Afbeelding

Misschien maar beter dat Delft aan de leiband komt

Algemeen

Editie: Week 19, Jaargang 23 |

De gemeentelijke Marktgarage bij de Koepoortbrug: vorig jaar gemiddeld 16 procent bezet.

DELFT - Al in de jaren 1980, toen Rijswijk nog maar net de nieuwe huizen van wijkje Vrijenban tegen de achterkant van de Brasserskade had gebouwd, wees grote buurman Delft verbolgen op de ‘oneerlijkheid’: Rijswijk plukte met onder meer ozb-inkomsten vrolijk de vruchten van die eigenlijk afgelegen buurt, en de stad kon opdraaien voor voorzieningen als scholen en een buurthuis.

Door: Henk de Kat

Rijswijk lachte de bezwaren echter weg, en ook het rijk was niet onder de indruk van de Delftse argumenten om vanwege de komst van een aanleunwijk geld over te hevelen. Nu halen burgemeester Verkerk en wethouders dat dertig jaar geleden al weggewoven ‘centrumfunctie’-pleidooi opnieuw van stal. Waarschijnlijk beseft men op het stadhuis de onhaalbaarheid van deze actie stiekem zelf ook wel. Is het alleen maar bedoeld als vertoon voor de buitenwacht, om te showen dat alles uit de kast wordt gehaald om nog een zekere zelfstandigheid zien te redden in het oplossen van de financiële puinhoop van Delft.

Maar wat dertig jaar geleden niet lukte, die oproep aan het rijk om meer geld vrij te maken voor Delft vanwege ‘profiterende’ randgemeenten, gaat waarschijnlijk nu ook niet lukken. De redenering is zwak, zeker als ook Den Hoorn (met Schipluiden en Maasland onderdeel van Midden-Delfland) erbij wordt betrokken. Want Midden-Delfland op zijn beurt vraagt juist geld van de omringende steden als Delft, Schiedam, Vlaardingen, Den Haag, Rotterdam en het Westland, voor bescherming van het voor natuur en recreatie zo waardevolle groengebied in de drukke Randstad. En die argumentatie klinkt veel overtuigender.

Ja, het dal is diep voor Delft, met een onderliggende stadsschuld van liefst 523 miljoen euro en nog een zwaar bezuinigingsprogramma voor de boeg. Het zal een hele dobber worden om in de komende jaren alleen al de nog lopende zaken te kunnen betalen. Vermoedelijk zal het er dus op uitdraaien dat Delft een ‘artikel 12-gemeente’ wordt. De stad komt dan onder curatele van rijk en toezichthouder Zuid-Holland. Die overheden zullen verlangen dat het stadsbestuur eerst bezuinigt tot op het bot, en ze zullen ook aandringen op zo hoog mogelijke belastingtarieven voor ozb, reinigingsrechten en rioolwaterafvoer.

Flink niveau
Die tarieven liggen al op flink niveau, wat OZB betreft volgend jaar zelfs op 120 procent dekkingsgraad. Er kan worden verlangd dat dit naar 150 procent gaat. Dan nog overigens is een Delfts gezin niet duurder uit dan in Gouda, dat in het verleden jarenlang een ‘artikel 12-gemeente’ is geweest vanwege grote schulden door verzakkingen in een op slappe veengrond gebouwde nieuwbouwwijk. In Delft betaalt een gezin nu 794 euro per jaar aan ozb, riool- en reinigingsrechten, terwijl dat in Gouda 919 euro is. Schipluiden en dus ook Den Hoorn spannen trouwens de kroon, met een aanslag van 924 euro per gezin.

In die vergelijking is een Delftenaar qua gemeentelijke lasten ook vandaag de dag dus nog niet eens zo bar slecht af. Maar een feit is dat de in gang gezette bezuinigingen op stadsvoorzieningen al echt merkbaar gaan worden. Buurthuizen, de Vrije Akademie, de bibliotheek, natuurorganisaties als de Papaver, de waterspeeltuin, het voorheen met subsidies gesteunde verenigingsleven en zelfs het oranjedag-comité kunnen erover meepraten. En dat heeft alles te maken met de grote stroppen van het Spoortunnel-project en de teleurstellend lopende bouw in de Harnaschpolder.

