Wat werd besproken in de kapsalon, bleef in de kapsalon

DELFT – Hans van Kan hielp als 12-jarig jochie al met 't scheren van klanten in de kapperszaak van z'n ouders. Nu, bijna zestig jaar later, vindt de 71-jarige kapper het welletjes.

Hij stopt met zijn herenkapsalon. Wat rest is een hoofd vol herinneringen. De kapsalon in een woonhuis in de Wallerstraat, bij het Agnetapark, is een klein kappersmuseum. Aan muren en in kasten staan oude kappersspullen. Rond de kappersstoel moderner materiaal. Verder zien we vergeelde foto's van vergane Delftse glorie, de oude Calvé-fabriek. Binnenkort kan Hans van Kan het in dozen stoppen. De kapperszaak werd in 1930 door zijn ouders geopend. Later nam Hans van Kan de zaak over, zijn kinderen hebben een andere weg gekozen. Tegelijk met de kapper stopt daarom ook dit familiebedrijf. "Ik vind het prima zo", zegt Van Kan. "Ik heb hier zestig jaar met veel plezier gewerkt. Nu moet ik wennen aan het idee dat ik stop." De herenkapsalon werd vroeger vooral bezocht door arbeiders van de gistfabriek en tuinders uit Sion. Veel van hen – en hun nazaten - bleven hun leven lang klant. Zij deelden al die jaren hun lief en leed in de kappersstoel. "Ze vertellen, als je ze knipt over hun hele leven, want je bent altijd één op één. Daardoor zijn ze heel openhartig. Of dat leuk is? Wat denk jij? Niet alles is altijd leuk om te horen. Soms deed ik alsof ik gek was, of dat ik iets niet hoorde. Gelukkig is hier ook altijd veel gelachen. Vroeger meer dan nu. Mensen zijn een beetje aan hun mobieltje verslingerd geraakt. Daardoor kunnen ze haast niet meer communiceren. Mijn klanten hebben daar, omdat ze wat ouder zijn, gelukkig wel minder last van." Helaas, voor iedereen die hoopt sappige verhalen van Van Kan te horen, houdt hij zijn lippen stijf op elkaar. "Je hoort en ziet een hoop, maar daarover houd ik m'n mond. Dat kan ik echt niet vertellen, joh. Dat is een stukje vertrouwelijkheid richting je klanten. Ik heb ook nooit met de ene klant over een andere klant gesproken." Wat hij ook nooit deed, is praten over geloof en politiek. "Daar krijg je altijd ruzie over." Als klanten dat wel deden, veranderde hij gauw van onderwerp. Van Kan zag de mensen in de kapsalon de afgelopen zestig jaar veranderen. Het kappersvak veranderde nauwelijks, vindt hij. "Mensen willen nu weer dezelfde kapsels als zestig jaar geleden." Hans van Kan heeft op 12 december zijn laatste knipdag. "Daarna zal ik het vooral het contact met mensen gaan missen. Want de ochtenden dat ik hier nog ben, dat is één aaneenschakeling van gesprekken…"