Foto vroeger: Vader (Piet van Vliet) in de slagerij P.C. van Vliet en Zonen
Foto vroeger: Vader (Piet van Vliet) in de slagerij P.C. van Vliet en Zonen

Het Delft van Toen: Leo van Vliet

Algemeen

DELFT – Wat en waar haal je volgens veel studenten het lekkerste broodje in Delft? Deze vraag is niet zo moeilijk te beantwoorden. Dat is ‘Broodje Leo’ van Slagerij Leo van Vliet. Eigenaar van deze hotspot in Delft is de 66-jarige Leo van Vliet, een welbekend gezicht in Delft en inmiddels al vijftig jaar in het vak. Hoe kijkt hij terug op deze lange carrière?

In de schaduw van de Oude Jan, aan de Oude Kerkstraat, vinden we slagerij Leo van Vliet. Van Vliet was niet de eerste slagerij op deze plek. Al in 1863 was hier slagerij Steijger. Midden in de Tweede Wereldoorlog in 1942 werd de slagerij gekocht door Piet van Vliet; de slagerij heette toen P.C. van Vliet & Zonen. Later werd de slagerij overgenomen door Piets jongste zoon Leo en kreeg de slagerij de nu bekende naam Slagerij Leo van Vliet. Na voor het familiebedrijf gewerkt te hebben, is Van Vliet nu al 25 jaar zelfstandig ondernemer. Met een rijke geschiedenis die teruggaat tot 1863 heeft Slagerij de tand des tijds doorstaan, ondanks de evolutie van consumentengedrag en de opkomst van supermarkten. Van Vliet benadrukt de toewijding aan traditie en kwaliteit. 

Slagerij P.C. van Vliet
‘Mijn vader kwam uit een gezin van twintig kinderen; hij was de jongste. De oudste nam de familieboerderij over. Mijn vader, de jongste, ging in Delft als slager aan het werk.’ De slagerij zag er toen heel anders uit dan nu. Alleen de toonbank en vitrine lijken nog op de hedendaagse uitvoering. Daarboven stonden echter grote analoge weegschalen. De muren hingen vol met vlees. ‘Mijn vader kocht de dieren op de Beestenmarkt. Ja, nu vol met terrassen, toen vol met dieren. Vervolgens nam hij zo’n koe aan een touw mee de slagerij in om geslacht te worden. Als klein aapje keek ik mee.’

Geboren en getogen in het huis boven de slagerij kreeg Van Vliet het slagersvak van jongs af aan met de paplepel ingegoten. Het slachten en uitbenen heeft hij zelf ook nog gedaan. Maar ook dit veranderde met de tijd. ‘Nu gebeurt dit alles bij een groothandel en een grossier’, zegt Van Vliet. De winkel zelf is ook moderner geworden en bevat nu geavanceerde koelsystemen. ‘In mijn vaders tijd was er niet eens een koeling.’

Om de zaak van zijn vader te mogen overnemen, heeft Van Vliet het Slagersvak Onderwijs gevolgd. ‘Toentertijd deed je daar zes jaar over, één dag in de week. Daarnaast werkte ik fulltime in de zaak van mijn vader.’ Hij is toegewijd aan het vak en doet er alles aan om kwaliteit aan de klanten te leveren. Dit betekent meegaan met de tijd. Inmiddels is de slagerij modern ingericht. De oude slachtplaats is nu een opslagplaats, er zijn meerdere koelkasten en boven de bevinden zich digitale weegschalen. Onder in de toonbank ligt wel nog steeds het ambachtelijk bereid vlees met een breed scala aan keuzes.

Veranderende 
consument 
Naast de veranderingen in de winkel en het vak is de grootste verandering volgens Van Vliet de consument. ‘Vroeger ging het vlees in kilo’s over de toonbank en hadden we kilodeals. Toen waren er ook gezinnen met zeven kinderen. Nu zie je dat niet meer’, geeft Van Vliet als voorbeeld. Een andere factor die de keuzes van consumenten heeft beïnvloed, is volgens Van Vliet het toenemen van supermarkten. ‘Eerst had mijn broer ook een slagerij, in winkelcentrum De Hoven Passage. Dit ging perfect gepaard met de groenteboer en de bakker voor de dagelijkse boodschappen van de consument. Nu zitten daar drie supermarkten waar de consument de dagelijkse boodschappen doet.’ Toch blijft de consument naar de slager komen. ‘Nu is het enorm druk in het weekend. Uiteten gaan is duur en toch willen mensen kwaliteitseten. Dus zien we veel klanten hier in het weekend.’

60 slagerijen 
In een tijd waarin voorverpakt vlees en grote supermarktketens terrein wonnen, heeft Van Vliet vastgehouden aan zijn traditionele waarden en ambachtelijke benadering. Iets wat niet elke slagerij in Delft lukte. ‘Vroeger telde de binnenstad ruim zestig slagerijen’, zegt Van Vliet. Niet alleen zijn veel slagers uit het stadsbeeld verdwenen. ‘Ook andere ambachtswinkels, bijvoorbeeld de melkboer, zijn verdwenen. Daarvoor in de plaats is de horeca gekomen. Delft heeft nog nooit zoveel horecazaken gekend’, aldus Van Vliet.

Broodje Leo 
Slagerij Leo van Vliet heeft in de tijd van al die veranderingen overleefd en is altijd populair gebleven. Hierover zegt hij het volgende: ‘In 2003 bedacht ik het ‘Broodje Leo’. We probeerden een goedkoop, maar kwalitatief goed broodje te maken. Deze broodjes zijn heel populair geworden.’ Dit zorgt voor een heel ander straatbeeld dan 50 jaar geleden toen Van Vliet in het vak begon. Nu rond half twee, tijdens de TU Delft pauze, staat er een lange rij aan studenten tot buiten toe om een ‘Broodje Leo’ te komen halen. ‘Nu al die studenten deze week op skivakantie zijn, merk je dat gelijk. Ik was net een uiltje aan het knappen; normaal zou het nu heel druk zijn.’

Van Vliet heeft allerlei veranderingen in de consumptiegewoonten gezien. Van de traditionele slagerij naar de opkomst van de supermarkten en nu de hernieuwde waardering voor lokale, ambachtelijke producten. De introductie van het populaire ‘Broodje Leo’ heeft de slagerij nieuw leven ingeblazen en blijft een favoriete keuze onder studenten en lokale bewoners. ‘Het is een zwaar beroep geweest. Wel een dat ik met veel liefde voor het vak heb gedaan. Mensen blij maken dat vind ik toch echt het mooist aan dit vak’, zo blikt hij terug op zijn vijftig jaar in het slagersvakmanschap.

Ben of ken jij iemand die veel kan vertellen over het Delft van toen en nu? Mail dan naar: 
doris@delftopzondag.nl !

Foto nu: Leo Van Vliet in de kwaliteitsslager Leo van Vliet