar die allemaal bij Waterloo vochten.”

-Een strijdlustige familie dus…
“Ja, of arm. Want als één familielid naar Waterloo ging was er weer een mond minder te voeden. Wat ook gebeurde, is dat rijke dienstplichtigen of hun rijke ouders een plaatsvervanger konden regelen. Die plaatsvervangers kregen daar dan dik voor betaald.”

-Wat had u niet verwacht toen u aan het onderzoek begon?
“Dat het er zoveel waren: 112. Dat vind ik voor Delft heel veel.”

-Wat vond u het meest bijzonder?
“Dat van de familie Beyer zowel de vader als zoon meevochten. Of het verhaal van de twee broers Kreijsig. Hun vader was een rijke bontwerker die op het Oude Delft woonde. Hij had vier zonen. Eén overleed op het slagveld van Waterloo, een ander aan de gevolgen van Waterloo. Veel soldaten waren twee jaar lang op pad en liepen in die tijd bijvoorbeeld tbc op. Zo’n verhaal van een vader die twee zoons verliest, grijpt me toch wel aan. Dan moet ik oppassen dat ik er niet teveel in mee ga.”

-Hoe kunnen we het boek bemachtigen?
“Bij Boekhandel Kempers in de Hoven ligt een intekenlijst, verder is het verkrijgbaar via Bol.com, bij de uitgeverij Kirja en mensen kunnen me voor meer informatie altijd mailen via elisewensvoort@ziggo.nl.”

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12