Afbeelding

Volkstuinbezitters vermaken zich vooral in het clubhuis, koeien gaan later de wei in en padden houden zich nog even gedeisd

Algemeen

Editie: Week 13, Jaargang 21 |

En maar wachten op het mooie weer... (foto Koos Bommelé)

DELFT – Het is officieel lente. Dit weekend gaat zelfs de zomertijd in, maar het vriest nog elke dag. Dat heeft gevolgen voor alles dat groeit en bloeit. Gelukkig komt alles, wat de natuur betreft, uiteindelijk weer goed.
Op de Delftse volkstuincomplexen verlangt iedereen naar het voorjaar. De vele volkstuinbezitters hadden dolgraag hun grond al volgestopt met zaadjes en jonge stekjes, maar in plaats daarvan zitten ze maar te wachten tot de vorst voorgoed verdwijnt. “We liggen ver achter op de planning”, zegt Ronald Tetteroo, de voorzitter van ATV Levenslust, een vereniging die beschikt over vier Delftse volkstuincomplexen. “De hele natuur ligt een maand achter”, voegt hij eraan toe. En dus ook de 530 volkstuinbezitters van Levenslust. “We zitten allemaal in de startblokken, maar de volkstuintjes liggen er nog verlaten bij.”
Dat betekent niet dat de volkstuinbezitters zich nu vervelen. “Veel mensen komen hier nog voor de contacten, die willen ze niet missen. Ze drinken samen koffie in de clubhuizen, daar zit het nu vol met tuinders die maar niet aan de slag kunnen. Het is hier in elk geval nog wel gezellig, want de banden onderling zijn groot en goed.” De 61-jarige voorzitter schreef in de laatste editie van hun clubblad een artikel waarin het ‘druiste van het verlangen naar het voorjaar’. Tetteroo: “Het stond bijvoorbeeld vol met tips over het inzaaien van planten. Iedereen leest dat, maar niemand kan er nu iets mee.”

 

‘ALS DE ZON SCHIJNT BEGINT ER BIJ DE BOER IETS TE BLOEIEN’

De biologische boer Jan Duijndam van Hoeve Biesland wilde dit weekend de koeien, na een maandenlang verblijf in de stallen, weer de wei in sturen. Die ‘koeiendans’ heeft hij echter verplaatst naar volgende week zaterdag. Dan rennen de koeien om 10.00 uur de weide in. “Want op het land groeit nog niet één sprietje gras”, verklaart Jan Duijndam. “Volgende week groeit het gras nog steeds niet, maar dan zijn de temperaturen hopelijk wat beter. Dan lukt het wel. Het voorjaar vertraagt gewoon een paar weken.” Daarover maakt hij zich verder geen zorgen. “De natuur komt meestal wel weer op z’n pootjes terecht. Natuurlijk gaat het nu trager, maar als het straks weer warmer wordt is die achterstand zo weer ingehaald. Als het nog vier weken zo blijft is het een ander verhaal, maar we moeten niet klagen.” Toch verlangen de mensen en dieren van Hoeve Biesland naar het voorjaar. “Dan zien we weer weidevogels in het land en het gras wordt groener.” Daar kan hij van genieten. “Want als de zon schijnt dan begint er bij de boer iets te bloeien.”
Ieke de Leeuw van de Vogelwacht Delft e.o. was vorig weekend van de partij toen de Vogelwacht haar eerste voorjaarswandeling deed. “Het was bitterkoud in de polders”, weet ze nog. “Maar het aardige is wel dat je elke keer wel weer een vogel tegenkomt die is teruggekeerd.” Ze vindt het echter ‘opvallend’ dat slechts weinig vogels al terug zijn van de plekken waar ze overwinterden. Sommige vogels die in Nederland overwinteren vertonen nu al hun paargedrag, alsof er niks aan de hand is. “Dat hou je niet tegen. De natuur gaat gewoon door”, weet De Leeuw. Ze heeft de echte zomervogels, zoals de zwaluw en de tjiftjaf, nog niet gespot. “We zagen tijdens de excursie wel een ineengedoken torenvalkje zitten. En in het ondergelopen stuk weide bij die halve molen, aan de Korftlaan, zagen we veel grutto’s en enkele tureluurs. Erg leuk!”
Toch heerst volgens De Leeuw ook bij de Vogelwacht Delft e.o. een groot verlangen naar het voorjaar. “We organiseren nog tot 5 mei elke zaterdagochtend een voorjaarswandeling, die steeds om 07.00 uur bij de Papaver aan de Korftlaan begint.” Die tochten zijn een stuk aangenamer als het zonnetje schijnt en de deelnemers niet met verkleumde handen hun verrekijker vast hoeven te houden. “Ik verlang ook naar die typische zomergeluiden. Dat je denkt; Hé, die vogel is ook weer terug. Maar ik vind dat de natuur, ondanks de kou, altijd mooi blijft.”
Vorig jaar was het tijdens het Lentefestival Delft 22 graden Celsius, weet organisator Vincent Quack van grand café De Sjees nog. De editie die vorig weekend plaatsvond kon op minder mooi weer rekenen. “Dit jaar was het ongeveer min 22 graden”, grapt hij. De bands waren echter al lang geboekt, dus kon hij het muzikale evenement lastig verplaatsen. “We hebben het nu binnen gehouden. Buiten is natuurlijk leuker, maar ik vond het binnen ook geslaagd. Alleen het lentegevoel ontbrak - vanwege die kou - een beetje.” Het Lentefestival wordt elk jaar georganiseerd om te vieren dat het terrassenseizoen weer begint. “De meeste Delftse horecaondernemers zullen hun terrassen wel buiten zetten”, verwacht Quack. “Want het ziet er sowieso gezellig uit. Het zal op dit moment echter weinig extraatjes opleveren. Met mooi weer komen meer mensen naar de stad.”

