Afbeelding

Hoe gaat het met Leo Gorissen

sport

Editie: Week 12, Jaargang 22 |

Leo Gorissen (sinds afgelopen vrijdag 70) speelde in de jaren ’60 van de vorige eeuw in het eerste elftal van DHC, tot een horrorblessure daar abrupt een einde aan maakte.

- Was jij een goede voetballer?
“Ik hoor om me heen altijd van wel, maar ik vind zelf van niet. Ik speelde op mijn vijftiende in het eerste van DHC nog voordat ze samengingen met Xerxes. Voor de fusie had trainer Kurt Linder me zien voetballen en ik kon als amateur tekenen, maar daar paste ik voor. Toen DHC weer gewoon DHC was, heb ik nog een paar jaar in het eerste gespeeld.”

- Maar daar kwam abrupt een einde aan…
“Inderdaad, dat was op 15 augustus 1971. Ik wilde een draaibal geven, maar mijn schroefnop bleef in het gras hangen. Mijn enkel lag er helemaal af. Nu wil het toeval dat vlak ervoor het veld met kunstmest was bestrooid. Dat zorgde voor fijt; mijn botten gingen ontsteken. Ik heb het aan mijn vader te danken dat ik mijn been nog heb.”

- Hoe dat zo?
“Hij zei tegen dokter Jansen dat hij het zo vond stinken. Uiteindelijk hebben ze mijn been weten te redden. Mijn jaar in het ziekenhuis was trouwens een prachttijd: ik had het ontzettend naar mijn zin met die zusters. Na een jaar moest ik eigenlijk weg, maar dat wilde ik niet. Toen heb ik nog een tijd met de koffiekar gelopen, zodat ik toch mocht blijven.”

- Hoe was de sfeer bij DHC toen jij er voetbalde?
“Ik vond het niet geweldig, want veel van die gasten zaten er puur voor het geld. Daar ging het mij nooit zo om. Ik had vooral veel lol met Koos van der Burg, echt mijn maatje. Wij gingen vaak samen op stap. Ik lustte wel een biertje en dronk er regelmatig te veel. Achteraf denk ik weleens dat ik daar een betere balans in had moeten vinden. Dan kwam je ’s nachts thuis en liep ik achterstevoren de trap op. Als mijn moeder dan wakker werd en vroeg of ik net thuis was, zei ik dat ik er allang was, maar dat ik er alleen even uit was om te pissen.”

- Volg je DHC nog?
“In de gloriejaren deed ik dat wel, tegenwoordig ga ik vaker naar sportpark Kerkpolder of Den Hoorn, want dat is dichterbij. Je ziet dat jongens vaak met allerlei opdrachten het veld in worden gestuurd en dat vind ik jammer. Het gaat ten koste van de creativiteit en dat is, heb ik van Guus Haak geleerd, het belangrijkste. Hij beloofde me ooit honderd gulden als ik een foto kon vinden waarop er een vlek op zijn broek zat. ‘Want als je op je kont ligt, ben je altijd geslagen’, zei hij altijd. Ik moet de eerste foto nog steeds vinden.”

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12