Afbeelding

RKDEO staat stijf onderaan, maar met de sfeer en ontwikkeling van spelers gaat het gelukkig goed

sport

Editie: Week 9, Jaargang 21 |

Harold Tjaden: “We moeten dit seizoen niet meer zo nodig op de punten letter, maar op de ontwikkeling die we willen doormaken.” (foto: Roel van Dorsten)

NOOTDORP – De kans dat RKDEO volgend seizoen weer in de Tweede Klasse uitkomt is groter dan de kans dat de Nootdorpers zich nog veilig spelen, denkt ook hun trainer Harold Tjaden.

Vorig weekend werd de uitwedstrijd tegen Magreb ‘90 afgelast. Dat vond de 43-jarige oefenmeester jammer. “Want we hadden de dinsdag ervoor met mooi combinatievoetbal van VUC gewonnen. We misten toen wat basisspelers, dus deden ook spelers van het tweede en het derde mee. Met dit combinatie-elftal wonnen we toch overtuigend met 3-0 van tweedeklasser VUC. Ik had graag met dezelfde beleving willen doorstoten naar Magreb. Met enthousiasme kun je op amateurniveau veel bereiken.”
Aan enthousiasme is bij RKDEO geen gebrek, stelt Tjaden ons gerust. En dat terwijl zijn ploeg er met vijf punten uit veertien wedstrijden beroerd voorstaat. “De teamgeest is goed bij ons. Ondanks dat we onderaan de ranglijst hangen is met de sfeer niks mis. Ik vind het ongelofelijk hoe positief de spelers blijven.”
- Dat zou, bij de gemiddelde Haagse vereniging, wel anders zijn. Daar zouden spelers na de zoveelste nederlaag elkaar de huid volschelden…
Tjaden: “Dat klopt wel. In het dorpse is de saamhorigheid groter.”
- Hoe komt het dat jullie onderaan staan?
“Omdat alle andere ploegen beter zijn. De weerstand die we treffen is net iets te groot. Dat heeft overigens wel een voordeel. Als Ajax tegen Real Madrid speelt, trekken ze zich op aan hun niveau. Wij hebben elke week het geluk dat we tegen een ploeg van een hoog niveau spelen. Je geest en lichaam passen zich daaraan aan, je handelingssnelheid gaat daardoor bijvoorbeeld omhoog. Ik zie dat m’n spelers zich daardoor goed ontwikkelen. Als we nu oefenwedstrijden tegen goede tweedeklassers spelen, dan zie je dat wij net effe beter zijn. Dat komt dus door die weerstand die we elke week ondervinden.”
Harold Tjaden is, zegt hij, niet van plan om zich nu elke wedstrijd in te graven en op een counter te gokken. “Daar hebben we het team en de supporters niet voor. We willen druk vooruit blijven zetten.” Hij heeft in de winterstop z’n doelstelling voor de tweede seizoenshelft bepaald en met de groep gedeeld. “We willen lang aan de bal blijven, scoringskansen creëren, daaruit meer doelpunten maken en voetballen vanuit een positieve spelopvatting.” Eveneens positief is het feit dat de technische staf van RKDEO regelmatig jeugdspelers mee laat doen. Twee eerstejaars A-junioren, de linksback Jerome Alderding en linksbuiten Quincy Tjaden, stonden bijvoorbeeld al eens in de basis en vielen regelmatig in.


‘HET IS EEN HEEL RAAR GEVOEL ALS JE DENKT JEZELF TE ZIEN VOETBALLEN’

- Was je trots toen je zoon Quincy op 17-jarige leeftijd debuteerde?
“Nee, eigenlijk niet. Daarvoor ben ik op zo’n moment teveel trainer. We gaan ook nooit samen naar de club en ik vertel ‘m nooit of hij speelt of niet. Dat hoort hij pas in de kleedkamer.”
- Moest je nog wel aan je eigen debuut denken, toen je 19 was en voor het eerst met VCS 1 meedeed?
“Nee, maar wat ik wel nadrukkelijk heb ervaren is dat ik – als ik naar ‘m kijk - mezelf zie voetballen. Hij maakt acties, precies zoals ik dat vroeger ook deed. Het is een heel raar gevoel als je denkt jezelf te zien voetballen. Als trainer vind ik het fijn als iemand voetbalt op de manier waarvan ik denk dat het moet. Als hij precies op het juiste moment een goede steekpass geeft, of op het juiste moment gaat lopen, dat geeft me een heel blij gevoel. Waarschijnlijk zit dat in onze genen. Toen ik vroeger met m’n broer Max in één team speelde wisten we elkaar nog met een blinddoek om te vinden. Omdat hij liep zoals ik ook zou lopen. Dat klinkt misschien wazig, maar het is echt zo.”
- Je was hiervoor vooral actief binnen het Haagse. Wat vind je bij een dorpsclub als RKDEO beter?
“Die saamhorigheid. De sfeer die we hier hebben, ondanks de vijf punten die we hebben, dat komt echt door het dorpsgevoel. We kunnen makkelijker spelers vanuit de jeugd, het tweede en het derde doorschuiven omdat de spelers sociaal al connecties hebben. Want die speler van het derde is weer de zwager van een speler van één, of de buurjongen van een andere speler. Ze kennen elkaar allemaal. Daarom is de hiërarchie niet zo nadrukkelijk aanwezig. Vorige week tegen VUC nam een speler van het tweede een vrije trap. Hij kreeg de bal aangereikt van een basisspeler van 1, omdat ze weten dat hij een goede vrije trap heeft. Hij schoot ‘m er nog in ook. Hier kan dat.”

‘IK DENK DAT RKDEO VORIG JAAR BETER NIET HAD KUNNEN PROMOVEREN’

Harold Tjaden heeft geen idee op welke positie RKDEO aan het einde van dit seizoen staat. “We hebben dan sowieso meer punten”, weet hij wel. “De kans dat we volgend seizoen Tweede Klasse spelen, is wel groter dan de kans dat we nog Eerste Klasse spelen. We hebben een behoorlijke achterstand opgelopen en er zijn geen ploegen echt slechter dan dat wij zijn. Ik denk dat RKDEO vorig seizoen beter niet had kunnen promoveren. Dat mag ik misschien niet zeggen, maar wel denken. Het is een wereld van verschil of je tegen eerste- of tweedeklassers speelt. Tegen teams als Vredenburch en Oliveo is het – met alle respect – makkelijker om spelers in te passen. Op dit moment zijn er maar enkele jeugdspelers die het niveau van de Eerste Klasse aankunnen.” (JN)

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12