Afbeelding

Winkelend publiek in de Hoven Passage babbelt er op los voor Man Bijt Hond

Algemeen

Editie: Week 38, Jaargang 20 |

Irma van Rutten vertelt voor de camera van Man Bijt Hond wanneer ze de clown uithing.

DELFT – Het tv-programma Man Bijt Hond was afgelopen week vijf dagen lang in de Hoven Passage te vinden. Het winkelend publiek mocht hier voor de camera antwoord geven op vragen als ‘Wat wilt u nooit meer in bed aantreffen?’ en  ‘Wanneer hing u de clown uit?’.

Als we dinsdagmiddag komen kijken is Suzanne Gommers, die dagelijks de Babbelbox produceert, al druk met het aanschieten van mensen. “Het gaat tot nu toe hartstikke leuk”, vertelt ze. “De mensen hier zijn enthousiast. Sommigen kwamen zelfs, naar aanleiding van de advertentie in jullie krant, naar ons toe.” Het valt niet mee om het winkelend publiek te overtuigen om voor de camera te gaan staan. “Maar als ze eenmaal mee hebben gedaan vinden ze ’t leuk”, weet ze uit ervaring. Ze zag al vele winkelcentra. “In alle centra binnen een uur rijden van Hilversum ben ik inmiddels wel geweest.”
De Babbelbox is een één minuut durend item in het populaire NCRV-programma Man Bijt Hond. Dagelijks reageren zes personen op één vraag. Om dit te realiseren zijn Suzanne Gommers en een stagiair dagelijks twee-en-een-half uur op zoek naar lieden die voor de camera willen. Dat ze dat afgelopen week in Delft deden is volgens Suzanne ‘puur toeval’. Ze zochten een overdekt winkelcentrum en toen kwamen ze bij de Hoven Passage terecht. “We zochten daarna contact met de winkeliersvereniging.” Die vond het goed dat ze kwamen filmen. De mensen zijn hier niet anders dan in andere winkelcentra, merkt ze op. “Het zijn goede gesprekspartners.” Niet iedereen die wordt gefilmd komt op tv. “Want we willen alleen de leukste verhalen. Veel mensen denken ook dat mensen zelf de camera bedienen, maar we nemen alles op en zorgen dat het netjes blijft. De verhalen zijn echt, maar er komt wel wat meer bij kijken dan veel mensen denken.”

‘KIJK, DAT ZIJN WEL VAN DIE GRAPJES DIE LEUK ZIJN’
Dat blijkt als we Suzanne en de stagiair aan het werk zien. De twee kijken rond, spreken voorbijgangers aan, maar slechts een enkeling wimpelt hun verzoek niet meteen af. Na een kwartiertje is het raak. Twee dames die in de Torenhoven werken zijn wel geïnteresseerd. “Hebben jullie wel eens iets geks gedaan?”, vraagt Suzanne. “We doen niet anders”, antwoordt de één. De twee vertellen over hun kantoorgrappen. “Kijk, dat zijn wel van die grapjes die leuk zijn”, vindt Suzanne. Eén van de twee, Edith von Berg uit Nootdorp, vertelt hoe bij haar op de afdeling eens de mouwen van een leidinggevende – vlak voordat hij een overleg had - waren dichtgenaaid. “Die is leuk!”, vindt Suzanne. “Willen jullie die doen? Eén iemand hoeft het maar te doen en het is kort en krachtig. Als het niet lukt doen we het gewoon nog een keer.” Bij Edith slaat de twijfel toe. Zij was namelijk niet degene die de mouw had dichtgenaaid en ze wil nu niet op tv met de ‘eer’ gaan strijken. Ze besluiten het iets algemener te vertellen en de twee collega’s gaan voor de camera staan. “Ga hier maar staan. Ik stel de vraag en dan mag je beginnen. Niet te nerveus, gewoon ontspannen”, geeft de producent van Man Bijt Hond nog mee, terwijl ze haar koptelefoon opdoet. Edith begint en vertelt hoe ze ‘lang geleden’ die mouw dichtnaaiden. “Toen is hij als een pinguïn naar het overleg gegaan”, eindigt ze. Suzanne is nog niet helemaal tevreden. “Vertel het alsof je in de kroeg een verhaal zit te vertellen.” Ze doet nog een poging. Die is beter.

‘JE WORDT OPEENS OVERVALLEN EN DAN STA JE ER INEENS’
Dan is haar collega Annemarie Langeveld aan de beurt. Annemarie vertelt hoe bij haar op de werkvloer een stempelkussen op de telefoon van een collega werd geplakt. Suzanne is wel tevreden,maar wil het iets korter. De volgende poging mislukt doordat weer een andere collega van de twee tijdens de opnames vrolijk naar Annemarie zwaait, waardoor ze is afgeleid. Ook haar derde relaas is niet zoals Suzanne het wil. De vierde keer is goed, maar moet weer iets korter. “Nog één keer, je hebt ‘m bijna!” De vijfde poging is inderdaad goed. De dames vervolgen hun weg. Ze vonden het, reageren ze, ‘wel grappig’ om te doen. “Ik zie het altijd op tv, maar dan heb je er geen idee van dat het een paar keer wordt opgenomen”, zegt Annemarie Langeveld, die in Delfgauw woont. “We hebben al zoveel geintjes uitgehaald, maar ik kon alleen die van het stempelkussen verzinnen. Heel stom.” Edith von Berg vond het ‘slecht’ gaan. “Je wordt opeens overvallen en dan sta je er ineens. Het is makkelijker om een typetje te spelen.”
De Delftse Irma van Rutten is de volgende die voor de camera mag staan. Haar woorden staan al snel goed op beeld. “Ik vond het zelf ook wel goed gaan”, reageert Irma. “Ik vertelde over die keer dat ik op een brancard ben gaan liggen. Toen hebben we daar een foto van gemaakt en die naar m’n man gestuurd.” Lachend: “Die schrok zich rot, maar wij lagen in een deuk.” Ze vond het niet eng om dat voor een camera te vertellen. “Het viel me mee. Ik hoop dat het op tv komt.” (JN)

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12