Foto: Koos Bommelé
Foto: Koos Bommelé

Uitgebreid debat over fietsparkeerprobleem Delft

Algemeen

DELFT - Op donderdag 1 juni vond de oordeelsvormende vergadering van de commissie Ruimte en Verkeer over het rapport ‘Toekomstbeeld fietsparkeren Delft’ plaats. Dit rapport is voortgekomen uit het onderzoek naar fietsparkeerplekken dat de gemeente liet uitvoeren. Er is momenteel een tekort van 2000 fietsparkeerplekken in de binnenstad, en de verwachting is dat dit tekort in 2040 is toegenomen tot tussen de 4400 en 8800. In het MobiliteitsProgramma Delft 2040 (MPD) is namelijk vastgesteld dat de groei van de stad Delft zal worden opgevangen door het stimuleren van fietsgebruik. In het rapport ‘Toekomstbeeld fietsparkeren Delft’ wordt per deelgebied bepaald welke ruimte de fiets hoort in te nemen in het straatbeeld.

Door Christine Lvov

Het college van burgemeester en wethouders stelde naar aanleiding van het onderzoek naar fietsparkeerplekken een handelingsperspectief op en noemde hierin het gebied rondom de Beestenmarkt en de Kromstraat, de Burgwal en Brabantse Turfmarkt, en het Vesteplein als de meest urgente problemen, die op korte termijn aangepakt zouden moeten worden. Voor de lange termijn stelde het college voor de toestroom van fietsen naar de binnenstad te verlagen en onderzoek te doen naar waar grote fietsparkeergarages geplaatst zouden kunnen worden.

Insprekers
De heer Vermeer, een vertegenwoordiger van de Fietsersbond Delft, was tijdens de vergadering te gast als inspreker en maakte kenbaar tegen een verbod op fietsparkeren in een deel van de binnenstad te zijn. “Een heel slechte oplossing, waarmee je alleen maar duidelijk maakt dat de fietser niet meer welkom is.” De Fietsersbond stelde voor in plaats daarvan een parkeerfonds voor alle vervoermiddelen op te richten. Volgens de bond zouden parkeervoorzieningen zowel aantrekkelijk en gemakkelijk vindbaar als veilig moeten zijn. “Zorg ervoor dat alle bezoekers zich welkom blijven voelen,” waarschuwde de heer Vermeer. De heer Stikkelman, vertegenwoordiger van de Belangenvereniging Oude en Nieuwe Delf, eveneens te gast als inspreker, sprak de angst uit dat kortetermijnoplossingen ten koste zouden gaan van parkeerplekken voor auto’s op straat. De belangenvereniging zou liever zien dat er een integrale mobiliteitsvisie wordt opgesteld, voordat er maatregelen voor het fietsparkeren worden getroffen en gehandhaafd. “Er ontstaan nu allerlei ad hoc projecten met impliciete keuzes,” beklaagde de heer Stikkelman zich.

Suggesties van fracties
Veel fracties opperden hun eigen ideeën en wensen voor het aanpakken van de parkeerproblemen op de korte termijn. Zo liet STIP weten van mening te zijn dat de handhaving pas zou moeten optreden wanneer er extra voorzieningen voor fietsparkeren zijn gerealiseerd. Volgens STIP zouden fietsers recht hebben op alternatieven voor parkeren, nu het gebrek aan fietsparkeerplekken zo ‘extreem’ is. D66 sloot zich hier tot op zekere hoogte bij aan en pleitte voor een inspanningsverplichting. Ook riep D66 de wethouder op om te durven investeren.
VVD deelde de zorgen van binnenstadbewoners en de belangenvereniging over de mogelijke verschuiving van ‘blik naar blik’, of van auto’s naar fietsen, wanneer de autoluwe zone in de binnenstad wordt uitgebreid, en stelde een onderzoek naar een fietsparkeergarage onder de Markt voor.
Hart voor Delft benadrukte dat de voetganger op één zou moeten staan in Delft en pleitte voor een verbod op fietsers in de binnenstad tijdens de openingstijden van winkels, alsmede een eigen fietsdepot in Delft. Ook uitte de fractie haar kritiek op het idee om, dan wel niet tijdelijk, fietsnietjes te plaatsen langs de grachten, wat ten koste gaat van autoparkeerplekken van voor bewoners.
Onafhankelijk Delft benoemde ook dat de voetganger op de eerste plek zou moeten staan en opperde het idee om met de TU Delft samen te werken, met het oog op de vele studenten die met de fiets naar de universiteit gaan.
De SP zou fietsers liever compleet uit de binnenstad weren en gaf aan zelfs fietsparkeergarages buiten de binnenstad te willen plaatsen.
De PvdA wees erop dat het fietsprobleem zich niet alleen binnen de binnenstad voordoet. De fractie toonde begrip voor het voornemen om de knelpunten op korte termijn aan te pakken, maar maakte tevens kenbaar graag een uitgebreider plan te zien.
GroenLinks vroeg het college om de focus te leggen op communicatie en niet bang te zijn om te experimenteren met verschillende oplossingen.
Het CDA en de ChristenUnie maakten beiden duidelijk dat Delft een fietsstad is. Het CDA liet weten gehandhaafd parkeren en het OV alternatief vervoersmiddel als een deel van de oplossing te beschouwen, maar vroeg de wethouder ook om ondernemers te betrekken in de plannen, omdat zij geraakt zouden kunnen worden wanneer fietsen uit de binnenstad geweerd worden.
ChristenUnie leek het fietsparkeerprobleem niet zo ernstig in te schatten als dat het in het rapport wordt beschreven. De fractie was van mening dat fietsen best zichtbaar mogen zijn in een fietsstad. Als eventuele oplossing voor het dan wel niet ernstige fietsprobleem, noemde de fractie wel het verplaatsen van enkele voorzieningen, bijvoorbeeld de warenmarkten, naar een plek buiten de binnenstad om zo de toestroom van fietsers te beperken.
Volt liet blijken van mening te zijn dat fietsen niet beperkt zou moeten worden en opperde dat deelfietsen meer benut mogen worden.

Reactie wethouder
Wethouder Martina Huijsmans noemde het tekort aan fietsparkeerplekken een ‘fijn probleem’. De wethouder bewondert de ambitie van Delft om een aantrekkelijke fietsstad te zijn, maar erkent tegelijkertijd dat het fietsparkeerprobleem een urgent probleem is, dat de leefbaarheid van de stad onder druk zet. Ze gaf aan dat de voetganger nog altijd op één staat in Delft, maar stelde tevens dat de fiets als vervoersmiddel op één staat, zoals ook is opgenomen in het MPD 20140. Ook beloofde de wethouder bewoners en ondernemers van Delft te betrekken bij het uitwerken van plannen. De wethouder verwacht de raad na de zomer te kunnen informeren over de mobiliteitsagenda, waarin ook de stappen voor de kortetermijnoplossingen voor het fietsparkeren opgenomen zullen zijn. STIP en Volt maakte aan het eind van het debat kenbaar moties te overwegen. De volgende vergadering over het onderwerp zal plaatsvinden op 15 juni.