Afbeelding

SV Den Hoorn-verzorger Harry Brouwers verzorgt veel meer dan alleen blessures

sport

Editie: Week 29, Jaargang 20 |

Harry Brouwers kent de spelers van Den Hoorn door en door. “Ik zeg ook wel eens: Ik heb geen twee kinderen, maar bijna veertig.” (foto: Roel van Dorsten)

DEN HOORN – Wie denkt dat de verzorger die man is die elke zondag met een waterzak het veld in rent, vergist zich. Harry Brouwers (57) kan dat weten, want hij is al sinds 1997 bijna dagelijks bezig met z’n taak als verzorger bij SV Den Hoorn.

Hij noemt dat werk een ‘idiote hobby’, maar hij zou toch niet meer zonder die idiote hobby kunnen. “Want ik ben gepensioneerd en zou niet weten wat ik zonder die jongelui moet.” Harry Brouwers is, horen we meteen aan zijn zachte G, níet geboren en getogen in Den Hoorn. Zijn wieg stond in het Limburgse Schaeberg, vlakbij Landgraaf. Begin jaren ‘80 verhuisde hij voor zijn werk als beroepsmilitair richting Zuid-Holland. In het seizoen ‘97/’98 mocht hij voor het eerst als verzorger bij SV Den Hoorn 1 langs de lijn staan. “Dat is me zo goed bevallen dat ik ermee doorging. En het blijft bevallen, er zijn nog uitdagingen genoeg”, vertelt hij.

Toen Brouwers eens tijdens een wedstrijd op een toernooi van zijn werkgever geblesseerd raakte, wist hij dat hij verzorger wilde worden. “Want toen ik door de artsen werd behandeld dacht ik: Wat zij kunnen kan ik ook.” Nu, vele cursussen en opleidingen later, mag hij zich officieel verzorger en sporttherapeut noemen. Hij is vooral actief bij het eerste van Den Hoorn, maar ook de jeugd kan bij hem terecht. Ook was hij vijf jaar lang verzorger bij het Nederlands Militair Elftal, maar hiermee is hij inmiddels gestopt.

Volgens Brouwers gaat er ‘ontzettend veel tijd’ in zijn taak als verzorger zitten. “Vroeger, en daar ben ik heel eerlijk in, was het vooral een hobby.” Dat is nu wel anders. Hij is tijdens het voetbalseizoen drie doordeweekse avonden van zes tot elf uur ’s op de club en ook zondag is hij daar de hele dag. Het liefst zou Brouwers nog meer voor de vereniging doen. “Maar dan kom ik helemaal nooit meer thuis.”

‘ZE HEBBEN OOK IETS MINDER FYSIEKE KRACHT DAN DE SPELERS VAN VROEGER’

Hij is als verzorger, vertelt hij, niet alleen met blessures bezig. “Ook in m’n eigen tijd denk ik hier veel over na. Hoe krijg ik iemand fit, welke behandeling is goed, moet een speler naar de fysio, hoe kan ik een bepaalde blessure het beste tapen? Met zulke vragen ben ik constant bezig. Het is een hobby van me, maar het is een idiote hobby geworden.” Zonder zijn vrouw, die hem hierin steunt, zou dit nooit kunnen, weet hij. Hij hoopt nog lang verzorger bij Den Hoorn te mogen zijn. “Maar als ik zelf kreupel het veld in moet, is het tijd om wat anders te gaan doen.”

-Moet je tijdens de gemiddelde wedstrijd van Den Hoorn nog vaak het veld in?
Brouwers: “Dat ligt aan de wedstrijd, maar de meeste druk ligt vóór de wedstrijd en tijdens trainingsavonden.”

-Hoe hard zijn de mannen van Den Hoorn?
“Over het algemeen kunnen ze wel tegen een stootje. Ze zijn wel hard, hoor, al vind ik de mentaliteit van de huidige spelers wel wat minder dan die van de spelersgroep toen ik hier net werkzaam was. Ze hebben ook iets minder fysieke kracht dan de spelers van vroeger, die jongens waren wat steviger. Verder is er tegenwoordig het probleem van dat stomme internet. Spelers hebben dan bijvoorbeeld kramp aan hun kuit en vertellen mij vervolgens dat er een scheur in hun spier zit, want dat hebben ze op internet gelezen.”

‘JE MOET WATER ZIEN ALS EEN HULPMIDDEL’

-In hoeverre heeft het water uit de waterzak een helende werking?

“Ik zal je eens een geheimpje verklappen. Ik kom uit het zuiden en ben een echte katholiek. Eén keer per jaar ga ik naar Banneaux, een bedevaartsoord in België. Daar kun je gezegend water tappen. Als ik dan met een spons op het veld bezig ben zeg ik wel eens dat ik dat water speciaal voor ze uit Banneaux heb gehaald. Dan kijken ze naar me van: Jij bent gek! Je moet water zien als hulpmiddel. Het is een stuk verkoeling op de plek die pijn doet. Je huid is daardoor minder droog, dus kun je er beter overheen wrijven. Water is dus gewoon verkoeling.”

-Kan een verzorger z’n steentje bijdragen aan het succes van een team?
“In overleg met de trainer, de groep, de grensrechter en de leider kun je veel doen. Als verzorger probeer ik de spelers zo snel mogelijk weer in het veld te krijgen, of het nou belangrijke spelers zijn of niet. Dat gaat goed. Na een blessure onderneem ik vaak meteen actie. Als een speler op zondagmiddag geblesseerd is geraakt, heb ik vaak zondagavond al afspraken gemaakt, zodat ‘ie de maandag erop geholpen kan worden. Contacten zijn erg belangrijk voor een verzorger, want als je goede mensen om je heen hebt, kun je veel meer doen. Ik kan zodoende wel een grote stempel op de prestaties drukken.” Harry Brouwers vindt het mooi werk. En het blijft mooi. “Want of je dit nu twee, vijftien of dertig jaar doet, je blíjft leren. Elke blessure is weer anders. Den Hoorn is bovendien een fijne club. De vereniging groeit ook als kool. We hopen nu op succes en dat we eindelijk weer een klasse hoger kunnen spelen. Dat moet kunnen. We zijn rijp voor de Tweede Klasse.” (JN)

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12