Een langere A4 en een bredere A13, het blijft de gemoederen bezighouden

Algemeen

Maarten Otto van Rijkswaterstaat gaf de raadsleden van de Gemeente Midden-Delfland donderdagavond tekst en uitleg over het project A4 Delft - Schiedam.

DELFT – Rijkswaterstaat maakt momenteel het nieuwste plan bekend over de A4 en de verbrede A13. Deze plannen worden deze periode gepresenteerd aan omwonenden van beide wegen en aan Gemeenteraadsleden van omliggende gemeenten.

Het dossier rond het vraagstuk van de Rijksweg A4 telt inmiddels 21 rapporten met 2600 bladzijden en het weegt in totaal 13 kilo. Gelukkig verscheen voor de geïnteresseerden die niet over zeeën van tijd beschikken een samenvatting van 40 bladzijden. In die samenvatting van de Trajectnota/MER A4 Delft-Schiedam staat uitgelegd welke opties er zijn en wat de gevolgen zijn van de verschillende alternatieven die de Overheid op het oog heeft. Om ook de bevolking en de politiek over de mogelijke plannen te informeren, zijn de afgelopen weken informatiebijeenkomsten georganiseerd. 

Donderdagavond was het in De Hoornbloem in Den Hoorn de beurt aan de Gemeenteraad van Midden-Delfland.
Hoewel het al dan niet doortrekken van de A4 een belangrijk item voor de Gemeente is, viel de interesse onder de Gemeenteraadsleden toch wat tegen. Omdat er in Maasland een ook belangrijke bijeenkomst was, daar ging het over het nieuwe Gemeentehuis van het dorp, gaven slecht zes van de zeventien Raadsleden acte de présence op de bijeenkomst over de A4. 

Maarten Otto praatte de Raadsleden namens Rijkswaterstaat bij over de drie opties die er nu zijn: Het doortrekken van de A4 tussen Delft en Schiedam, het verbreden van de A13 met de aanleg van de A13/16 of de aanleg van een A54 met Oranjetunnel, al is die laatste optie volgens Otto al afgevallen, omdat die de bereikbaarheid tussen Den Haag en Rotterdam niet ten goede zou komen. Dus resteren er twee opties. Het doortrekken van de A4 tussen Delft en Schiedam (geschatte kosten: tussen de 820 en 920 miljoen euro) en het verbreden van de A13 naar een vijfbaansweg plus de aanleg van de A13/16 (geschatte kosten: tussen de 2,1 en 2,3 miljard euro). Beide alternatieven zorgen volgens Rijkswaterstaat voor een verbetering van de bereikbaarheid van de A13. Verder hebben beide alternatieven tot gevolg dat er in 2020 zo’n 50 procent meer verkeer tussen Den Haag en Rotterdam rijdt. Daarnaast zou de aanleg van de A4 gunstig zijn voor hulpdiensten, die zo een extra route tot hun beschikking krijgen. 

De minister van Verkeer en Waterstaat en de minister van VROM bepalen in september van dit jaar welke optie hun voorkeur heeft. Camiel Eurlings, de minister van Verkeer en Waterstaat, heeft zijn politieke voorkeur al uitgesproken voor het doortrekken van de A4. In 2010 komt het ontwerp-tracébesluit ter inzage en aan het einde van dat jaar volgt het besluit voor het tracé. In 2011 kan wat Rijkswaterstaat betreft worden begonnen met de realisatie.

‘Onjuist en onvolledig’
Daar is niet iedereen een voorstander van. Zoals oud-minister van VROM Pieter Winsemius, die in het VPRO-programma ‘Landroof’ ooit zei: “Als je een weg wilt aanleggen dan wel de goeie, geen A4.” De informatie in de nieuwste Trajectnota zou volgens critici ‘onjuist, onvolledig en ten onrechte ten gunste van de A4 zijn’. Die mening is ook Ben van der Chijs toegedaan. Hij verdiept zich al jaren in het vraagstuk. Hij is waarschijnlijk één van de weinige Nederlanders die alle rapporten in zijn bezit heeft en die ook nog eens als zijn broekzak kent. 

Volgens Van der Chijs wordt de informatie die ten nadele van de A4 uitpakt bewust niet in de Trajectnota’s vermeld. Zoals de informatie uit een in 2006 uitgevoerd onderzoek door het in verkeer gespecialiseerde adviesbureau Goudappel Coffeng, waarin cijfers en conclusies staan die niet door Rijkswaterstaat werden gepresenteerd. 

Dat is ook bij Ed Roeling, van de fractie Mijn Partij, bekend. Hij stuurde daarom al voorafgaande aan de bijeenkomst enkele kritische vragen waarop hij van Rijkswaterstaat een antwoord wil hebben. “We zitten hier niet als milieuclubje dat zieltjes wil winnen”, lichtte Roeling zijn vragen donderdag mondeling toe, “maar we willen het juiste besluit voor de toekomst.” Hans van Zijst ‘behandelde’ namens Rijkswaterstaat de vragen en hij probeerde ze te beantwoorden. Dat leidde tot enkele opvallende uitspraken. Zo zei hij dat het ook nog mogelijk is dat beide alternatieven niet doorgaan. Van Zijst bevestigde daarnaast dat de cijfers kloppen dat er in de Beneluxtunnel bij het doortrekken van de A4 in 2020 76 procent meer verkeer zal zijn ten opzichte van 2006. En het ‘uitsluitend omleggen van de A4 zal niet voldoende oplossen’, zei hij ook nog. 

Roeling was na afloop niet bepaald ondersteboven van de reacties op zijn vragen. “Als uit de informatie blijkt dat het doortrekken van de A4 dé oplossing is, dan zeggen wij: Oké. En dat hebben we tot drie maanden geleden ook altijd gedaan. Totdat we hoorden over de andere cijfers. Toen zijn we ons erin gaan verdiepen. De situatie is niet zoals Rijkswaterstaat die schetst, daar willen we discussie over. Wij als fractie hebben die kennis niet. Wie heeft er nou gelijk?” Om dat boven tafel te krijgen, wil hij ook nog op papier een reactie op de door hem gestelde kritische vragen. “Op die reactie willen we ons besluit dan baseren. Maar momenteel hebben we sterk de indruk dat er vanuit de Overheid op het doortrekken van de A4 wordt gestuurd.” 

In de Aula van het Congrescentrum van de TU aan de Mekelweg 5 is op maandag 8 juni a.s. de eerstvolgende inspraakavond. In Schiedam vindt deze op dinsdag 2 juni a.s. plaats. (JN)

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12