Wiesje Gort-Droog: zondag 29 maart

Algemeen

Gemengde gevoelens, die bekruipen mij steevast als ik van alles en nog wat over onze burgemeester lees en hoor. Nou moet ik tegelijk ondeugend bekennen dat ik al blij ben áls mij iets bekruipt, het is zonde dat ik het zeg. Dat neemt niet weg dat dat bij de burgemeester toch anders is.

Overigens vraag ik mij in mijn verregaande dommigheid toch oprecht af waarom het burgemeester is en burgervader. Het scheelt maar een r, dus waar maak je je druk om, zou u kunnen zeggen. Maar neem dan eens de winterschilder. Die knapt je huis voor een vriendenprijsje op zo lang de r in de maand zit. Ik bedoel maar. 

Waar het mij om gaat, is dat er zo veel mensen zijn die onze burgemeester zo nièt hoog hebben zitten dat hij wat hen betreft niet langer mag blijven zitten. Ze zien hem niet, ze horen hem niet, hij is geen leider van het Stadsbestuur, hij is meer een reisleider, zó vaak is hij op stap, en hij barst van de bijbaantjes. Dat schijnen er zó veel te zijn dat die baan van burgemeester automatisch óók een bijbaan is. 

Aanvankelijk dacht ik, wéér in mijn stuitende dommigheid: Bijbaantjes? Bijbaantjes? Hij is toch geen imker geworden? Dat komt ook omdat ik net had gelezen dat het vak van imker zo aan het uitsterven is. Er zijn nog maar weinig mensen die zich de honing te rijk voelen en voor wie goeie raat duur is. Het blijkt zelfs niet te helpen dat ze beloningen toezeggen voor wie zich vrijwillig door die zoemende, maar vooral bezige bijtjes wil laten prikken. Steekpenningen noemen ze dat, ja. 

Onze burgemeester moest zich echter verdedigen, van de week, omdat een paar mensen er schande van spreken dat hij zo veel nevenfuncties heeft. Ik moet helaas zeggen dat ik het verweer van de burgemeester niet bepaald briljant vond. Hij zei dat hij wel degelijk met de stad bezig is en met de burgers van deze stad. Dat hij toch maar mooi bij 60-jarige huwelijken opdraaft en ook als iemand 100 jaar is geworden. En dat deed zijn voorganger toevallig niet. Dát vond ik nou zwak. 

Natúúrlijk deed die voorganger dat niet. Die keek wel uit. Want toen waren die stellen nog geen 60 jaar getrouwd en vierden de feestvarkens nog niet hun honderdste verjaardag. Dan staat het redelijk suf als je met je ketting om en een bos bloemen in je hand op de stoep staat. Dat neemt niet weg dat ik vind dat ze die burgemeester een beetje met rust moeten laten. Al heb ik niet bepaald de indruk dat hij er erg onder gebukt gaat. Sterker nog: volgens mij vindt hij het eigenlijk wel prachtig. Het gaat hem, vermoed ik, meer om het spel dan om de jaknikkers.

Wiesje Gort-Droog

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12