Leo Massar traint al ruim 30 jaar keepers en hij gaat nog wel even door

Algemeen

Leo Massar legt het nog één keer uit aan de DHL-doellieden John Gillemans (links), Wilmar Harmes (met de handen in de zij, en inderdaad, de broer van de bekende turnster) en Wesley Winkel. (foto: Roel van Dorsten)

DELFT – Leo Massar was 21 toen hij begon met het trainen van (jeugd)keepers. Hij doet dat nog steeds, ten bate van DHL en RKDEO. En aan stoppen denkt hij nog lang niet.

Massar (54) traint bij DHL de drie selectiekeepers en een paar jeugdkeepers, want zó groot is de jeugdafdeling daar nou ook weer niet. Bij RKDEO traint hij de jeugdkeepers, van de E- tot en met de A-junioren. Met dat getrain is hij drie avonden in de week zoet. En in de weekends ziet hij z'n DHL-keepers aan het werk en op zaterdag toch al gauw drie of vier jeugdkeepers bij RKDEO. 

Hij is intussen al 44 jaar lid van DHL, waar z'n zoon Patrick in het eerste voetbalt. Aan 's ergens anders kijken, heeft hij nooit gedacht. "Ik heb het hier altijd naar m'n zin gehad". Hij doorliep bij DHL alle jeugdselecties, verdedigde acht seizoenen het doel van het eerste en schopte het ook nog tot het Delfts Elftal. "Ik was van de generatie Hans Galjé en Hans Suiker". Massar was zelf een meevoetballende keeper. En hij was voor een keeper niet bepaald groot. "Ik ben nu 1 meter 78". Wie niet groot is, moet slim zijn. "Daarom keepte ik nogal ver van de goal af. Ik was, als keeper, een avonturier". Toch kun je er als keeper last van hebben dat je redelijk klein van stuk bent. "Dan moet je dat dus compenseren. Met je sprongkracht. Ik zag op de trainingen dus heel vaak hekjes waar je overheen moest springen, om je sprongkracht te vergroten. Ja, ik kon wel hoog springen. Dat is nogal 's een gebrek bij lange keepers. Die vergeten vaak te springen". 

-Was jij een goeie keeper?
"Ja. Waarom? Ik hield veel ballen tegen. Ik won nog wel 's een wedstrijd voor DHL. Dat is de kwaliteit van een goeie keeper: dat als z'n elftal het moeilijk heeft de keeper stand houdt. Als een keeper mee zakt met het team gaan er veel ballen in".
Massar stopte met keepen toen hij naar Zoetermeer verhuisde. In z'n nieuwe huis viel nogal wat te klussen en dan ook nog 's twee keer in de week trainen, dat was wat te veel van het goede. "En het zoveelste wiel aan de wagen zijn, dat vond ik niks". Hij zocht z'n sportieve heil bij de veteranen. Tot z'n genoegen. En tot de wedstrijd DHL 9-DVC 5. "Toen kreeg ik tien doelpunten tegen. Zei één van m'n gewaardeerde medespelers, hij kende mijn achtergrond niet: Kan jij wel keepen? Toen dacht ik: Nou is het genoeg, ik moet wat anders gaan doen. Later ben ik nog wel in de veteranencompetitie van DHL gaan spelen. Daar ben ik een jaar of vier geleden mee gestopt". 

Dat hij keeperstrainer is geworden, daarvan geeft hij vooral Jan van de Akker de schuld. "Hij was destijds mijn trainer bij DHL. Hij was een begrip in de regio, ik heb nooit een betere trainer gehad. Hij trainde ook de keepers goed. Hij maakte mij enthousiast. Van hem leerde je zó veel". Massar volgde de Frans Hoekcursussen. Hij ondergaat twee keer per jaar een heuse bijscholing. Maar om nou te zeggen dat hij een blinde volgeling is van Frans Hoek, nee. "Hij vormt je in veel keeperszaken, dat wel. Maar ik ben niet zo'n voorstander van hoe hij dat allemaal doet. Maar je leert van iedere trainer wel iets. En daar geef je je eigen interpretatie aan". Hij noemt de namen van keepers als Edwin Zoetenbier en Maarten Stekelenburg. "Die komen echt uit de Frans Hoekschool. Dat kan je ook zien. Dat zijn keepers, die staan altijd tegen hun achterhoede te schreeuwen als er iets misgaat". 

