Foto nu: Wim van Leeuwen in zijn achter tuin.
Foto nu: Wim van Leeuwen in zijn achter tuin.

HET DELFT VAN TOEN: Wim van Leeuwen

Algemeen

DELFT – De 74-jarige Wim van Leeuwen is een echte Delvenaar, geboren op de Verwersdijk. Hij heeft zich altijd verbonden gevoeld en ingezet voor onze mooie stad. Als kleine jongen hielp hij zijn vader met het rondbrengen van melk. Later heeft hij zestien jaar gewerkt als gemeenteraadslid, het Vermeercentrum opgericht en houdt hij zich nu bezig met het Delftsroerend kerkelijk erfgoed. Hoe kijkt hij terug op het Delft van toen?

Terwijl de koude winterwind door de smalle straten van Delft waait, ontstaat er een dun laagje ijs op de grachten, wat helaas alweer verdwijnt bij de eerste zonnestralen. Wim van Leeuwen herinnert zich de strenge winters van zestig jaar geleden. “Elke winter kon je op de grachten schaatsen. Wij hebben wel eens een ‘elf bruggentocht’ geschaatst.” Van Leeuwen schaatste toen met vriendjes de hele binnenstad door. “De brug bij de Oude Lange Dijk is zo laag dat we met een aanloop diep gebogen door onze knieën eronderdoor moesten glijden.” Na het schaatsen ging hij met zijn vriendjes langs zijn ouders, die een melkwinkel hadden, voor een heerlijk warme kopchocolademelk. “Mijn vader was melkboer en mijn moeder stond in de winkel. Mijn vader ging de wijk in melk rondbrengen en dan ging ik mee.” Hij hielp zijn vader graag: “Op de lagere school hadden we tussen twaalf en twee lunchpauze. Ik ging dan met de bakfiets melk rondbrengen. Soms kwam ik hierdoor te laat op school. Van mijn moeder kreeg ik dan een briefje mee met daarop: Meester, hij moest even voor de winkel klanten helpen.” Zo kon Van Leeuwen geoorloofd spijbelen: “Tegenwoordig zou je dat misschien kinderarbeid noemen,” zegt Van Leeuwen lachend en dan serieus: “Ik heb wel van jongs af aan een werkmentaliteit van aanpakken meegekregen.”

Veranderingen
Van Leeuwen heeft het stadsgezicht gedurende zijn leven sterk zien veranderen. De Phoenixstraat ziet er nu bijvoorbeeld heel anders uit. Van Leeuwen blikt terug op de tijd voor de komst van het toentertijd revolutionaire verhoogde spoorviaduct in 1965 dat langs de Spoorsingel liep. “Het treinspoor was toen gelijkvloers met de binnenstad. Als ik naar zwemles liep, dan moest ik heel vroeg van huis, puur vanwege het spoor. Het kon heel lang duren als de spoorbomen gesloten waren. Eerst kwam de trein langs en daarna ging vaak de draaibrug, in verband met de veilingschuiten, open om de schuiten door te laten.” Inmiddels ligt de spoorbaan ondergronds, wat de Phoenixstraat een bijna statige allure heeft gegeven. “Nu is het gevaarlijk om in de binnenstad te fietsen met al die bezorgbrommers”, zegt Van Leeuwen. Vroeger was het moeilijk fietsen in de binnenstad om een heel andere reden: “De trambaan in de Phoenixstraat liep midden op straat. Je had daardoor een heel klein stukje om te fietsen. Het was echt een kunst om zo recht mogelijk te fietsen en niet in het tramspoor aan de ene kant te rijden en niet tegen de stoep te rijden aan de andere kant.”

Waardering
“Mijn vader was heel begaan met de stad”, vertelt Van Leeuwen. “Thuis hadden we allerlei gesprekken over de stad en de plannen van de gemeente. Je had het Komplan in 1956, een bestemmingsplan voor de stad. In dit plan stond het idee om een autoweg vanaf de TU-wijk tot aan de Nieuwe Kerk te maken. Dat zou betekend hebben dat de hele Beestenmarkt nu autoweg was geweest. Gelukkig is dat niet doorgegaan.” Van Leeuwen was op tienjarige leeftijd dus al bezig met de ontwikkeling van de stad. “Op zondagochtend liep ik om acht uur met mijn vader door de stille stad. Hij zei dan: Kijk omhoog. Hij leerde mij de mooie gevels van de panden van de binnenstad waarderen.” Van Leeuwen haalt ook een andere jeugdherinnering op die hem zijn passie voor Delft heeft gegeven: “In de vijfde klas van de lagere school hadden we meester Van Peer, hij was amateurhistoricus. Op vrijdagmiddag kregen we vaderlandse geschiedenis en hij eindigde dan altijd met de Delftse geschiedenis. De manier waarop hij over Delft vertelde was voor mij het tweede zetje waardoor ik me zo verbonden voel met Delft.” Van Leeuwens vader en meester Van Peer hebben dus de eerste zaadjes geplant voor de liefde voor deze mooie stad. Zo zegt hij: “Je kan mij in elk huis zetten, zolang het maar in Delft is.”

Verbeteren
Zijn passie voor Delft ging verder dan alleen genieten van de schilderachtige grachten en de oude architectuur. Op een bepaald punt in zijn leven voelde Van Leeuwen de behoefte om actief bij te dragen aan zijn stad, dit heeft hem doen besluiten om bouwkunde te gaan studeren. Na zijn opleiding ging hij aan de slag bij een architectenbureau: “Daar ben ik gaan werken in de restauratie.” Zo heeft Van Leeuwen een aantal gebouwen in Delft mogen restaureren, totdat de subsidie voor monumentale gebouwen werd opgeheven: “Vervolgens ben ik in Den Haag gaan werken in de sociale volkshuisvesting.” Toch miste hij de stad uit zijn jeugd. Terug in Delft is hij gemeenteraadslid bij het CDA geworden: “De gemeenteraad bood me de mogelijkheid om echt iets te betekenen voor Delft”, zegt Van Leeuwen terwijl hij terugblikt op zijn betrokkenheid bij de lokale politiek. Als deel uitmakende van de oppositie heeft hij veel moeite gedaan om zijn plannen en verbeteringen voor de stad te realiseren. Het gaf hem veel voldoening wanneer dit lukte: “Ik vind het leuk om als raadslid wat gedaan te krijgen voor onze stad. Ik heb bijvoorbeeld zelf een plan opgesteld voor de nieuwe wijk Hof van Delft. Veel van de elementen uit mijn plan zijn toen in de uiteindelijke uitvoering verwerkt, waardoor er veel groen is behouden.”

Tevreden
Nu, na vele jaren van dienst binnen de gemeenteraad, blikt Van Leeuwen tevreden terug op zijn bijdrage aan de ontwikkeling van Delft. Hij blijft gepassioneerd over de stad en ziet de toekomst met optimisme tegemoet. Zo zet hij zich nu in om het kerkelijk erfgoed van de stad te bewaren en zo het Delft van toen te behouden: “Delft heeft mij altijd veel gegeven en ik heb Delft zelf ook altijd veel willen geven. Ik heb nooit politiek via de provincie of Tweede Kamer willen doen. Nee, ik wil met mijn stad, Delft, bezig zijn.”

Wim van Leeuwen

Foto vroeger: Wim van Leeuwen (links) schaatsend over de Verwersdijk.