Auto's nemen in sommige delen van de binnenstad nog veel ruimte in.(Foto: Koos Bommelé)
Auto's nemen in sommige delen van de binnenstad nog veel ruimte in.(Foto: Koos Bommelé)

Programmatische aansturing Ruimte in de Binnenstad

Algemeen

DELFT - Het college van burgemeester en wethouders van Delft werkt aan het verbeteren van de kwaliteit van openbare ruimte in de binnenstad. Het project Ruimte in de Binnenstad moet leiden tot een inrichting van de binnenstad die gunstig is voor bewoners, ondernemers, bezoekers en toeristen. Een betere inrichting van de openbare ruimte heeft volgens het college een positief effect op de luchtkwaliteit, gezondheid, toegankelijkheid, veiligheid en leefbaarheid van Delft.

Door: Christine Lvov

De openbare ruimte in de binnenstad biedt plaats aan een verscheidenheid aan functies, zoals groen, verblijven, verplaatsen, bevoorraden en parkeren. De ruimte is echter schaars en over de invulling en indeling zullen keuzes moeten worden gemaakt. De auto neemt momenteel veel ruimte in, onder andere in de vorm van parkeerplaatsen en brede rijstroken. Dit beperkt de mogelijkheden om groen toe te voegen, klimaatadaptieve maatregelen te treffen, verblijfplaatsen te creëren, oplossingen te vinden voor fietsparkeren en de kwaliteit van de voetgangersvoorzieningen te verbeteren. 

Autoluw-plus
De verkeerstechnische uitgangspunten van het project moeten nog verder worden uitgewerkt, maar Ruimte in de Binnenstad zal, net zoals het Mobiliteitsprogramma Delft 2040, voornamelijk inzetten op ruimte voor de voetganger. Niet alleen in het winkelgebied, maar ook op routes van, naar en door de binnenstad. Een van de verkeerstechnische uitgangspunten is het invoeren van autoluw-plus in de binnenstad, wat inhoudt dat auto’s stapvoets rijden, verkeersgedrag wordt aangepast aan voetgangers en fietser, en er niet geparkeerd wordt. In een deel van de binnenstad is dit al de feitelijke situatie, en dit zal worden uitgebouwd naar het zuidwestelijke deel van de binnenstad, waar veel belangrijke loop- en fietsroutes liggen.

Programmateam
Ruimte in de Binnenstad is gedurende de afgelopen jaren via afzonderlijke projecten opgepakt. Hierdoor was het voor bewoners en ondernemers niet duidelijk hoe de uitvoering van het project zich ontwikkelde en welke partijen hierbij betrokken waren. Het college heeft besloten om het project op een meer programmatische wijze aan te sturen, en zo de integraliteit zichtbaarder te maken. Een programmateam is in het leven geroepen om de ontwikkelingen van het project goed op elkaar af te stemmen. Daarnaast belooft het college belanghebbenden beter te betrekken en completer te informeren.

Betrokkenheid
Het college beaamd dat het betrekken van belanghebbenden noodzakelijk is om tot een goede inrichting van de stad te komen. Binnen het programmateam is daarom een integraal omgevingsmanager aangewezen, die dient als actieve schakel tussen organisatie en omgeving. Naar aanleiding van de Commissievergadering van 8 december, waarin een bewoonster haar zorgen uitsprak over de schijnbaar voorgeprogrammeerde bestemming van vrijkomende parkeerzones, benadrukt het college dat bewoners kunnen meedenken over de invulling van deze ruimte. Wensen, bezwaren en argumenten van bewoners, ondernemers en andere belanghebbenden worden zorgvuldig in kaart gebracht en meegenomen in de besluitvorming van de gemeenteraad.

Tijdlijn
De integraal omgevingsmanager zal het exacte ontwerp- en participatieproces en de tijdlijn vormgeven. Voorlopig wordt het accent gelegd op de inrichting van de openbare ruimte in het zuidwestelijke deel van de binnenstad. Het college verwacht dat het inrichtingsplan na de zomer van 2023 wordt gemaakt, inclusief een uitvoeringsplanning. De periode tot aan de zomer van 2023 zal worden benut voor inventarisatie, analyse, uitwisseling en schetsen, om de haalbaarheid van het plan te kunnen garanderen.