Afbeelding

Hoe gaat het met Hans van Beek?

sport

Editie: Week 46, Jaargang 22 |

Hans van Beek werd twee keer kampioen met Den Hoorn. “En we hebben vooral ontzettend gelachen.” (foto: Roel van Dorsten)

Hans van Beek (58) speelde twaalf seizoenen in het vlaggenschip van Den Hoorn. Tijdens het zestigjarig jubileum kreeg hij ‘de nummer tien’ in het beste Den Hoorn-elftal aller tijden toebedeeld. 

Van Beek was al vroeg gek van voetbal. “Voor school ging je voetballen, tussen de middag at je snel een boterham, zodat je tussen de middag kon voetballen. En na schooltijd kwam de bal natuurlijk ook tevoorschijn.” 

- Bleek al snel dat je het aardig kon?
“Die conclusie laat ik aan anderen over. Ik was redelijk allround met als sterke punten mijn loopvermogen en inzicht plus een behoorlijke drive. Ik debuteerde in 1975 in het eerste als voorstopper, maar al binnen drie maanden zette trainer Anton van Bommel me mid-mid. Die plek heb ik nooit meer afgegeven.”

- Met wie speelde je zoal samen?
“Ik begon tegelijk met Eric van Dijk, die over was gekomen van Schiebroek. Verder is mijn tijd bij Den Hoorn in twee periodes in te delen. De eerste was met Simon de Kok, Hans de Vreede, Paul Wolve en Henk van der Vaart. We promoveerden onder Cor van Galen naar de derde klasse. Later speelden we met onder anderen Marnix van Vondelen, Leo van Marrewijk en Peter Pothof. Onder Jan de Letter, de beste trainer die ik heb gehad, promoveerden we met deze talentvolle lichting zelfs naar de tweede klasse. Gedurende de hele periode vormde ik met keeper Bertus Holierhoek en Eric van Dijk de as van het elftal.”

- Was het een mooie tijd?
“Zeker. In die eerste periode was Simon de Kok echt de smaakmaker. Kwam je de kleedkamer in, dan was je op je hoede. Vooral Jan L. te D. was nogal eens de pineut: zo werd eens een stoeptegel in zijn tas gedaan en hebben we vreselijk gelachen toen hij zich een breuk sjouwde en in eerste instantie niks doorhad. Verder bleef Simon moppen tappen, zo nu en dan zei hij tegen de trainer dat hij er over twee weken niet zou zijn in verband met de begrafenis van zijn oma. In de tweede periode was vooral Marnix van Vondelen de gangmaker. Hij is de beste speler met wie ik heb gespeeld en is vorig jaar veel te jong overleden. Ook was het prachtig dat Eric van Dijk ambtenaar van de burgerlijke stand was tijdens mijn huwelijk met Til. Doordat hij zo goed geïnformeerd was werd het ‘en passant’ een mooie happening.”

- Ben je lang blijven voetballen?
“Ik ben op mijn dertigste gestopt. Toen kwamen er kinderen en ik zag de beleving bij mijn medespelers veranderen. In het begin gingen sfeer en fanatisme hand in hand; later miste ik bij ploeggenoten de wil om alles op zij te zetten. Mijn motivatie was niet meer optimaal en daarom ben ik, denk ik, op mijn hoogtepunt gestopt.”

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12