Cees Mol kwam uiteindelijk maar tot een half seizoen als vaste eerste elftalspeler van Wippolder.
Cees Mol kwam uiteindelijk maar tot een half seizoen als vaste eerste elftalspeler van Wippolder. "Maar het was heel leuk om met mijn broers in één elftal te spelen." (foto: Roel van Dorsten)

Hoe gaat het met Cees Mol?

sport

DELFT - De gebroeders Mol zijn een begrip bij Wippolder. Cees (62) speelde een halfjaar in de hoofdmacht.

De familie Mol groeide op in de Sint Allegondestraat. "En dan ging je bij Wippolder voetballen. Mijn oudere broer Hans speelde er al en het was lekker in de buurt."

- Hoe beviel het in de jeugd?
"Heel goed. Het was lekker overzichtelijk. Er was één veld, een houten kantine en er waren twee kleedkamers. Vanaf je tiende mocht je lid worden, maar daarvoor voetbalden we veel op straat met jongens uit de buurt. Met onder andere Wim van der Enden en Jan Reurings had je ook op schoolvoetbaltoernooien een prima elftal. Ook de Sinterklaastoernooien met Spaans thema in de oude veiling in Den Hoorn waren geweldig."

- Kwam je snel in het eerste?
"Nee, na mijn overstap naar de senioren speelde ik aanvankelijk vooral in het tweede, met onder andere Frans Veldhuis, Fred Scheffers, Kees de Jonge en Hennik Roos. Gerard van der Helm haalde me bij het eerste. Dat was wel bijzonder, want ik was voorstopper, mijn broer Gerrit speelde op het middenveld en mijn andere broer Hans was linksbuiten."

- Bleef het bij dat halve jaar?
"Ja, omdat Gerard van der Helm vertrok en ik de pech had dat Leon van Heijst achter me zat. Hij was een geweldige stopper en nog jonger ook. Ik heb nog enige tijd in het tweede gevoetbald, maar ben op mijn zevenentwintigste gestopt. De mentaliteit van sommige teamgenoten was wat minder en de tegenstanders waren soms wel erg hard."

- Wat zijn de mooiste herinneringen?
"Dat zijn vooral de twee goals die ik heb gemaakt in het eerste. De eerste was een kopbal en de tweede maakte ik uit een schot van net buiten de zestien. Ook was er met Martin Stoelinga als trainer altijd wat te beleven."

- Kun je een voorbeeld geven?
"Martin was nogal van het lopen. Op enig moment wilde hij dat we over de Rotterdamseweg naar de begraafplaats moesten lopen en weer terug. Wij dachten dat hij begraafplaats Jaffa bedoelde, maar hij bedoelde Hofwijck. Dat zorgde voor een hoop hilariteit. Het laatste stuk hebben we afgesneden over de Kruithuisweg, omdat dat echt te ver was."

- Heb je spijt dat je jong bent gestopt?
"Nee, ik heb het voetballen nooit gemist. Ik was toen al gymleraar en wilde in het weekend niet geblesseerd raken. Ik ben verder gegaan met hardlopen en ben gaan tafeltennissen. Tegenwoordig tennis ik met mijn broer Gerrit en zijn vrouw. De resultaten van Wippolder volg ik nog elke week op internet."