Afbeelding

Studenten bouwen barakken in het Duyvelsgat

Algemeen

Editie: Week 5, Jaargang 23 |

Eind 2015 verschijnt een tweedelig standaardwerk over de geschiedenis van Delft en haar bewoners, vanaf de oorsprong tot heden. Redacteur Ingrid van der Vlis vertelt maandelijks over het werk aan dit project.

Na de Tweede Wereldoorlog bouwt Nederland weer op. Hoewel Delft relatief weinig oorlogsschade heeft, merkt de stad het als geen ander. Voor de wederopbouw zijn veel ingenieurs nodig en Delft heeft de enige Technische Hogeschool, nu de TU, van het land. De opleiding heeft voor het studiejaar 1945-1946 al 4072 aanmeldingen, terwijl er capaciteit is voor maximaal 2000 studenten. De overheid faciliteert onderwijsvoorzieningen en draagt bij aan nieuwe collegezalen en laboratoria, maar laat de huisvesting aan de gemeente over. De stad heeft echter al moeite genoeg de ‘gewone’ Delftenaren fatsoenlijk onderdak te verlenen. Particulieren kunnen deze studenten ook niet kwijt. Veel jonge stellen wonen in deze jaren al noodgedwongen op kamers bij hun ouders in. De oplossingen die aan de dag gelegd worden, blijken creatief en vernieuwend, en soms zelfs alweer geschiedenis te zijn.

Zelf aan de slag
De ingenieurs laten zich van hun meest pragmatische kant zien. Als zij geen woonruimte kunnen versieren, wie dan wel? Tijdelijk rector prof. J.M. Tienstra weet verschillende partijen bij elkaar te krijgen en richt in november 1945 een commissie op die zal uitgroeien tot de Stichting Delftse Studentenhuisvesting. De vijf oprichters doneren elk 1000 gulden als startkapitaal. De rest van het geld – en de spullen – worden bij elkaar geregeld en geritseld. Geld van de overheid, grond van de gemeente en ruim tweehonderd bedden, bureaus, overgordijnen en het keukeninventaris uit een opgedoekte instelling. Ondernemers als Philips krijgen de vraag of zij hulp in natura kunnen bieden; de netwerken van oud-studenten worden volop aangesproken.
In het voorjaar van 1949 boekt de Stichting een eerste succes. In Groningen en Nijmegen staan overtollige oude legerbarakken, ze moeten wel zelf opgehaald worden. Studenten reizen er naartoe, breken de barakken af en bouwen ze in Delft weer op. Het levert een tijdelijk “studentendorp” op van elf barakken aan de Tweemolentjeskade, beter bekend als het Duyvelsgat. De naam is te danken aan de molen die eeuwen voordien met zoveel kracht vers water de stad in pompte dat hier een sterke gevaarlijke stroming ontstond. Studenten nemen de naam graag over voor hun complex.

Barakken in het Duyvelsgat. Het klinkt onheilspellend, maar het is een zegen voor de studenten die er hun intrek in nemen. Kranten in het hele land schrijven over deze eerste geslaagde actie voor studentenhuisvesting. Studenten beschikken er over een gemeubileerde kamer, elektrisch licht, centrale verwarming (!), een gemeenschappelijke keuken, een douche en een clubkamer. Er is geen hospita meer om voor hen te zorgen, maar nog wel een huishoudster om de bedden op te maken en de barakken schoon te houden. En dat voor 35 gulden per maand.

Primeurs
Tijd om van het succes te genieten heeft de Stichting niet, de studentenaantallen blijven groeien. Studentenhuisvesting blijft tegen de klippen op bouwen. De primeurs wisselen elkaar af. In 1956 het Delft International Student Hotel met vijftig kamers voor internationale studenten die een zomercursus volgen, twee jaar later voor het eerst nieuwbouw met vier studentenflats aan de Oudraadtweg en begin jaren ‘60 het tot dan toe grootste studentencomplex van Nederland, de Krakeelhof met 569
Dat leidt tot een complex met 224 prefab containerkamers die in 1981 aan de Schoemakerstraat geopend wordt: Gimme Shelter, genoemd naar de gelijknamige hit van de Rolling Stones. Geliefd bij veel bewoners, in de pers wel als ‘konijnenhokken’ afgeschilderd. Hoe dan ook als schreeuw om aandacht voor goede studentenhuisvesting zeker hoorbaar en noodzakelijk. De opleiding telt dan bijna 12.000 studenten.

Kunst- en vliegwerk
Het vergt nog veel kunst- en vliegwerk, de nodige investeringen in studentenwoningen en het ontwikkelen van een campus in de TU-wijk om het huisvestingsprobleem beheersbaar te maken. Veel tijdelijke voorzieningen verdwijnen daarom weer. Typisch Delftse namen als Gimme Shelter en Duyvelsgat worden in de geschiedenisboeken bijgeschreven.

De laatste naam wordt in 1996 nog wel officieel vastgelegd voor nieuwbouw op de plek van het afgebroken studentendorp, met slechts een kanttekening van de christelijke fracties. Twee jaar later sluit de projectontwikkelaar zich bij de tegenstemmers aan. Een nieuwe naam wordt gevonden op basis van de historische plattegrond, het Stil Gezicht. Een begrijpelijke aanpassing, als maar niet vergeten wordt dat Delft hier in 1949 geschiedenis schreef en zeker tweehonderd ingenieurs in spe een gat in de lucht sprongen toen dat vermaledijde Duyvelsgat geopend werd.

Eerdere afleveringen nalezen? Dat kan op www.geschiedschrijvingdelft.nl.

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12