Keepers trainen, Massar weet uit ervaring dat zich daar in de loop der jaren nogal wat veranderingen hebben voltrokken. En dan niet alleen als het gaat om het belang dat er inmiddels aan wordt gehecht. "Neem maar de oefenstof. In de loop der jaren verzamel je natuurlijk een hoop oefenstof. En je hebt je eigen ervaringen. Die oefenstof is nu veel meer wedstrijdgericht dan vroeger. Vroeger was individuele training heel belangrijk. Training op techniek is nog steeds belangrijk. Bij RKDEO train ik de jeugdkeepers veel op techniek. Dat is de basis. Is je techniek goed, dan heb je als keeper al voor 60 procent de problemen opgelost. Maar ook bij de jeugd train je al wedstrijdgericht".

'ÉÉN SPEELT ER DUS NIET'
Het is belangrijk dat de keeperstrainer z'n keepers ook in wedstrijden bekijkt. "Ik pas m'n trainingen aan aan wat ik op zondag bij het eerste en tweede van DHL zie. Hoofdtrainer Wim van Zinnen, Paul Koekenberg en ik hebben elke maandagavond telefonisch contact over de invulling van de training op dinsdag. Ik weet dan of ik de keepers de hele training tot m'n beschikking heb of dat ze ook een deel met de groep meedoen. We hebben bij DHL drie keepers voor de eerste twee elftallen. Eén speelt er dus niet. Die moet dan op de training extra aandacht hebben". 

Dat keepers ook met de groep meetrainen, is prima, vindt Massar. Maar hij heeft er wel een kanttekening bij. "Heb je, bijvoorbeeld, oefeningen met afwerken op doel, dan zie je vaak dat ze vanaf de zestien meter beginnen, maar dat ze binnen de kortste keren vanaf vijf meter op de keeper lopen te knallen. Keepers hebben daar een verschrikkelijke hekel aan. Op dat punt is nog wel wat te winnen". 

-Hoe kun je aan een keeper zien dat jij hem traint?
"Bij mij moet de basis zijn dat hij een meespelende keeper is. Een keeper moet vanaf de vijfmeterlijn kunnen verdedigen, om zo de lange ballen eruit te halen". 

-Zie je veel goeie keepers?
"Bij RKDEO hebben ze, vind ik, aardig wat goeie jeugdkeepers. Al is het natuurlijk wel de vraag of ze blijven keepen en of ze het kunnen opbrengen hogerop te komen".
-En DHL-keeper John Gillemans, is hij een goeie keeper?
"Gillemans kan goed keepen. Hij is lekker lang. Hij heeft wel een wat vreemde stijl, maar hij houdt heel wat tegen. Ik train nu een jaar of zeven met hem. Aan het eind van elk seizoen is er natuurlijk de discussie: Gaan we door? Die discussie blijf je houden. Maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat je na zeven jaar niks meer kan leren". 

-Wordt hij nog steeds beter?
"Hij wordt wat ouder en hij wordt ook nog wel beter. Ik vind hem nu ook beter dan vorig seizoen. En als hij zo rond de dertig is, moet hij zo'n beetje op z'n top zijn. Keepers moeten zeker tot hun drie-en-dertigste goed mee kunnen". 

-Wat is het leuke van keepers trainen?
"Dat je wat je zelf hebt ondervonden als keeper met anderen deelt. En dat die daardoor beter worden. Ik vind het ook leuk om te zien hoe een keeper zich manifesteert in z'n elftal. En hoe hij zich daarin ontwikkelt".

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12