Gaat Chris Kronshorst weer een Voetbalschool runnen? Zou best 's kunnen

Algemeen

DELFT – Chris Kronshorst, techniektrainer van professie, is back in town. Na een vijftien maanden durend avontuur in Qatar fietst, loopt en traint hij weer in en rond Delft. Kronshorst heeft, als techniektrainer en veelal in het kielzog van huidig FC Twente-trainer Co Adriaanse, aardig wat van de (voetbal)wereld gezien. Ga maar na: hij was (techniek)trainer in Portugal, Oekraïne, Qatar, Nederland, Oostenrijk en weer Qatar.

In een periode van een jaar of vijf reisde hij van hot naar her, en weer terug. Sinds april is hij weer 'gewoon' in Delft. Aan het avontuur in Qatar, waar hij samen met Co Adriaanse, Luc Nijholt, Abe Knoop en een Roemeense trainer het Olympisch Elftal moest klaarstomen voor de Olympische Spelen van volgend jaar in Londen, kwam een voortijdig einde. "Ze hebben ons daar naartoe gehaald. Wij nemen onze Nederlandse waarden en normen mee. Maar je komt in een land waar ze toch wat andere waarden en normen hebben. Een simpel voorbeeldje: als wij afspreken dat we om tien uur trainen, dan trainen we ook om tien uur. En niet om tien over tien. Afspraken zijn afspraken. Natuurlijk hebben we daar bovenop gezeten. Maar ze hadden er toch moeite mee. Ja, iedereen zegt wel: Maar Adriaanse heeft discipline wel erg hoog in het vaandel staan, maar het zijn toch gewoon afspraken die je maakt? Dat is toch niet zo moeilijk?" 

-Was het voor jullie een verrassing dat er een voortijdig eind kwam aan de samenwerking?
"Nee, in die zin dat je wel weet hoe het werkt. Maar je denkt toch altijd: Dat kunnen we met elkaar wel veranderen. De mensen in de begeleiding van het team waren van goeie wil, maar ze hadden toch moeite om in dat stramien te blijven. Of ze wilden vriendjes met de spelers blijven. Maar zo werkt het natuurlijk niet". 

Dus kon het niet uitblijven. "Er ontstond wat wrijving tussen Co en de sjeik. En ook de elftalleider vroeg of het niet wat minder kon. Daarbij kwam: wat je bij alle teams ziet waar Co trainer is geweest, is dat hij altijd aanvallend wil spelen. Maar deze spelers konden dat niet. En dan zijn er nog de mensen die zich op de één of andere manier met de gang van zaken willen bemoeien. Dat is wel vreemd: ze halen je daar naartoe om dingen te veranderen, maar op het moment dat je dingen verandert gaan ze tegengas geven". 

Kortom: "De sjeik zei: Wij zijn gewoon nog niet zo ver. Dan kunnen we maar beter op een normale manier uit elkaar gaan. Ik vergeet dat nooit: we waren eigenlijk al weg. Co ging naar een wedstrijd van het Olympisch Elftal kijken. Tegen Zwitserland. 
Binnen twintig minuten stonden ze met 4-0 achter, bij de rust was het al 5-1. De sjeik zei dat dat niet best was. Ja maar, zei Co, je hebt me weggestuurd. Ik heb je helemáál niet weggestuurd, zei de sjeik. We zijn in goed overleg uit elkaar gegaan". 

-Vind je het jammer dat het in Qatar over en sluiten was?
"Nou, eigenlijk niet zo, moet ik zeggen. We hadden er vijftien maanden gezeten. Werken bij een club staat me toch meer aan dan werken bij een Bond. Bij een club ben je elke dag bezig. Vind je het leuk om een keer vrij te zijn. Bij de Bond waren we meer vrij dan dat we trainden. Natuurlijk, we gingen veel wedstrijden kijken. Maar Qatar is niet zo'n groot land. Alle wedstrijden worden in een straal van twintig, vijfentwintig kilometer gespeeld. Je kon meestal wel twee wedstrijden op een avond bekijken". 

"We hebben eerst moeten inventariseren. Spelers zoeken die in aanmerking komen om volgend jaar naar de Olympische Spelen kunnen, in Londen. Dus was het veel wedstrijden en trainingen bekijken. En praten met de trainers van de spelers die we op het oog hadden. Ja, we trainden natuurlijk ook wel, maar eigenlijk te weinig".

'ALS JE TRAINER BENT, WIL JE TRAINEN' 

-Wat voor type voetballer is de voetballer uit Qatar?
"Technisch zijn ze heel aardig. Maar ze zijn eigenlijk een slag te klein. Het zijn een beetje lichtgewichtjes. Wat je daar niet ziet en in Nederland wel, is dat kinderen op straat, op van die trapveldjes en zo, lopen te voetballen. Het is daar zó warm. Als wij trainden, deden we dat ook altijd na zonsondergang. En dan trainden we vijftien, twintig minuten, effe wat drinken, en dan weer een kwartiertje trainen, enzovoort. Maar ze waren wèl leergierig. Ik denk, nee, dat weet ik wel zeker, dat ze het fijn vonden als ze bij ons konden trainen. We hadden bij dat Olympisch Elftal veel tweede-elftalspelers. In de eerste elftallen van de clubs spelen veel buitenlanders, de jeugd komt niet verder dan het tweede elftal. Daar zijn de trainingen natuurlijk minder. Bij ons kregen ze de volledige aandacht'. 

