Afbeelding

Hilda van den Broek, een kwart eeuw leider bij Vitesse Delft, gaat nog een seizoen door

Algemeen

DELFT – Officieel wil ze het niet noemen, maar het afgelopen seizoen was voor Hilda van den Broek (56) wèl het vijfentwintigste dat ze als elftalleider haar club Vitesse Delft diende. En ze knoopt daar in elk geval nóg een seizoen aan vast, als één van de begeleiders van Vitesse Delft 2. Ze mag dan wel met enige regelmaat beweerd hebben dat 25 seizoenen een mooie mijlpaal is om een punt achter te zetten, maar als er dan weer een beroep op haar wordt gedaan gaat ze toch weer door de knieën.

Dat is bovendien nu niet zo'n wonder, want ze heeft zich net een nieuwe knie laten aanmeten. De oude was 'gewoon versleten', luidt de diagnose. "Dat is een jaar of acht geleden begonnen. Ik was, zei men, toen nog te jong om me te laten opereren. Twee jaar geleden kreeg ik te horen dat een operatie wèl kon. Ik heb nog een hele tijd gewacht met ja zeggen". Twee weken geleden is ze geopereerd. En nu is ze als leider vooral bankzitter. "Ik mag zes weken geen autorijden. Ik moet zes weken met twee krukken lopen en vier weken met één kruk". Ze hoopt bij het begin van het nieuwe seizoen weer de oude te zijn. Dat is dan dus seizoen nummertje 26. "Ik zou eigenlijk stoppen, maar dat roep ik elk jaar. Een paar weken geleden kwamen ze toch weer: de trainer vindt het leuk als je blijft. En toen heb ik weer ja gezegd. Nee, m'n man was daar niet zo blij mee". Hij, op veilige afstand af en toe soufflerend, laat zelfs het woord 'echtscheiding' vallen. Bij wijze van grap, dat mag duidelijk zijn. Want hij mag zich behoorlijk verantwoordelijk weten voor het feit dat z'n vrouw al een kwart eeuw in de weer is voor Vitesse Delft. "Ik heb tot m'n achttiende gekorfbald. Bij Fortuna. Toen kreeg ik verkering met m'n huidige man. Hij vond korfbal niks. En ik ben gestopt". Het is het seizoen 1985/1986 als haar oudste zoon bij Vitesse Delft gaat voetballen. "Dat eerste jaar heb ik nog niks gedaan, maar ik was er wèl alle wedstrijden bij. Het jaar daarop vroeg Jaap Meijer of ik leider wilde worden. Ja, voor de lagere elftallen konden ze natuurlijk nooit iemand vinden". Ook toen haar zoon met voetballen stopte bleef ze leider. Bij de jeugd. "Later ben ik naar de senioren gegaan. Ik was de jeugd even zat. Ik wilde het wat makkelijker hebben. Maar dat viel bij de senioren ook wel tegen". 

-Was je de grote bekken van de jeugd zat?
"Nou, het was vooral dat de animo bij de jeugd minder werd. Voetbal was niet meer zo belangrijk. Dan belde je ouders. vroeg ik: Mag ik uw zoon even? En dan kreeg je te horen: Ik weet niet waar hij zit. Ze hadden niet alles meer voor het voetbal over. En de jeugd werd natuurlijk ook brutaler, ja". Een voordeel van haar switch naar de senioren was wel dat ze veel van die grote(re) mannen als jeugdspelers onder haar hoede had gehad. "De meesten kende ik wel. Die wisten ook precies wat ze aan me hadden. En hoe ze me konden inpakken". 

-Hoe ging dat dan?
"Dan hadden ze, bijvoorbeeld, geen sokken of zo. Kwamen ze bij mij. Een andere leider zei dan: Die heb ik nou niet. Bij mij lukte het dan wel. Ik was als een soort moeder voor ze. Ik beschouwde ze gewoon als m'n eigen jongens. Natuurlijk konden ze ook wel 's lelijk doen, maar dat was dan tijdens de wedstrijd. Na afloop was het over". 

Bij de senioren was ze één seizoen leider bij het vierde, "een soort vriendenelftal", vijf jaar bij het derde en afgelopen seizoen voor het eerst bij het tweede. "Bij trainer Ronald Hes, ja. Het tweede speelt op een behoorlijk niveau. We waren bijna naar de Reserve Hoofdklas gepromoveerd. Tegen Voorschoten '97/2 ging het mis. Wel jammer". 

-Was je daar ziek van?
"Nou, nee, niet echt. Maar ik had het ze wèl gegund. Ze hebben toch redelijk gepresteerd".
Ze maakt deel uit van een heel peloton begeleiders bij het tweede: "Marcel Kok, John Bartels, Anton Coral, verzorger Wout Middeldorp, grensrechter Stef van der Horst en ikzelf dan". 

-Ben je als vrouw wel geaccepteerd in die boze mannenwereld?
"Voor honderd procent. Nieuwelingen kijken eerst wel even de kat uit de boom, maar dan accepteren ze je wel. Ik heb altijd gezegd: ik ben er niet voor de technische zaken. Ik heb er ook geen ballen verstand van. Nou ja, een klein beetje dan. Dat was toen ik bij de A1 leider was wel anders. Ronald Vermeulen was de trainer, die vroeg dan wel naar je mening. Daar deed hij dan wat mee. Of niet". 

-Wat is er nou zo leuk aan dat leider zijn?
"De zorg die je eraan hebt. De gezelligheid met die gasten. je wordt gewaardeerd. En het houdt je jong". 

-Is je man nooit jaloers?
"Nee, helemaal niet. Vroeger gingen we met de jeugd een week op kamp, mocht ik ook altijd mee. Dit jaar hebben ze me dat ook weer gevraagd, maar dat doe ik niet meer". 

-Dat het eerste is gedegradeerd, baal je daarvan?
"Nee. Aan de ene kant vind ik het wel jammer natuurlijk, maar volgens mij was de Hoofdklas te hoog gegrepen voor ze. We hadden niet genoeg goeie spelers om ons op dat niveau te handhaven. Er gaan nu een hoop spelers van het tweede naar het eerste. Dat is logisch. Maar dat maakt het tweede wel tot een lastig elftal. Als het met het eerste niet goed gaat, wordt er uit het tweede geplukt. Dat we met het tweede tóch tweede zijn geworden, is dus best wel een goeie prestatie". 

-Heb je het korfbal nooit gemist?
"Nee. M'n jongste zoon heeft op korfbal gezeten, maar nee, ik had niet meer dat gevoel van die grote familie die Fortuna wel is. Vitesse Delft vind ik eigenlijk een hele grote familie, al wordt het wel wat minder. Toen ik bij de jeugd zat, kende ik iedereen. Bij de senioren is dat wel minder. Maar bij Vitesse Delft heb ik een band opgebouwd, dat krijg ik niet bij een andere vereniging".

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12