Afbeelding

Wat ik zeggen wil - 30 September 2012

vaste rubrieken Wat ik zeggen wil

Editie: Week 40, Jaargang 20 |

Lezers schrijven en mailen naar Delft op Zondag
Brieven maximaal 300 woorden, Anonieme brieven en reacties op advertenties worden niet geplaatst

DELFT - De afgelopen weken zijn er in deze rubriek enkele brieven gepubliceerd over de onroerende zaakbelasting. In een brief in de krant Delft op Zondag van 23 september werd daarbij verwezen naar besluiten van de gemeenteraad. Aangezien ik daar namens D66 lid van ben, voeg ik graag wat toe aan de briefwisseling. Allereerst wat getallen: De OZB-opbrengst stijgt in Delft in 2012 met het inflatiepercentage tegen gemiddeld 5,7 procent in Nederland, zie het persbericht van het CBS van 24 januari 2012. Ten tweede wil ik een paar algemene dingen kwijt over belastingen. Een kritische houding tegenover belastingen is gezond. De Gemeente (en eigenlijk iedere overheid) heeft die houding hard nodig om alert te blijven. Alertheid door concurrentie is immers grotendeels afwezig in de publieke sector. Maar tegelijk met die kritische houding hoort iedereen zich ook af te vragen: voor welke publieke voorzieningen betaal ik graag belasting en voor welke niet? Betaal ik met overtuiging of tegenzin mee aan gezonde schoolgebouwen? Wil ik via de belasting meehelpen om jeugdwerkloosheid tegen te gaan? Vind ik het goed dat iedereen verplicht financieel bijdraagt aan huishoudelijke zorg voor ouderen? Zo kan ik nog wel even doorgaan. Want hoewel de efficiëntie van de Gemeente zeker nog verbeterd kan worden, zijn publieke voorzieningen net zo min gratis als private. Misschien dat u al denkend over publieke voorzieningen wel belangstelling krijgt om actief of actiever te worden in de gemeentepolitiek. Dan kunt u zeker terecht bij de partij naar uw keuze. En ook als u niet zelf de politiek in wilt, dan maakt besef over publieke voorzieningen de belastingen niet makkelijker, maar misschien wel leuker.

Huub Halsema, Delft

DELFT – In menig stadscentrum wordt de nachtrust verstoord door het verkeer. Over drukke verkeerswegen dendert vrachtverkeer dwars door het centrum. Wandelend, ’s nachts om half één langs de Delftse grachten, heerst er op een doordeweekse dag een serene rust. Het Oude Delft en de Koornmarkt lijken totaal niet op de drukke verkeersaders in andere steden. Waar in andere steden de nachtrust wordt verstoord door tientallen taxi’s, ontwaar ik in Delft een eenzame fietser. Van nachtclubs met flikkerende neonverlichting geen spoor en zelfs winkels die 24 uur per dag open zijn vind je in Delft niet. Wandelend door de slapende Delftse binnenstad is het voor mij moeilijk voorstelbaar dat er binnenstadbewoners zijn die klagen. Van een bruisende stad is om half één ’s nachts geen sprake. Zelfs de horeca lijkt uitgestorven. Mijn gedachten dwalen naar die steden waar ik ben geweest, waar op dit tijdstip supporters uitbundig feest vierden. Steden waar tienduizenden voetbalsupporters met regelmaat doorheen trekken op weg naar het stadion. Elke overwinning van de plaatselijke favoriet wordt uitbundig gevierd tot in de kleine uurtjes. In Delft ontdek ik geen spoor van een feestend supporterslegioen of van luid toeterende auto’s die de feestvreugde verhogen. De binnenstadbewoners hebben last van een studentenfeestje of van studenten die iets te luidruchtig zijn. Delft is een leuke stad, maar van een echte stad is geen sprake. Het bruisende Delft lijkt alleen tijdens kantoortijden open en dat is in een echte stad wel anders.