-Heb jij, als techniektrainer, nog duidelijk je stempel op die spelers kunnen drukken? 
"Daar was geen tijd voor. Alleen als we in trainingskamp zaten, dan hadden we wat meer tijd. Als je trainer bent, wil je trainen. Spelers en het team beter maken. Dat konden we gewoon te weinig". 

Het heeft, kijkt Kronshorst op zo'n vijftien maanden Qatar terug, te maken met cultuur. Met de voetbalcultuur, wel te verstaan. "Kijk, de accommodaties zijn fantástisch. Ze hebben er, bijvoorbeeld, indoor-kunstgrasvelden. En airconditioning. Buiten is het 45 tot 48 graden, binnen worden wedstrijden en toernooien gespeeld. Er werken veel buitenlandse trainers, er zijn dus veel invloeden van buitenaf. Maar als je dan kijkt naar alles wat eromheen loopt, dan zie je heel wat anders. Het is allemaal te chaotisch. Jaren zestig, in mijn beleving. Terwijl de accommodaties niet 2011 zijn, maar 2050, zó verschrikkelijk mooi". 

-Wordt het ooit wat met het voetbal in Qatar?
"Ik denk dat het moeilijk wordt. De voetbalcultuur is daar toch heel anders dan bij ons. Ze organiseren veel van die clinics voor de jeugd. Ben je tien jaar, dan zit je daar tot je achttiende bij. Daarna ga je terug naar je club. En is er verder niks. Er is geen aansluiting".
 
-Waar bewaar je, als je op je buitenlandse avonturen terugkijkt, de mooiste herinneringen aan?
"Aan Red Bull Salzburg, in Oostenrijk. Als je trainer bent, wil je met spelers werken. En je wilt eigenlijk elke wedstrijd in een stadion spelen waar 25.000, 30.000 toeschouwers zitten. Daar doe je het voor. Elke dag proberen spelers en het team beter te maken, dat is het mooiste van trainen. Co kan dat heel goed. Als je dan met zo'n man onderweg bent, daar leer je zó veel van". 

Kronshorst (65 intussen, maar hij fietst en loopt nog zowat elke dag een fiks aantal kilometers onder zich vandaan) zegt dat er een aantal facetten zijn die een trainer bij een speler kan veranderen, en dat dan uiteraard in de zin van verbeteren. "Je kan iemands techniek verbeteren. En daardoor krijgt hij ook een iets beter inzicht. Maar er zijn twee dingen die heel moeilijk te veranderen zijn. Dat is iemands snelheid. Ja, soms een heel klein beetje, maar eigenlijk komt het erop neer: je bent snel of je bent het niet. Wat je helemáál niet kan veranderen, is iemands persoonlijkheid. Het is dan ook eigenlijk doodzonde om daar veel aandacht en tijd aan te besteden. Co is daar een meester in. Jazeker, hij geeft je wel de kans, maar als je niet wilt neemt hij een wat mindere speler die het wèl wil".

'IK HEB 'T WEL EEN BEETJE GEZIEN, DENK IK' 

Adriaanse is nu trainer van FC Twente. Kronshorst niet. "Ze hebben daar genoeg mensen. Ze hebben er, geloof ik, acht, negen trainers lopen". Nee, ook AZ - waar hij, voordat hij de wijk nam naar Qatar, drie maanden techniektrainer bij de jeugd was - heeft niet gebeld. Ajax, waar op instigatie van Professor Cruyff meer aandacht komt voor techniek- en individuele training van jeugdspelers, liet ook niks van zich horen. "Als je niet in Ajax 1 hebt gespeeld en geen bekende van Cruyff bent, kom je niet in aanmerking". 

-Resteert nu dus Het Zalige Nietsdoen?
"Nee, ik wil wel wat blijven doen'. Sterker: hij doet, sinds hij uit Qatar is geremigreerd, al weer wat. Hij traint 'zes, zeven, acht jongens', ergens in deze regio. En hij krijgt met enige regelmaat de niet geheel onlogische vraag waarom hij niet met een Voetbalschool gaat beginnen. "Maar ja", zegt hij, "dan moet ik hier blijven. Niet meer weggaan. En als ik het zou doen, dan moet ik het wèl goed opzetten. Moet ik goeie trainers hebben". 

Hij gaat, binnenkort, met z'n maat Hans Suiker, van de welbekende Keepersschool en ook druk praktizerend keeperstrainer bij deze en gene club, om de tafel om te brainstormen over hoe ze hun ideeën in het juiste vat kunnen gieten. "Met techniektraining kan je iedereen een betere techniek aanleren. Maar die moet je ook functioneel kunnen maken. Hoe kan dat? Dan moet je naar een andere manier van begeleiden toe. Daar wil ik over nadenken en praten. Hans Suiker heeft eigenlijk hetzelfde probleem. De keepers die hij traint kunnen op een gegeven moment alles. Maar hoe moeten ze binnen hun team functioneren? Hoe kan je dat op een goeie manier in je trainingen vormgeven?" 

-Dus we zien je binnen afzienbare tijd wel weer aan de gang met zoiets als een Voetbalschool?
"Dat weet je maar nooit". Hij vertelt dat hij onlangs nog een aanbieding kreeg om in Saoedi-Arabië aan de slag te gaan. "Ik heb nu zo lang in Qatar gezeten, ik heb 't wel een beetje gezien, denk ik. Maar een Voetbalschool, hier? Zou best kunnen. Maar dan wèl goed opgezet. Met goeie jongens die training geven. En met niet alleen aandacht voor het verbeteren van de techniek, maar ook van de taktiek. Dat spelers met een betere techniek daar ook in het veld wat mee kunnen en doen".

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12