Afbeelding

Wethouder De Prez weet zeker dat zorg met minder geld beter kan worden georganiseerd

Algemeen

Editie: Week 10, Jaargang 22 |

DELFT – Het Rijk draagt veel zorgtaken vanaf 1 januari 2015 over naar gemeentes. Raimond de Prez, wethouder Zorg en Welzijn, is niet bang dat dit een fiasco wordt. Integendeel. Hij benadrukt dat zorg juist beter èn goedkoper zal worden.


Velen vrezen de ‘komst’ van de participatiemaatschappij. Ze zijn bang dat zorg erop achteruit gaat, er straks te veel aan te weinig mantelzorgers wordt gevraagd en zorgbehoevenden aan hun lot worden overgelaten. Wethouder De Prez ziet het anders.
“We zijn al sinds 2011 druk doende ons voor te bereiden op onze nieuwe zorgtaken”, begint hij. In andere gemeenten staan zorgpartijen en gemeenten soms lijnrecht tegenover elkaar. “Maar wij zien dit juist als een gemeenschappelijke nieuwe taak.” In die taak werkt Delft goed samen met zorgpartijen. “We denken dat zorg anders, beter, eenvoudiger en praktischer kan. Nu zijn er veel instanties en overheadkosten. Zorg kan veel dichter bij de mensen komen. Daarin is het niet zo dat wij als gemeente zorg leveren; wij zorgen ervoor dat zorg wordt geleverd.”
De veranderingen zijn echter niet mis. De Gemeente Delft heeft daarom gekozen voor ‘een zachte landing’. De komende drie jaar wordt door de Gemeente Delft en zorgorganisaties tien miljoen euro uitgetrokken om de overgang soepel en vlekkeloos te laten verloren. Daarbij komt dat de afgelopen jaren al voorbereidingen zijn getroffen. Zo hebben partijen als de Gemeente Delft, zorgverzekeraar DSW, Pieter van Foreest, Careyn, Ipse de Bruggen en GGZ zich sinds twee jaar verenigd in het Sociaal Platform Delft. “We kennen elkaar goed, zien het platform als één geheel en werken vanuit één visie.” Volgens De Prez hebben die partijen zich samen prima voorbereid op de komst van de participatiemaatschappij.
-U ziet de overdracht van zorgtaken van rijk naar gemeentes dus vol vertrouwen tegemoet?
De Prez: “Het is een ingewikkelde opgave en er moeten dit jaar nog een aantal moeilijke besluiten worden genomen, maar wat de voorbereiding betreft denk ik dat we ons werk goed hebben gedaan.”
-Aan wat voor moeilijke besluiten moeten we denken?
“Besluiten over huishoudelijke hulp en vervoer, bijvoorbeeld. We moeten kijken of we een manier kunnen organiseren om met minder geld toch een goed product te leveren. Dan kun je in deze gevallen denken aan dienstencheques of een lokale vervoersdienst. Als Delftenaren langer zelfstandig blijven wonen, dan is daar ondersteuning voor nodig. Dat kan van alles zijn. We kijken met een betrokken blik naar het probleem dat mensen hebben, om vervolgens concrete hulp te bieden. Het kan ècht eenvoudiger en beter. Het is eigenlijk ongelofelijk hoe ingewikkeld het jarenlang is geweest. En ik vind het moeilijk te geloven dat veel partijen daar aan willen vasthouden. Het gebeurt nu soms dat in één huishouden 25 verschillende hulpinstanties over de vloer komen. Als er veel problemen zijn, komt in de toekomst één iemand bij je thuis die helpt alle problemen op te lossen. We moeten naar een situatie waarin samen de zorg wordt georganiseerd die echt nodig is. Ouderen wonen in verzorgingshuizen in kamertjes van 12 vierkante meter. Willen we daar aan vasthouden? De meeste zorg kan thuis worden geleverd. Natuurlijk kunnen er situaties zijn waarin thuis wonen niet meer kan, dan moeten daar voorzieningen voor zijn. Die zijn er nu niet, maar die moeten er wèl komen. Verzorgingshuizen horen daarbij, maar dan wel verzorgingshuizen nieuwe stijl.”
-Alle veranderingen zijn volgens u dus juist positief?
“Ja. Het overheidsbeleid wordt niet alleen veranderd omdat het kabinet moet bezuinigen; het gaat er juist om dat we samen de zorg gaan organiseren die nodig is. We zouden natuurlijk liever minder hoeven te bezuinigen, maar ik ben er van overtuigd dat het ook met minder geld beter zal gaan dan dat het nu gaat.”
-Gaat zorg de Gemeente Delft uiteindelijk meer geld kosten?
“We hebben afgesproken dat we het doen met het geld dat we van het rijk krijgen. Daar gaat niks vanaf voor andere doeleinden en er komt niks bij. Het blijft zorggeld. Voor bestaande en nieuwe zorgtaken van de Gemeente Delft gaat het om een budget van ruim 140 miljoen euro per jaar; dat is ongeveer de helft van de gehele gemeentelijke begroting. Een deel van 50 miljoen euro gaat naar het verstrekken van bijstandsuitkeringen.”
-Wat zijn voor Delftenaren volgend jaar de voornaamste veranderingen?
“Dat ze met minder partijen te maken gaan krijgen. Voor één gezin komt één plan, want we kijken naar het geheel. We kijken ook naar wat mensen wel zelf kunnen, en wat kan hun omgeving of familie?”
-Sommigen vrezen dat mantelzorgers te veel taken krijgen. Anderen zijn bang dat ze, omdat ze geen mantelzorgers hebben, aan hun lot worden overgelaten.
“Mantelzorg is nooit verplicht. De Gemeente zal bovendien nooit zeggen: Zoek het maar uit. Maar we vragen wel: wat zou de omgeving kunnen doen? Het helpt als vertrouwde mensen de zorg verlenen. We zullen die mantelzorgers ook ondersteunen. Als de omgeving niet tot mantelzorg bereid is, dan leveren wij de zorg die nodig is. Punt.”

 

Vaarwel verzorgingsstaat, welkom participatiemaatschappij
‘Delft staat voor een keerpunt’, staat in de sociale visie Delft 2014 – 2018. Daar is geen woord aan overdreven Vanaf 1 januari 2015 draagt het rijk meerdere zorgtaken over aan gemeentes. De WWB, de participatiewet, de nieuwe WMO en de Jeugdwet worden begin volgend jaar ingevoerd. Inwoners en organisaties moeten op het gebied van zorg en ondersteuning meer zelf gaan oplossen en meer voor elkaar gaan beteken, met de Gemeente Delft als regisseur. Meer informatie is te vinden op www.delft.nl/keerpunt.

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12