Onderzoek naar familiegeschiedenis leidt tot een boek dat ook over vijf eeuwen Delft gaat

Algemeen

Editie: Week 9, Jaargang 22 |

DELFT – Jeroen Stolk deed onderzoek naar zijn familie, ging vijf eeuwen terug in de tijd en schreef daar een boek over. De 56-jarige Delftenaar stuitte tijdens zijn 5 jaar durende zoektocht op mooie verhalen die met de Delftse historie zijn verweven.

Zijn neef begon het onderzoek, onderzocht de recente geschiedenis van de familie Stolk, maar droeg vanwege tijdsgebrek het stokje over aan Jeroen Stolk. “In het begin stuit je alleen op namen”, vertelt hij. Stolk stond ervan te kijken hoeveel historische boeken en stukken bewaard zijn gebleven en bij het stadsarchief aan de Oude Delft te bewonderen zijn. Daar bracht hij heel wat uurtjes door. “Mijn vrouw zei wel eens: ‘Help, mijn man heeft een hobby’.” Hij kwam er veel en graag. “Het is kicken als je een document in je handen hebt dat je voorvaderen vierhonderd jaar geleden ook in hun handen hadden.” Stolk vond beetje bij beetje meer informatie over zijn familie. “Leuker dan een cryptogram oplossen”, vindt hij. Dat komt onder meer omdat de drempel om naar de notaris te gaan vroeger veel lager was, weet Stolk. “Daar gingen ze voor de meest onbenullige zaken naartoe.” Zo was er onder zijn voorvaderen eens twijfel over twee geliefden. De vrouw twijfelde of de man wel van haar hield. Eén van de voorvaderen van de auteur moest bij de notaris verklaren dat dit wel degelijk het geval was. “Hele persoonlijke verhalen werden bij notarissen vastgelegd.”

Duizendpoot
Mooi vindt hij het verhaal over z’n voorvader Cornelis Lambrechts Stuijling. “Hij was een duizendpoot. Een echte Hollander die zich met handelszaken bezig hield. Hij was apotheker, had een notarispraktijk en in zijn lijnbaan draaide hij touwen in elkaar. Op 12 december 1637 was hij betrokken bij een steekpartij.” Z’n slachtoffer was ene Pieter Arends Sieren. “Het maakt niet uit hoe je die naam spelt, dat deden ze toen ook op alle mogelijk manieren. Stuijling en Sieren hadden eerst in een hotel ruzie gehad, waarbij Sieren hem met een kan had bedreigd. Later kwamen ze elkaar op straat tegen en trokken ze beiden een mes. Sieren werd toen gestoken en Stuijling gooide het bebloede mes het water in.” Later stapte Stuijling aan boord bij de West-Indische Compagnie, waarmee hij naar Brazilië voer. Daar overleed hij in het jaar 1648, waarschijnlijk na een strijd met Portugezen. Uit zijn testament blijkt dat hij onder meer een pistool bezat. Verder staan hierin meer kosten dan baten vermeld. “Hij was een koopman, een zakenman die alles deed om iets te verdienen, maar hij stierf met geen cent op zak.”
-Wat vertelt jouw boek verder over Delft?
“Veel. Er komen diverse huisnamen naar voren, er staan nieuwe feiten en combinaties in over Delftse kunstschilders. Zoals de vergeten hofschilder Justus Stuijling. Christiaan Cornelis Stuijling had een hoge functie bij de VOC, hij schreef gedetailleerde reisverslagen. Meerdere beroepen zoals glasmaker en goudsmid worden uitgelicht. Er staan verhalen in over Delftse vogels, zoals de ooievaar die tijdens de stadsbrand zijn kroost beschermde. Of de ooievaars die werden beschermd en gebruikt om het visafval van de Visbanken op te eten, om zo een rattenplaag te voorkomen. Ook werden vroeger bij het stadhuis twee stadsarenden in een kooi gehouden.”
-Wat hebben al je voorvaderen gemeen, behalve hun achternaam?
“Zelfs hun achternamen hebben ze niet gemeen. Veel zijn leestenmaker of goudsmid geweest. Ze hadden het werken met metalen veelal gemeen. Opvallend was ook dat de genealogie opgaat voor de hele stad. Als het economisch gezien minder ging in Delft, dan ging het ook met hen minder. In tijden van crisis is minder behoefte aan goud, dus dan verdwijnen de edelsmeden en gaat armoede toeslaan.”

Aardappelziekte
Rond het jaar 1845 ging het mis met de aardappeloogsten in Europa. Door een aardappelziekte konden bitter weinig piepers worden geoogst. Daardoor groeide de vraag naar brood. Graan moest uit het oosten komen. “Maar omdat het windstil was, lagen de schepen stil op zee en het graan ging verrotten.” Het hongerige volk kwam daarom in opstand. En één van de steden waar het er het heftigst aan toeging, was Delft. “Een van mijn voorvaderen stond aan het hoofd van het aardappeloproer, of broodoproer, in Delft.” Dat kwam hem duur te staan. “Hij werd te pronk gezet op de Markt. Daarna is hij naar de gevangenis in Leeuwarden gebracht. Hij heeft z’n kinderen nooit meer teruggezien en is uiteindelijk aan de kliertering overleden.”
Het boek ‘Delft gezien door ogen het Delftse geslacht Stuijling’ is voor 29 euro 95 verkrijgbaar via de website Bol.com en Boekhandel Huyser in de Choorstraat. (JN)

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12