Afbeelding

Het Delftse monopolie

Algemeen

Editie: Week 44, Jaargang 22 |

De Indische elementen zijn nog duidelijk zichtbaar in de gevel van Oude Delft 69, het voor de Indische Instelling in 1895 verbouwde pand. Lotusbloemen, rijsthalmen, vogels en een Balinees monster als vlaggenhouder. (Archief Delft)

Eind 2015 verschijnt een tweedelig standaardwerk over de geschiedenis van Delft en haar bewoners, vanaf de oorsprong tot heden. Redacteur Ingrid van der Vlis vertelt maandelijks over het werk aan dit project.

Over de hele wereld is Delft een begrip. Delfts blauw, Delftse ingenieurs en – een tijd lang – ook Delftse ambtenaren. In de negentiende eeuw is de stad namelijk een veelbesproken onderwerp in de Indonesische Archipel. Dat heeft alles te maken met de hier in 1842 opgerichte Koninklijke Akademie. Daar worden ingenieurs opgeleid, maar ook de ambtenaren voor de koloniale Indische dienst. Iedereen die in Nederlands-Indië een goede ambtelijke loopbaan ambieert, moet in Delft naar school.

Ramp

Dit Delftse monopolie roept van begin af aan kritiek op. Ouders zien er tegenop om hun kinderen naar Nederland te sturen en critici vegen de vloer aan met alles wat in de Delftse schoolbanken wordt geleerd. Of zoals het Tijdschrift voor Nederlandsch Indië het samenvat: “Wat vreesselijke ramp!” Ook de Delftse docenten zijn niet echt enthousiast. Zij weten nauwelijks orde te houden en krijgen bijna niemand op tijd voor de examens klaargestoomd. De in de tropen opgegroeide rijkeluiszoontjes blijken niet bepaald de meest leergierige studenten.
De Akademie heeft als extra handicap dat het monopolie niet helemaal waterdicht is. Dan wordt het wel heel moeilijk om studenten te motiveren hun best te doen. De beroemdste ambtenaar in Nederlands-Indië bijvoorbeeld studeert niet in Delft. Eduard Douwes Dekker (Multatuli) werkt al in koloniale dienst als de Akademie van start gaat. Net als diverse andere ambtenaren weet hij een felbegeerde vrijstelling te krijgen. Zo kan hij wel promotie maken, maar hoeft hij geen dure opleiding in Delft te volgen.

Opvoedingsmaatschappij

Meer nog dan de studiekosten is het een probleem dat jongens van krap zestien jaar oud naar Delft moeten verhuizen. Terwijl hun ouders in Nederlands-Indië blijven, gaan zij bij familie of bevriende relaties in de kost. Als er steeds meer negatieve berichten over de Akademie naar buiten sijpelen en er ook nog eens nauwelijks diploma’s behaald worden, trekken ouders aan de bel. Zij verlangen meer discipline en tucht voor hun adolescenten.
Na een grove mishandeling van een kosthuishouder is het duidelijk dat er iets moet gebeuren. De “veelbesproken losbandigheid” en de “ergerlijke uitspattingen” van de studenten tasten de goede naam van Delft aan. De Oost- en West-Indische Opvoedingsmaatschappij moet uitkomst bieden. Respectabele heren uit Delft en omgeving ontfermen zich over de Indische studenten en brengen hen bij gezinnen onder. Het sust de gemoederen, maar het blijft een lapmiddel.
De opleiding blijft ondermaats en ook een nieuw streng regime lost de problemen niet op. Het regime zorgt zelfs voor zoveel weerstand dat de opleiding voor enige tijd gesloten moet worden. Dat heeft niet alleen met de Indische tak te maken, maar raakt de hele opleiding en de manier van lesgeven. Worden er nu vrije studenten opgeleid of is militaire discipline vereist? De Akademie sluit in 1864 definitief en Delft leidt een gevoelig verlies. De stad krijgt de nieuw te vormen Polytechnische School voor ingenieurs, maar verliest de Indische opleiding. Universiteit Leiden ontvangt voortaan overheidsgeld om ambtenaren voor de koloniën op te leiden.

Indische Instelling

Terwijl normaal gesproken elk dubbeltje driemaal wordt omgedraaid, neemt Delft onverwacht snel een belangrijke beslissing. De stad richt uit eigen middelen een nieuwe school op: de Indische Instelling. Het is een gok, bedoeld om de kleine maar kapitaalkrachtige groep studenten te behouden.


De beslissing pakt goed uit. Met een nieuwe schoolse aanpak gaat het beter dan voorheen en lukt het zelfs de Leidse universitaire opleiding af te troeven. Daar dalen de cijfers, in Delft groeit het studentenaantal tot boven de honderd. Leiden moet in 1891 sluiten. Verslaggevers van de Delftsche Courant reageren weinig zachtzinnig: “De bij hare geboorte reeds ten doode opgeschrevene heeft na een zeer kwijnend bestaan, het leven er bij ingeschoten.”
De vreugde is echter maar van korte duur. De vooruitzichten in Nederlands-Indië stemmen somber. Vanaf de jaren ’90 zijn er steeds minder arbeidsplaatsen bij de Indische Dienst beschikbaar. Dat vertaalt zich direct in het aantal studenten, dat in een paar jaar tijd keldert van 172 naar 44. De gemeente telt zijn knopen en neemt in 1900 nogmaals een onverwacht besluit: de Indische Instelling wordt gesloten.
Het is een cynisch einde. Als de opleiding na bijna zestig jaar eindelijk goed loopt, houdt deze op te bestaan. Delft staat het zo lang bevochten monopolie vrijwillig af. En weer is de stad het gesprek van de dag in de Indonesische Archipel. Wederom negatief, maar met een radicaal ander oordeel over de opleiding. “Wij begrijpen niet dat Delft ook niet een weinig trotsch is op zijne Indische Instelling”, zoals een journalist van de Sumatra Post verzucht.


Eerdere afleveringen nalezen? Dat kan op http://www.geschiedschrijvingdelft.nl/

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12