Afbeelding

Dubbel Delft

vaste rubrieken

Editie: Week 22, Jaargang 23 |

Voor de broertjes De Bie was het de ultieme speelplek: de Rubber-Stichting aan de Oostsingel 178. De Rubber-Stichting was een proeffabriek voor natuurrubber uit het toenmalige Indië.

Het gezin de Bie bewoonde een kleine vleugel van de proeffabriek, waar vader Henk de Bie een functie had die we nu zouden omschrijven als ‘Hoofd Algemene Dienst’. Dat kwam er op neer dat hij de receptiebalie en de schoonmaak aanstuurde, hoofd van de (grote) tuin was en ’s avonds en in het weekend als conciërge op de spullen paste. Henk had een baan die hem, vooral als het ging om de tuinen, goed paste. Geboren in Den Haag had hij zijn hele leven al een tuin gehad. En dan een échte tuin. In Loosduinen had hij een flinke lap grond waarop ook een broeikas stond en een tuinhuis annex schuur. Dat tuinhuis en Henk stonden later model voor het tuinhuis waarin zijn neef, Wim de Bie, een wat zonderling type tot leven riep: Walter de Rochebrune. De Rochebrune was in de tv-series van Kees van Kooten en Wim de Bie een voormalig mijnbouwkundig ingenieur die na de sluiting der Limburgse mijnen als kluizenaar in het tuinhuisje van zijn moeder woont en daar filosofeert. De tuin van de Rubber-Stichting liep van de Oostsingel tot aan de Sint Jorisweg. Met daarop een grote moestuin en fraaie, slingerende tuinen rond het fabrieksterrein. Als het even kon zat Henk in zijn tuin, onkruid wiedend, planten potend en scheldend op slakken, rupsen, vogels en ander ‘tuig’ dat het waagde van zijn aanplant te snoepen. De Bie had bij zijn indiensttreding de toezegging dat er een dienstwoning op het terrein zou worden gebouwd; tot die tijd woonde het gezin eerst in een bouwkeet en een woonwagen.

Uiteindelijk werd het geen dienstwoning, maar een kleine leegstaande vleugel van de fabriek. Met uitzicht op een deel van de tuinen richting Tweemolentjeskade. Op de linker foto is Henk bezig met de eeuwige strijd van de tuinman tegen het onkruid. De broertjes Willem en Johannes hadden een walhalla in en rond de fabriek: hutten bouwen, vlotje varen op het slootje naast het terrein van het Joris Gasthuis, fietsen, voetballen, cowboytje spelen, enz. enz. En later, toen een deel van de fabriek leeg stond, een eigen basketbalruimte en een ruimte - het ‘galmlokaal’ - waarin muziek werd gemaakt en feestjes werden gegeven. Met regelmatig een vader en een moeder die hun twee zonen tot de orde moesten roepen. Het woord ‘kattenkwaad’ werd daar regelmatig met hoofdletters geschreven…

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12