Afbeelding

Hemd van het lijf - Tien vragen aan Jimmy Tigges

vaste rubrieken

Editie: Week 36, Jaargang 20 |

Jimmy Tigges (59) is de man achter Delftse Toeren, waarin hij op zoek gaat naar de verhalen achter Delftse bands en hun muziek.

1. Waarom wilde je hier, in Belvédère, worden gefotografeerd?
“Omdat ik in april 1976 voor mijn studie bouwkunde in Delft ben komen wonen en ik hier, in het toenmalige Staminee, op Tweede Kerstdag van dat jaar m’n huidige vriendin ben tegengekomen. Bovendien bevond zich vroeger op de hoek van de Beestenmarkt Zaal Koot, een naam die ik in mijn zoektocht naar Delftse pophistorie vaak ben tegengekomen. Hetzelfde geldt voor De Eland, dat zat in het pand waar nu Speakers is.”

2. Wanneer kwam je op het idee van Delftse Toeren?
“Dat is ongeveer tien jaar geleden. Ik was freelance journalist en raakte een grote, vaste opdrachtgever kwijt. Ik bedacht toen dat ik een stapel met singletjes van Delftse bands had liggen en dat het misschien leuk was om hier achtergrondverhalen over te schrijven. Dat ben ik maar gaan doen.”

3. En dat was een succes?
“In eerste instantie dacht ik dat ik met die singles een paar maanden een rubriek kon volschrijven. Toen ik eenmaal bezig was werd ik steeds doorverwezen naar anderen en dat bleef maar doorgaan. Het achterhalen van de verhalen achter de platen was geen werk meer, maar een hobby. Het leuke is dat ik verhalen achterhaalde van grote bands die iedereen kent, maar ook van kleinere en minder bekende bandjes.”

4. Heb je altijd al iets met muziek gehad?
“Toen ik een jaar of acht was had ik een oma die een klein pick-upje van Philips had. Het was een bijzondere, want de 45-toerenplaatjes gingen erin. Ik bladerde door de mappen met singles en hoesjes en dat fascineerde me. Later ging ik zelf singles kopen en luisteren. Verder heb ik jaren later met een vriend een muziekprogramma op de Rotterdamse radiozender Radio Razor gehad. Hierin gingen we dwars door tijd, genres en stijlen heen.”

5. Zouden we je de Delftse Leo Blokhuis kunnen noemen?
“Ik denk dat Leo Blokhuis meer de Nederlandse Jimmy Tigges is. Hij kan heel erg goed opzoeken, haha. Ik denk dat ik inderdaad wel even breed geïnteresseerd ben in muziek als bij hem het geval is. Ik vind het fantastisch om achter de verhalen van nummers en bands aan te gaan en ik bezoek vaak platenbeurzen. Daarbij zoek ik vooral naar platen van Delftse muzikanten.”

6. Is het niet lastig om van al die informatie een goed verhaal te maken?
“Het is vooral heel leuk om te doen. Ik zie het niet zozeer als mijn werk, maar meer als een hobby. Ik ben nu zo’n twintig jaar freelance journalist. Ik schrijf voor de TU Delft, het AD en had tot vorig jaar een programma op Radio Rijnmond. Daarnaast heb ik ook nog heel wat losse opdrachten. Het schrijven is me dus niet vreemd.”

7. Als ik burgemeester van Delft was, dan...
“...zou ik iedereen op de prachtige reportages van Delftse Toeren op www.youtube.com/delftsetoeren wijzen. Hier steken mijn hulptroepen Bart, Jacqueline en Jeannette heel veel tijd en energie in. Zo ook vorige week op Westerpop. Verder zou ik een kwantumkorting voor de Delftse Toerenboeken proberen te regelen en ze als relatiegeschenk weggeven. Ten slotte zou ik de grote droom van Roel van Velzen uit laten komen en hem op de Markt laten optreden.”

8. Wat is het mooiste verhaal uit de Delftse popgeschiedenis?
“Dat zijn er zoveel en ze staan allemaal in mijn boeken opgetekend. Ik vind het verhaal rond Linda, Linda van Tee Set hilarisch. Dit nummer is gebaseerd op een nummer van een cassettebandje dat een vriend van de bandleden uit Egypte meegenomen had. Zij hebben er in 1979 een Westerse versie van gemaakt en dat werd hun laatste hit. Het hele verhaal erachter is zeker het lezen waard.”

9. Hoe zit het met de huidige Delftse popscene?
“Ik zit er niet zo in. Dat komt doordat ik geen instrument bespeel en me vooral in het verleden interesseer. Ik hoor nog weleens wat en het is goed dat er in SPOD oefenruimtes zijn en dat diverse cafés bands plannen. Ook Westerpop was weer een groot succes. Ik denk alleen dat er best behoefte is aan één groot Delfts poppodium. Overigens stemt het feit dat er in de binnenstad drie winkels zijn die grammofoonplaten verkopen mij hoopvol.”

10. Vind je het niet jammer dat je nooit een instrument hebt bespeeld?
“Uiteindelijk wel ja, maar ik zou niet weten welk instrument. Ik hoor in mijn vrienden- en kennissenkring wel dat mensen van mijn leeftijd gitaarlessen nemen. Ik zie mezelf dat niet snel doen en ik denk ook niet dat ik het kan. Op de middelbare school kreeg iedereen voor muziek standaard een acht, maar een vriendje en ik kregen maar een zes. Veel talent zal ik dus niet hebben.” (AdW)

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12