Wout Toet hoort als verzorger bij DHL meer dan de trainer en dat bevalt hem wel

sport

Editie: Week 40, Jaargang 20 |

Wout Toet is sinds dit seizoen niet alleen meer verzorger van spelers, maar ook van hersteltrainingen. (foto: Roel van Dorsten)

DELFT – DHL wisselde afgelopen zomer van trainer en dat betekende voor Wout Toet ook een verandering in het takenpakket. De nieuwe hoofdtrainer Dick Hooning stelt hem niet alleen verantwoordelijk voor de verzorging en de hersteltraining, maar de 51-jarige verzorger zorgt dit seizoen ook voor de conditietraining.

“Dat houdt in dat ik sinds dit seizoen elke training de eerste twintig minuten van de training op me neem”, vertelt Toet. Eigenlijk rolde Toet bij toeval het verzorgersvak in. “Drie jaar geleden werd ik bij de club gehaald als trainer van het derde. Begin vorig seizoen hield dit elftal op te bestaan en op hetzelfde moment was de club op zoek een verzorger. Dat zag ik wel zitten, want ik tapete al wat jongens van de selectie.” Die nieuwe functie bevalt hem goed. “Want het is eigenlijk veel meer dan alleen maar zorgen dat je spelers fit blijven. Er zit ook een heel psychologisch aspect aan vast. Je hoort bijvoorbeeld meer dan ze aan de trainer zullen vertellen. Dat vind ik heel leuk.”

Wat Toet ook leuk vindt, is dat heel zijn gezin aan DHL verbonden is. “Ik heb mijn vrouw hier leren kennen toen ze vroeger achter de bar stond. Nu doet ze dat niet meer, maar ze zit wel elke zondag op de tribune.” Naast zijn vrouw komt Toet ook zijn stiefzoons tegen op de club. “Want Andrean en Leander spelen in het eerste. Dat is wel eens lastig als je tijdens een wedstrijd het veld in moet om hen op te lappen. Soms moet je hen dan tot kalmte manen en dat is niet altijd even makkelijk. Als dat tot spanningen leidt, zijn die vaak al snel de lucht weer uit.” Verder vindt Toet het fijn dat er bij hem thuis vaak over voetbal gepraat wordt. “Die jongens leven echt voor die sport, zijn voetbaldieren en we kunnen er goed over praten.”

Dat Toet goed over het spelletje kan praten, komt vooral door het feit dat hij zelf geen onverdienstelijk voetballer was. “Ik heb in de jeugd van Delfia gespeeld, daarna ging ik in Loosduinen bij de Postduiven spelen. Ik begon daar in een vriendenteam, later sloot ik aan bij de selectie. Ik ben daar topscorer van de Haagse regio geworden. Later haalde trainer Wim van Buuren me naar Wippolder.” Een carrière die hem langs verschillende Delftse clubs leidde volgde.

Ook als trainer heeft de verzorger van DHL al verschillende clubs van binnen gezien. “Onder René Slegtenhorst ben ik drie jaar lang assistent bij DHL geweest. Daarna heb ik drie jaar lang bij Full Speed gezeten met Joop Hoornweg en Pierre van Zinnen en nu ben ik weer voor het vierde seizoen bij DHL bezig. Ik begon als trainer bij het derde, werd later verzorger bij Wim van Zinnen en heb dit seizoen voor het eerst met Dick Hooning te maken.”

De samenwerking met Hooning bevalt Toet wel. “Dick is een echte Hagenees. Het is een mooie man met een goede voetbalvisie. Hij is tijdens de wedstrijden erg aanwezig en de jongens accepteren dat, dus dan is het goed.” Hooning gaf eerder dit seizoen aan niet alleen een trainer voor de selectie te zijn, maar iemand die zich op meerdere vlakken in wil zetten. “Waarschijnlijk gaat hij binnenkort ook de jeugdtrainers instrueren. Daarnaast zijn we met z’n allen bezig om DHL op de kaart te zetten. De resultaten van het eerste elftal zijn er nog niet helemaal naar, maar we zijn op de goede weg. Het is fijn dat we ook zo’n grote groep met enthousiaste vrijwilligers hebben die het beste met de club voor hebben.”

Toet is dus helemaal in zijn element bij de club die hij omschrijft als ‘een echte familieclub’. Hij haalt veel plezier uit het contact met de spelers. “Pascal Massar had afgelopen seizoen bijvoorbeeld zijn hamstring ingescheurd. Ik heb hem het hele proces van zijn revalidatie begeleid en het is mooi om samen zo’n proces te doorlopen. Verder is het sowieso erg leuk om met het herstel van zowel lang- als kortdurende blessures bezig te zijn.”

‘ALS IK VAN HET VELD AF MOEST, GEBEURDE DAT MET EEN BRANCARD’

Toet merkt dat het er in de voetballerij tegenwoordig ‘minder hard’ aan toe gaat dan in zijn tijd als voetballer en dat er nu ook sneller wordt gespeeld. “Ik merk ook wel dat spelers wat minder gewend zijn. Als ze een klein tikkie krijgen gaan ze al schreeuwend naar de grond. Als ik van het veld af moest, gebeurde dat met een brancard. Als ik dat nu vertel zeggen ze ‘daar heb je opa weer’, maar het is wel zo. Ik was trouwens zelf ook wel zo’n kolerelijer dat ik aardig wat uitdeelde ook.” Een ander aspect dat afwijkt van hoe het vroeger ging ziet Toet in het kantinegedrag. “Vroeger bleef je na wedstrijden en trainingen sowieso wat langer hangen met z’n allen. Nu is er een groep spelers die dat nog wel doet, maar dat zijn vooral de oudere jongens. Natuurlijk hebben de anderen het druk met van alles, maar het is weleens jammer dat niet meer jongens dat doen.” (AdW)

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12