Afbeelding

Wiebe was dichtbij de dood, maar werd gered door een overleden leeftijdsgenoot

Algemeen

Editie: Week 38, Jaargang 22 |

Anne Bos en haar zoon Wiebe zijn nog altijd dankbaar voor de donorlever die Wiebes leven redden toen hij pas vijf jaar oud was.

DELFT – Het had weinig gescheeld of de Delftse Wiebe was al op 5-jarige leeftijd overleden. Zijn laatste uur had al geslagen, totdat een ander kind overleed. Wiebe kreeg nog net op tijd de lever van zijn leeftijdsgenoot.

Zijn moeder Anne Bos is daarom nog altijd meer dan dankbaar dat het lot haar gezin zo goed gezind was. Vele anderen die hoopten op een donororgaan waren minder fortuinlijk. Dus doet ze haar best om zoveel mogelijk Nederlanders over de streep te trekken. Ze is bijvoorbeeld één van de initiatiefnemers van de Donorweek in Delft, van 11 tot 17 oktober bij Lijm & Cultuur. “Veertig procent van de Delftenaren heeft zich geregistreerd en aangegeven of ze wel of niet hun organen willen doneren”, weet ze. Dat percentage ligt net iets onder het landelijk gemiddelde van 41,9 procent. “Het is daarom m’n streven om in Delft 1529 nieuwe registraties te krijgen.”

Niet in de haak
Anne Bos en haar man zijn al vanaf hun achttiende geregistreerd als orgaandonor. Op latere leeftijd kregen ze met het belang hiervan te maken. Hun zoon Wiebe was vijf jaar oud en ze merkten dat iets niet in de haak was. Hij ging slaapwandelen, viel in slaap in de klas en eten dat hij anders juist lekker vond, lustte hij niet meer. Artsen kwamen erachter dat de medicijnen die Wiebe slikte voor epilepsie voor acuut leverfalen zorgden. Wiebe werd zieker en zieker. In het ziekenhuis in Groningen hoorden zijn ouders dat Wiebe nog ongeveer 48 uur te leven had. Of er moest een donorlever vrij komen. “Dan gaat de klok tikken”, weet Anne Bos nog. “Er overleed iemand van in de zeventig met veertig kilo overgewicht.” Het leek artsen geen goed idee zijn lever bij Wiebe in te brengen. “Maar na 48 uur was er nog geen alternatief. Wiebe werd steeds zieker. Er ontstond een rare situatie. We kregen een fotocamera en mochten nog wat foto’s met elkaar maken.” Vijftig uur na het slechte nieuws kwam er goed nieuws. Althans… “Een kindje met ongeveer dezelfde leeftijd uit Duitsland was net overleden en z’n ouders hadden besloten z’n organen te doneren. Heel verdrietig, maar hiermee kon Wiebe’s leven worden gered.” Wat volgde was een twaalf uur durende operatie. Twee weken later reed Wiebe op een traptractor door het ziekenhuis.


Wiebe kan zich van alle commotie nog weinig herinneren. “Ja, wat vlagen. Bijvoorbeeld dat ik in de ambulance lag. En dat m’n moeder huilend aan m’n bed zat”, zegt de inmiddels 13-jarige Delftenaar. Zijn moeder weet het nog als de dag van gisteren. “Als ouder zijnde is zoiets heel heftig. De kans dat het mis zou gaan was natuurlijk groot.”
Dus slooft ze zich uit om die kans voor anderen te vergroten. “Ik geef namens de Nederlandse Transplantatie Stichting voorlichting op scholen. Je mag je vanaf je twaalfde registreren, ik vind dat iedereen juiste informatie moet hebben om die keuze te kunnen maken. Opmerkelijk is dat 70 procent van de Nederlanders positief tegenover transplantatie staat, maar slechts 41,9 procent zich heeft geregistreerd.” Ze kan iedereen aanraden donor te worden. “Als je in zo’n situatie zelf een orgaan zou willen krijgen, moet je erover nadenken of je een ander ook iets wil geven.”


Wiebe merkt niks van z’n donorlever, al moet hij  wel afstotingsmedicijnen slikken. Hij heeft er verder een flink litteken aan overgehouden. “Maar ik kan gewoon hockeyen, gitaarspelen, zingen en ik kan naar school. Ik heb me na de transplantatie niet meer ziek gevoeld. Soms denk ik weleens: wat gek eigenlijk dat m’n lever eerst van iemand anders was…”

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12