Afbeelding

Hoe gaat het met Nelis Kalden?

sport

Editie: Week 51, Jaargang 22 |

Nelis Kalden keepte onder meer tegen grote voetballers als Abe Lenstra en Willem van Hanegem en was keeper tijdens openingswedstrijd van het DHC-complex aan de Brasserskade tegen AGOVV. (foto: Roel van Dorsten)

Nelis Kalden (88) begon op zijn veertiende met keepen bij BEC, maar vergaarde de grootste roem als doelman bij DHC, waar hij zo'n veertien seizoenen onder de lat stond.

Het verhaal van het begin van Kaldens loopbaan is op zijn minst stormachtig te noemen. Op de pleintjes rondom de Rotterdamseweg, waar hij toen woonde, maakte hij indruk als keeper. Op een dag stond hij bij de training van een vriendje te kijken toen een doelman ontbrak voor de partijvorm. “Dat vriendje zei tegen de trainer dat hij mij moest neerzetten. Deze stemde echter niet toe, omdat ik geen lid was van BEC. Op het terrein kwam ik Jan de Wit, één van de oprichters van de club tegen en ik vroeg of ik lid kon worden. Hij antwoordde natuurlijk met 'ja'. Ook mocht ik meteen meedoen met het partijtje. Een jaar later was ik eerste keeper bij de club.”

– Wat herinnert u zich van uw eerste wedstrijd?
“We speelden tegen Concordia, waar in die tijd oud-international Jan Ponstijn nog speelde. We kregen klop, maar ik keepte best lekker. De dag erna stond in de krant dat BEC eindelijk een keeper had die zich kranig weerde, maar dat ik te klein was: ik kon niet eens bij de lat. Als ik wat meer uit de kluiten gewassen zou zijn, zou BEC nog veel plezier aan me beleven. Dat bleek, want ik bleef meer dan tien jaar lang eerste keeper. Ik heb er een prachtige tijd gehad.”

– Toch verkaste u naar DHC...
“Inderdaad. Ik werkte bij de Kabelfabriek en er waren verschillende bazen die bij DHC zaten. Zij zeiden dat ik bij DHC kon verdienen en dat ik een dief van mijn eigen huishouden zou zijn, als ik niet zou komen. Na een aantal seizoenen deed ik dat en merkte ik dat de haat van BEC jegens DHC groot was; de overstap werd me niet in dank afgenomen. Men zei dat ik er nooit in het eerste zou komen en dat ze me alleen maar haalden omdat de concurrent dan zwakker zou worden. Ik heb er echter nooit spijt van gehad, dacht aanvankelijk dat het voor drie jaartjes zou zijn, maar dat werden er veertien.”

– Hoe was de sfeer bij DHC?
“Ook heel goed. We hadden een heel leuke groep. Met Cor van Gaalen en Jan van der Velden komen we nog steeds jaarlijks samen. Verder waren we nog succesvol ook: we promoveerden naar de eerste divisie en speelden de bekerfinale tegen Sparta. Tussendoor werden andere keepers gehaald, omdat ik toch wel op leeftijd was, maar uiteindelijk was ik degene die bleef staan. Dat was tot de fusie met Xerxes, toen Eddy Treijtel naar Delft kwam. Hij was achttien, ik eenenveertig. Dat was voor mij een mooi moment om te stoppen.”

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12