Afbeelding

Standaardwerk over Delftse geschiedenis op komst

Algemeen

Editie: Week 53, Jaargang 20 |

Portret van Dirck van Bleyswijck (1639-1681) door Jan Verkolje (Archief Delft)

Eind 2015 verschijnt een tweedelig standaardwerk over de geschiedenis van Delft en haar bewoners, vanaf de oorsprong tot heden. Hoofdredacteur Gerrit Verhoeven vertelt maandelijks over het werk aan dit project.

“Een geschiedenis van Delft? Is die er dan nog niet?”. Dat is de verbaasde reactie van veel mensen die horen waar ik mee bezig ben. Inderdaad: een boek over de geschiedenis is er niet. Natuurlijk is er gepubliceerd over allerlei historische onderwerpen, maar een doorlopend verhaal vanaf het ontstaan van Delft tot de tegenwoordige tijd moet nog worden geschreven. Zowat alle steden van Nederland zijn recent voorzien van een fraai standaardwerk. Het kan natuurlijk niet zo zijn dat uitgerekend Delft met haar rijke geschiedenis achterblijft. Want als er één Nederlandse stad over de hele wereld bekend is (vooruit: na Amsterdam en misschien Rotterdam) is het wel Delft. Als je op de BBC naar een antiekprogramma kijkt, zie je dat elk voorwerp van blauw-wit aardewerk wordt aangeduid als ‘Delftware’, ook als het is gemaakt in Londen of Berlijn. De beelden van een bijzetting in de Nieuwe Kerk gaan de hele wereld over, van CNN tot Al Jazeera. Als er in New York of Tokyo een tentoonstelling is over Vermeer, zijn de rijen voor de kassa onafzienbaar. En er is geen waterstaatswerk van enig belang of er zijn ingenieurs bij betrokken die ‘Delft’ hebben gedaan.

Zeg “geschiedenis van Delft” en veel mensen zeggen “Van Bleyswijck”. Deze zeventiende-eeuwse regent publiceerde de tweedelige Beschrijvinge der Stadt Delft. Maar zoals de titel al aangeeft, is het niet zozeer een stadsgeschiedenis, als wel een beschrijving van mooie gebouwen, eerbiedwaardige instellingen en beroemde inwoners. De beste poging om een echte geschiedenis met een kop en een staart te schrijven, is van D. Wijbenga. Na zijn pensionering als hoofd van de Anthonie van Leeuwenhoekschool publiceerde hij tussen 1984 en 1993 het driedelige Delft. Een verhaal van de stad en haar bewoners. Wijbenga was een goede verteller, die helaas geen tijd van leven had om zijn serie te voltooien. Hij kwam slechts tot 1795 – helaas, want zijn boeken zijn nog altijd lezenswaardig.

Het gemis van een standaardwerk over onze rijke geschiedenis heb ik al gesignaleerd toen ik gemeentearchivaris was, tussen 1994 en 2006. Maar toen lukte het niet om de handen op elkaar te krijgen voor zo’n groot project. Wel hebben Gemeentearchief en Prinsenhof in 1996 bij de viering van 750 jaar stadsrecht de succesvolle serie Ach Lieve Tijd gemaakt, maar de negentien boekjes gaan over afzonderlijke thema’s. En ook de bekende tentoonstellingscatalogi De stad Delft. Cultuur en maatschappij zijn bundels losse artikelen en gaan bovendien niet verder dan 1914.

Kortom: wat er is geschreven over de Delftse geschiedenis, is verouderd of onvoltooid of het bestrijkt slechts een deelaspect. De historische vereniging Delfia Batavorum heeft daarom enkele jaren geleden de Stichting Geschiedschrijving Delft opgericht om eindelijk een standaardwerk over de stadsgeschiedenis te schrijven. Ik ben aangezocht als redacteur, samen met Ingrid van der Vlis. Zij publiceerde boeken over de Stationsbuurt, over Poptahof en over armenzorg in Delft in de zeventiende eeuw. Wilt u kennismaken? Kijk dan dinsdag 29 januari naar de prachtige tv-serie De Gouden Eeuw, waar zij vertelt over de Delftse Kamer van Charitate.

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12