De handboog van Ernst Mol staat al 25 jaar gespannen en dat wordt gewaardeerd

Algemeen

DELFT – Hij noemt zichzelf ‘een werkjongen zonder echte bestuurderskwaliteiten’. Toch zet Ernst Mol zich in verschillende bestuursfuncties al 25 jaar in voor zijn club, de handboogsportvereniging Frederik Hendrik. Vorige week woensdag kreeg de bootschutter loon naar werken.

Op een door zijn clubgenoten georganiseerde surpriseparty werd Ernst Mol onderscheiden met de Zilveren Sportspeld van de Gemeente Delft. Dat was nog niet alles. Ook ontving hij de Zilveren Bondsspeld en werd hij door de leden van Frederik Hendrik benoemd tot erelid. “Dat doet me toch wel wat”, zegt hij over de onderscheidingen en de bijbehorende lovende toespraken. Mol, die thuis wegging met het idee dat er een feestavond bij de vereniging was, was uitermate verrast toen hij erachter kwam dat het feest voor hem was bedoeld. 

Ernst Mol werd op 18-jarige leeftijd lid van Frederik Hendrik. Drie jaar later vervulde hij al zijn eerste bestuursfunctie. Hij rolde vervolgens van de ene functie in de andere en hij doet nog steeds veel voor de vereniging. “Het is iets waar je vanzelf inrolt”, zegt Mol. “Het is niet zo dat ik ooit heb gezegd: Ik heb bestuurderskwaliteiten, ik regel het allemaal wel. Ik vind het gewoon leuk om wat voor de club te doen.” Bovendien: “Als de kachel kapot is kunnen we allemaal roepen dat de kachel kapot is, maar ja, dan gebeurt er ook niets.”

Slecht nee zeggen
Wie op de website van Frederik Hendrik kijkt ziet achter de naam van Ernst Mol een flink takenpakket staan. “Ik kan slecht nee zeggen”, geeft hij toe. “Maar ik heb ook mijn mindere kwaliteiten. Ik ben wat minder netjes met documentatie, dus ik weet van mezelf dat ik geen secretaris moet worden.” Hij wil benadrukken dat hij al dat werk met plezier op zich neemt en hij wil vooral ook dat hij het allemaal niet alleen doet. 

Wat dat betreft is de 46-jarige boogschutter de bescheidenheid zelve. Ook als hem wordt gevraagd naar het aantal keren dat hij Nederlands kampioen was klopt hij zichzelf niet op de borst. Nee, Ernst Mol schiet dan gewoon in de lach. “Dat was wel héél lang geleden”, wil hij maar gezegd hebben. “Toen schoot ik nog niet zo lang. Ik werd bovendien kampioen in de derde klasse. Het was toen wèl een stimulans om door te gaan.” Hij zegt dat hij nooit tot de top van Nederland behoorde. “Maar ik kon heel aardig met de top meekomen.” Dat was echter in zijn hoogtijdagen, voegt hij eraan toe. “Toen schoot ik echt veel, zo’n zes, zeven avonden in de week.” 

Nu doet hij het wat rustiger aan. Niet omdat hij niet zo’n behoefte meer heeft aan zoveel trainen, maar simpelweg omdat hij er de tijd niet meer voor heeft. Hoewel er voor boogschutters tegenwoordig de meest vernuftige en supernauwkeurige bogen verkrijgbaar zijn, is Ernst Mol de laatste jaren weer ‘back to the basics’ gegaan. Hij schiet nu met een simpele houten boog. “In de stijl van Robin Hood”, verduidelijkt hij. “Zonder hulpmiddelen, zonder vizier, ik vind dat uitermate boeiend. Ik ben in feite weer terug bij af, want toen ik net begon schoot ik ook met een soortgelijke boog, alleen dan één van staal.” Tijdens wedstrijden maakt hij echter geen kans tegen de boogschutters die wel van de nieuwste materialen gebruik maken. “Je kan haast niet winnen, maar dat vind ik niet belangrijk als ik met hout schiet”, zegt hij. 

Hij zou, zegt hij, niet meer zonder zijn pijl en boog kunnen. “Ik heb wel eens even niet zo’n zin meer om te schieten omdat het dan wat minder gaat, maar na twee weken begint het weer te jeuken.” De leden van Handboogsportvereniging Frederik Hendrik hoeven dan ook niet bang te zijn dat Ernst Mol zich op een andere hobby stort. Evenmin hoeven zij te vrezen dat hij stopt met zijn vrijwilligerswerk voor de vereniging. “Ik ben het nog lang niet zat”, zegt hij zonder enige twijfel. (JN)

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12