Afbeelding

Ricky van den Bergh mist het betaald voetbal geen moment

Algemeen

Editie: Week 5, Jaargang 22 |

Aanvoerder Ricky van den Bergh weet weer waarom hij ooit begon met voetballen: voor het plezier. (foto: Roel van Dorsten)

 

DELFT – De winterstop heeft DHC goed gedaan. Na een matige eerste seizoenshelft werden in 2014 beide wedstrijden gewonnen en dat smaakt voor nieuwkomer Ricky van den Bergh naar meer.

De komst van de 33-jarige middenvelder naar de Brasserskade deed aan het begin van het seizoen heel wat wenkbrauwen fronsen. Van den Bergh was niet de enige oud-prof die werd aangetrokken, want ook Erwin Friebel en Jordy Brouwer kwamen de gelederen versterken. “Ik ben hier terechtgekomen doordat het zoontje van een kameraad van me hier voetbalt. Hij vroeg of ik een keer training wilde geven en dat zag ik wel zitten. Uiteindelijk is me gevraagd om hier te komen voetballen en ook dat zag ik zitten. Trainer Rob de Lange ken ik al bijna heel mijn leven: ik heb ook bij RVC onder hem getraind. Verder woon ik op twee minuten rijden van het sportpark: het is wel heel lekker om niet te ver te hoeven reizen.”
De seizoensstart verliep voor Van den Bergh teleurstellend. “Ik begon met een blessure en dat is natuurlijk ontzettend balen. Daarbij kreeg het elftal dat speelde in de eerste vijf wedstrijden ook heel wat tegenslagen te verwerken. Gelukkig hebben we het daarna weer aardig opgepikt.”

‘IK MOET VOOR HET EERST SINDS TWAALF JAAR MIJN EIGEN TRAININGSKLOFFIE WASSEN’
Erg veel moeite met de aanpassing aan het niveau in de hoofdklasse heeft Van den Bergh niet gehad. “Zoveel verschil met het niveau van Spakenburg, waarbij ik in de zaterdagtopklasse speelde, is er niet denk ik. Organisatorisch is het daar bvo-waardig en hier is het relaxter: ik moet voor het eerst sinds twaalf jaar mijn eigen trainingskloffie wassen. Het bevalt me hier hartstikke goed; we hebben een leuke groep en een leuke staf. Daarbij is het trainen van de D’tjes ook ontzettend leuk. We hebben even een dip gekend, maar daar hebben we een dikke streep onder gezet.”
Van den Bergh speelde bij Sparta, RKC Waalwijk, Heracles en ADO Den Haag. Hij mist het profvoetbal geen moment. “Natuurlijk is het hartstikke leuk om elke dag te kunnen voetballen, maar op het walgelijke wereldje eromheen ben ik helemaal afgeknapt. Nu speel ik het voetbal weer waarom ik er ooit aan begon: lekker op het veld staan en plezier maken.”

‘IK DENK DAT WE ZEKER BIJ DE EERSTE VIER MOETEN KUNNEN EINDIGEN’
Nu DHC de stijgende lijn te pakken heeft, denkt Van den Bergh dat er dit seizoen nog wel wat te halen valt aan de Brasserskade. “Voetballend zit het goed en we krijgen alle ploegen die boven ons staan nog een keer. Wat dat aangaat is de wedstrijd van aanstaande zondag tegen Westlandia, in mijn ogen één van de titelkandidaten, een goede test om te kijken waar we staan. Ik denk dat wijzelf zeker bij de eerste vier moeten kunnen eindigen.”
Mocht het tot een promotie komen, dan ziet Van den Bergh het niet automatisch als een verbetering. “Natuurlijk streef je dat op sportief vlak altijd na, maar die zondagtopklasse lijkt mij weinig aan. Op zaterdag is het leuk, omdat je daar veel derby’s speelt, maar wie loopt er nu warm om aan de andere kant van het land tegen totaal onbekende clubs te spelen. Je komt het liefst regioclubs tegen: als je bij ons langs de lijn kijkt bij de wedstrijd tegen Quick is dat een wereld van verschil bij de wedstrijd tegen Hollandia. Daarbij kosten die busreizen klauwen met geld en dat in een tijd waarbij de clubs al moeite zat hebben om hun hoofd boven water te houden. Maar dat neemt natuurlijk niet weg dat we ons best gaan doen om zo hoog mogelijk te eindigen.” (AdW)

 

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12