Hemd van het lijf

Louw den Dunnen (62) ontving vorige week uit handen van Stadsprins Sjaak de 1ste de hoogste Carnavalsonderscheiding in het Kabbelgat: de Kabbelaar.

1. Waarom wilde je hier, in restaurant Don Comer aan de Nieuwe Langendijk, gefotografeerd worden?
“Omdat dit het restaurant is van mijn vrouw Gerrie en mij. Momenteel zijn we aan het voorbereiden voor vanavond, want we zitten goed vol. Het is een mooi restaurant en we komen hier ook heel graag. Dat is fijn, omdat we toch het grootste gedeelte van onze tijd hier doorbrengen.”

2. Wat houdt de Kabbelaar precies in?
“Het is de hoogste onderscheiding die je kunt krijgen in het Kabbelgat. Hij wordt gegeven aan mensen die op de één of andere manier veel betekend hebben voor Delft als stad of voor het carnaval in Delft.”

3. Waar heb jij hem dan aan te danken?
“Waarschijnlijk krijg ik hem vanwege alles wat ik de afgelopen veertig jaar gedaan heb. In 1971 begon ik met wijlen Bob Hollem mijn eerste kroeg, het Kruikje aan de Wateringse Vest. Hieruit kwam de eerste Nederlandse damesvoetbalvereniging, de Kruikelientjes, voort. Na sportcafé de Carrousel op de Oude Delft en de Pieper op de Beestenmarkt leid ik nu restaurant Don Comer aan de Nieuwe Langendijk. Verder ben ik één van de initiatiefnemers van het Bluesfestival, ben ik voorzitter van de Horeca Senioren Sociëteit en ben ik twaalf jaar voorzitter geweest van carnavalsvereniging Goud van Oud.”

4. Heb je altijd al carnaval gevierd?
“In 1997 werd ik gevraagd om Prins te worden bij Goud van Oud. Ik heb het dat jaar enorm naar mijn zin gehad en de vereniging voelde echt als een warm bad. Het is een ontzettend leuke vereniging met zo’n achthonderd leden. Ik ben er daarna ook twaalf jaar voorzitter geweest, want ik houd van organiseren en het mensen naar de zin maken.”

5. Is dat niet een echte horeca-instelling?
“Dat denk ik wel, ja. Ook in het restaurant proberen we het de gasten zo goed mogelijk naar de zin te maken. We proberen een mooie sfeer neer te zetten en we werken uitsluitend met verse producten.”

6. Is Delft een echte carnavalsstad?
“Ik vind van wel. Er komen toch jaarlijks weer duizenden mensen naar de optocht kijken. De sfeer van onder de rivieren krijg je hier echter niet, maar daar staat het normale leven ook echt een week stil. We hebben hier een heel aantal carnavalsverenigingen en kroegen die eraan meedoen. Ik vind het voor de mensen die niet van carnaval houden fijn, dat ze ook nog in een gewone kroeg terecht kunnen.”

7. Als ik burgemeester van Delft was, dan....
“… zou ik wat meer in overleg gaan met de horeca in Delft over onderwerpen die nu spelen, zoals bijvoorbeeld het cameratoezicht. Verder zou ik mezelf eens wat meer verdiepen in het verkeersbeleid, want er staan gewoon files richting de binnenstad, doordat een groot aantal toegangswegen afgesloten is. Dat kan volgens mij de bedoeling niet zijn.”

8. Hoe heb je het carnaval beleefd?
“Ten eerste is de opwarmavond, twee weken voor het feest begint, altijd weer prachtig. Er komen dan 1300 carnavalvierders samen in de sporthal van de TU. Verder heb ik zaterdag in de optocht meegelopen en heb ik op zondag en dinsdag de feesten in de Tobbe meegemaakt. Daar viert Goud van Oud, de vereniging waar ik erevoorzitter van ben, haar feesten. Ik vind het jammer dat ik maandagavond niet heb mee kunnen maken, omdat het zo druk was in het restaurant, maar zakelijk gezien is dat natuurlijk alleen maar goed.”

9. Wat vind je van de optocht in Delft?
“Ik vind het jammer dat de Stichting Delftse Carnaval Viering het liefst heeft dat de praalwagens zelf gemaakt worden. In het zuiden zorgen gemeenten voor de ruimtes waarin dat kan gebeuren, maar dat is hier helaas niet zo. Daarom zou ik het voor het publiek leuker vinden om gebruikte praalwagens hierheen te halen, zodat er ook echt mooie dingen te zien zijn. Ook hier komt die horecaman weer een beetje naar boven.”


10. Wat vind je ervan dat je de Kabbelaar hebt gekregen?
“Ik ben er trots op. Ik voel me zeer vereerd dat ik, voor alles wat ik de afgelopen veertig jaar gedaan heb, deze blijk van waardering krijg. Ik ga de oorkonde dan ook in het restaurant naast de gitaar, die ik bij mijn afscheid als voorzitter van het bluesfestival kreeg, hangen. Voor de onderscheiding zelf ga ik in de zaak nog een goed plekje zoeken.” (AdW)

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12
info@delftopzondag.nl