J.M.T. van der Linden, Delft

DELFT - In de krant Delft op Zondag van 23 september roept wethouder Vokurka de Delftenaren op om mee te denken over de invulling van het Spoorzonegebied als de tunnel klaar is. Goed idee, zou je zeggen. Maar dan blijkt dat hiervoor al drie bureaus aan het werk zijn. De beste mag z’n plannen waarmaken. Er komen minder kantoren en andere huizen maar wel een Stadskantoor. En nu roept Vokurka de bevolking op om mee te denken over de invulling en initiatieven te nemen. Waren daar in 2011 al niet een aantal bijeenkomsten over? Wat gebeurde daarmee? Desondanks prima, zou je denken. Maar wat gebeurt er nu echt? Eerst bepaalde de gemeenteraad dat er een Stadskantoor gebouwd moet worden. Die ambtenarenopslagplaats wordt sfeerbepalend voor de hele Spoorzone. Toen een jaar geleden de burgers zich daartegen in een referendum wilden uitspreken, was de meerderheid in de gemeenteraad tegen. D66, de partij van wethouder Vokurka, liep daarbij voorop. Het referendum werd tot in de rechtszaal met burgers uitgevochten. Dat sfeerbepalende ding kost ons straks 3 miljoen euro per jaar meer dan nu. En nu gaan er plannen van drie bureaus komen. En daarna mogen de burgers zich opnieuw laten horen over de invulling van de rest van de Spoorzone!? Zonder dat daar geld voor is! Dat is opgegaan aan die drie plannen en de exploitatie van het ‘Stadsambtenarenkantoor’. En Vokurka weet zelfs niet wanneer de inrichting van de Spoorzone klaar moet zijn. Zijn slagroom op de taart zal dan wel behoorlijk zuur zijn geworden. Van mij mag Vokurka het lekker zelf doen. De Gemeente Delft ontwikkelt het gebied zelf, staat in het artikel. Laat ze dat dan ook doen en zorgen dat het niet te duur wordt, want we moeten wel miljoenen bezuinigen. De burgers zullen hen over twee jaar bij de gemeenteraadverkiezingen wel op daden beoordelen.

Christ van Oers, Delft

DELFT – Ik heb op 18 september bij Tros Opgelicht de uitzending gezien over Adviesgroep Cinjee en met mij nog duizenden kijkers. Als je weet dat er in de telefoongids van heel Nederland 33 vermeldingen met deze naam zijn, dan is de link met de Adviesgroep Cinjee en de familienaam snel gelegd. Nu ben ik zo’n 45 jaar geleden begonnen met het uitzoeken van een stamboom van de naam Cinjee. Dat gaat terug naar 1650 in Frankrijk en daar is door een neef van mij een prachtig boek over gemaakt. Alle personen die in Nederland die naam dragen zijn familie van elkaar. Verreweg de grootste tak van deze familie woont in Delft en omstreken en heeft met de oplichtingspraktijken van deze adviesgroep niets te maken, maar ze worden er wél mee lastig gevallen. Ik heb twee hardwerkende kinderen die vijftig tot zeventig uur per week werken en die hierover worden aangesproken. Dat ervaren ze als erg vervelend. Als deze tak van de familie personen heeft opgelicht en benadeeld dan moeten zij daarvoor worden gestraft. Toch wil ik, vooropgesteld dat ik met de gedupeerden te doen heb, er iets aan toevoegen. Niet ter verdediging, maar wel iets waar ik en velen met mij zo over denken. De gedupeerden die ik aan het woord heb gezien in de uitzending moeten naar mijn mening ook de hand in eigen boezem steken. Als je een renterendement wordt beloofd van 12 tot 15 procent dan weet elke idioot dat dit niet lang goed kan gaan. Ze hadden gewoon veilig (?) bij hun eigen bank moeten blijven, maar ook hier zijn mensen ten onder gegaan aan hebzucht en inhaligheid. We hebben de afgelopen 3 a 4 jaar niet anders gezien. Niet alleen banken vallen om, maar mensen ook. Een paar mensen in de uitzending vertelden dat ze in het christendom of in christenen geen vertrouwen meer hadden (ik heb dat nooit gehad), maar zoals gelovigen ook nog wel eens willen zeggen: Tel je zegeningen, zij hadden beter hun geld kunnen tellen! Ik wens iedereen het beste.

Daan Cinjee, Delft

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12