 

‘DE KNOPPEN VAN DE IEPEN EN DE MEIDOORN ZWELLEN HEEL ZACHTJES’

Geert van Poelgeest, de voorzitter van de KNNV afdeling Delft, is ‘heel hard bezig’ met de paddentrek. “Maar die komt maar nauwelijks op gang”, voegt hij daar meteen aan toe. Toen we onlangs twee dagen lang redelijk warm weer hadden, zijn in Delft direct zo’n zestig overstekende padden gesignaleerd, weet Van Poelgeest. “Maar daarna stortte het weer in.” Het ziet er buiten nog erg winters uit, vindt hij. “De sneeuwklokjes hangen er bijvoorbeeld wat bij. Het is een beetje treurig.” Toch staat de natuur niet helemaal stil, weet de voorzitter van de natuurvereniging. “De knoppen van de iepen en de meidoorn zwellen heel zachtjes. Er gebeurt wel wát, maar het gaat heel langzaam.”
Tijdens die twee warme dagen zag Van Poelgeest zelfs een aardhommel. Nu het weer vriest, hebben die harige insecten zich echter weer verscholen in de grond. Net als mensen vinden ook dieren de snijdende oostenwind vervelend. “Padden die al uit hun winterslaap waren, zoeken daarom weer een beschut plekje, onder een steen of een stuk hout bijvoorbeeld. Ze kunnen ook goed graven.” Daar wachten en hopen ze op betere tijden.

 

‘DE HARDE JONGENS BLIJVEN OVER’

Een koud voorjaar heeft ook voordelen, weet Van Poelgeest. “Het zwakke gaat weer weg, hè… Mijn vader zei altijd: Het oude moet eerst op.” Zijn vader had meer mooie wijsheden. “Zoals het gezegde: ‘Op 21 maart reed vader Aart met kar en paard over de Aarlandertrekvaart.’ Dat gezegde wordt al eeuwen doorverteld in onze familie. Ik heb eens uitgezocht dat het betrekking heeft op de winter van 1788 – 1789.” Van Poelgeest wil er mee zeggen dat het toen pas echt koud was. Anders kun je eind maart niet met een kar en paard over een vaart trekken. “Dat zijn pas ‘berewinters’ geweest. En de natuur kan daar gewoon tegen. Alles stopt even met zich ontwikkelen, maar daarna gaat alles weer verder.” Sommige dieren zullen de winter van 2012 - 2013 niet overleven. “Maar de harde jongens blijven over.” En dat heeft ook weer z’n voordelen. Van Poelgeest maakt zich in elk geval niet al te druk. “Ik neem het zoals het is en ik denk aan vader Aart.” (JN)

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12