Opvallend
Opvallend is dat burgemeester en wethouders in hun vorige week gepubliceerde ‘Kadernota 2015’, een soort wegwijzer om uit het dal te komen, die stroppen vooral toeschrijven aan ‘externe factoren’. Oftewel: het is niet door bestuurlijke schuld, het komt door de economische crisis die radicaal een streep heeft gehaald door de verwachte bouwwinst op woningen en kantoren. Dat laatste is natuurlijk zo, de recessie is absoluut een belangrijke factor. Maar B en W lopen met hun ‘het ligt niet zozeer aan ons’ conclusie vooruit op een onderzoek dat de gemeenteraad nu gaat verrichten naar de oorzaken van de malaise, en bovendien op een alweer bagatelliserende wijze.

Vanaf de zijlijn zal iedereen die de Spoorzone-geschiedenis een beetje heeft gevolgd ook zonder zo’n officieel onderzoek concluderen dat het bij dit project zeker niet alleen ‘externe factoren’ zijn geweest die hebben geleid tot het huidige drama. Te grote bestuurlijke gretigheid, duidelijk ál te rooskleurige verwachtingen, en te weinig gemeentelijke kennis van zaken en gewiekstheid om voortrekker te kunnen zijn van zo’n groot project als het treintunnelplan: deze factoren hebben wel degelijk een grote rol gespeeld. En wat de Harnaschpolder betreft, is eerder al een rapport verschenen met nogal wat kritiek op de gemeentelijk handelsgeest en het beheer hier.

Misschien maar beter
Diverse rapporten van de lokale Rekenkamer bevestigen ook op andere fronten het beeld dat Delft gedurende een reeks van jaren niet bepaald een krachtig en handig bestuur heeft gehad. Het is tegen deze achtergrond misschien maar beter dat Delft een ‘artikel 12-gemeente’ wordt. Het strenge toezicht zal de gemeente calvinistisch met de feiten op de neus drukken, en geen onterecht rooskleurige politieke praat meer toestaan. Voordeel is, dat bij zo’n streng regiem het rijk wél met geld over de brug komt, als dat echt nodig blijkt. Op de duur is de stad er dus waarschijnlijk alleen maar gebaat om tijdelijk aan de leiband te komen met broekriem-beleid en scholing in politieke nuchterheid.

Te leren valt ook van de interessante opmerkingen die hoge ambtenaren uit Rotterdam en Den Haag in de ‘Kadernota 2015’ maken over de parkeersituatie in Delft. Zij wijzen op de optie van betere benuttingsmogelijkheden van de bestaande garages. Die bij de Koepoortbrug (344 plekken) stond afgelopen jaar bij voorbeeld voor gemiddeld 84 procent leeg. Bij de Zuidpoortkelder (900 plaatsen) bedroeg de leegstand 80 procent en bij de Phoenixstraat (202 auto’s) was dat 70 procent. Opgeteld: in de drie huidige P-kelders van de stad blijven per dag gemiddeld 1.150 plaatsen onbenut.

De vraag welt dan op of Delft nog zo nodig aan de Spoorsingel, tegen de flank van de treintunnel aan, een lange ondergrondse parkeergarage voor 650 auto’s moet bouwen. Die garage is in betere tijden bedacht ter vervanging van de verdwenen parkeerplekken onder het viaduct. Maar de komende drie jaar moet de stad het, nu het viaduct is afgebroken, toch al stellen zonder die plekken, en dus heel praktisch andere oplossingen zien te vinden.

Daarbij komt dat de Spoorsingel een zeer risicovolle bouwlocatie is, vanwege de hoge grondwaterstand juist hier. Bovendien zijn er onzekerheden over de effecten van het nog aanwezige ondergrondse fundament van het oude viaduct. Kortom, de bouw van deze nieuwe garage kan een technische en financiële kopzorg van jewelste worden, nog meer dan het geval was bij de bouw van de Koepoortgarage en destijds ook die van de Phoenixstraat-kelder. In het besef dat de aan de Spoorsingel geplande garagebouw geheel en al voor eigen rekening van Delft komt: moet de stad zo’n nieuw hoofdpijngeval wel willen?

Als nu toch wordt gezocht naar besparingen, dan ligt het voor de hand om qua parkeren een nadere afweging te maken, zoals dus voorgesteld door ervaringsdeskundigen uit Rotterdam en Den Haag. Afzien van Spoorsingelgarage betekent op zich al een besparing van tientallen miljoenen euro’s, plus vermijding van nieuwe risico’s, terwijl een veel betere bezetting van de drie bestaande garages bovendien een versnelde aflossing mogelijk maakt van de stadsschuld die nog tot 2040 op deze kelders gezamenlijk rust. Tel uit je winst…

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12