Marijke Klaassens wordt geïnterviewd door Omroep West
Marijke Klaassens wordt geïnterviewd door Omroep West

Noodopvang asielzoekers Heertjeslaan bijna open

Algemeen

DELFT - Er wordt al twee weken gebouwd en er zijn nog een paar dagen nodig om in orde te maken, maar na dit weekend kunnen er 200 asielzoekers terecht in het tijdelijke opvangcentrum aan de Heertjeslaan. De ruimte is aangeboden door TU Delft en de opvang wordt geregeld door het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA). De opvanglocatie zal vijf maanden gebruikt worden.

Door Ester Janssen

Marijke Klaassens en Saladin Ben Cherifa van de landelijke organisatie COA geven een rondleiding. ‘We zijn er bijna klaar voor,’ vertelt Klaassens. ‘Hier en daar moet nog een opstapje komen, de wasmachines en de koelkasten worden nog geleverd en er zijn nog wat dingen te fiksen voor de brandveiligheid, maar dan zijn ze welkom.’ Uit welke landen en via welke opvangcentra ze komen en hoe de groepssamenstelling is, is afwachten. ‘Het enige wat we zeker weten is dat er ook vrouwen en kinderen bij zijn, maar hoeveel is nog onbekend.’

Samen de locatie maken
Hoewel de opvang vooraf goed geregeld is, blijft het de eerste weken improviseren. Klaassen: ‘Kijk, hier staan twee sanitairunits. Een voor de mannen en een voor de vrouwen en de kinderen zou het handigst zijn. Maar als er straks heel veel mannen komen en maar een paar vrouwen met kinderen, is dat niet eerlijk. Dan moet je iets regelen met een tussenwand. Is niet erg, dat soort snelle aanpassingen zijn we gewend.’

‘We hopen dat alle bewoners tegelijk komen, of in ieder geval binnen een week’, zegt Ben Cherifa. ‘Dan kun je ze centraal voorlichten over de regels en de faciliteiten. Als er veel tijd tussen de aankomst van mensen zit, zie je vaak dat de eerste groep er een beetje zijn eigen dorp van maakt en dat de rest zich daar dan naar moet voegen. En dat moeten wij dan zien te keren.’ ‘Je maakt zo’n locatie samen,’ vult Klaassens aan. ‘De bewoners kunnen dat niet alleen, en wij van het COA ook niet. Nu is alles nog kaal, maar als de mensen eenmaal hier zijn, is het opeens tien keer zo gezellig. Al is dat misschien niet helemaal het juiste woord voor de omstandigheden van de bewoners.’

Hard nodig
We kennen allemaal de treurige beelden van mensen die buiten slapen bij AZC Ter Apel. De opvang in Delft is hard nodig. Het COA heeft een groot tekort aan opvanglocaties. De bestaande asielzoekerscentra zitten overvol. Door de woningnood is het voor statushouders namelijk lastig een woning te vinden. En met de komst van evacués uit onder meer Afghanistan is de druk op de asielzoekerscentra nog groter geworden. Daarom heeft het Rijk alle gemeenten in Nederland gevraagd om met spoed extra, tijdelijke opvanglocaties voor asielzoekers in te richten.

De staatssecretaris voor Asiel en Migratie had eerder al aan gemeenten gevraagd om extra asielzoekers op te vangen. Delft kon hier toen niet aan voldoen. Het COA zocht namelijk naar locaties voor grote aantallen asielzoekers voor langere tijd. Delft is een compacte stad en heeft geen geschikte ruimte voor grote aantallen asielzoekers. Maar voor een relatief kleine groep en voor beperkte tijd heeft de gemeente samen met de TU gelukkig wel ruimte gevonden.

Je zou misschien verwachten dat er ook Oekraïners een plek krijgen in de noodopvang, maar dat is niet het geval. Vluchtelingen uit Oekraïne kunnen namelijk zonder visum reizen en werken binnen de Europese Unie. Zij hoeven dus geen asiel aan te vragen om in Nederland te mogen zijn. 

Weinig zorgen
In veel gemeenten maken omwonenden zich zorgen als er asielzoekers komen. Hoe is dat in Delft? ‘Dat valt reuze mee. Om te beginnen zijn hier weinig omwonenden, we zitten niet in of direct naast een woonwijk. Bovendien zien mensen zo langzamerhand dat de (kleinschalige) opvang bijna nooit voor echte problemen zorgt. Ten slotte doen wij er alles aan om ervoor te zorgen dat alles goed verloopt.’ De gemeente Delft heeft maar een reactie gekregen. Deze mensen maakten zich vooral zorgen over de groepssamenstelling. De gemeente heeft toen contact opgenomen met het COA, dat aangaf zich in te spannen voor een evenwichtige samenstelling van zowel herkomst, geslacht, leeftijd als gezinssamenstelling. Dit is ook vastgelegd in de bestuursovereenkomst tussen COA en gemeente Delft. Het COA, de TU Delft en de gemeente stemmen voortdurend op elkaar af, ook op het gebied van veiligheid en handhaving.

Het COA begeleidt de asielzoekers en beheert de locatie. De locatiebeheerder van het COA is het aanspreekpunt voor omwonenden en omliggende bedrijven. De gemeente is verantwoordelijk voor toezicht en handhaving van de openbare orde en veiligheid binnen de gemeente. Het COA is ervoor verantwoordelijk om de tijdelijke noodopvang in de afgesproken vijf maanden om te zetten in reguliere opvang voor asielzoekers, elders in Nederland. Indien er door de minister/ staatssecretaris opnieuw een beroep wordt gedaan op Delft, zal het college van B&W opnieuw bekijken of hieraan tegemoet gekomen kan worden. Dit hangt dus onder andere af van de inhoud van een mogelijk nieuw verzoek.

Wel opvangen, niet pamperen
De mensen in de opvang mogen zich vrij bewegen in de gemeente en krijgen geen beperkingen. Zij moeten zich net als iedereen houden aan de regels in de openbare ruimte. Ben Cherifa: ‘We geven iedereen bij aankomst voorlichting over zijn rechten en plichten, zowel voor in de opvang als daarbuiten.’ Dat gebeurt in ieders eigen taal, eventueel via de tolkentelefoon. Ook voor ingrijpende zaken is een tolk te regelen. ‘Voor alle andere dingen geldt: zelf zorgen dat je je verstaanbaar maakt. En anders maar met handen en voeten. We bellen geen tolk als er een lampje vervangen moet worden of zoiets.’

‘Wij zien de opvang niet alleen als een dak boven je hoofd. Mensen moeten ook klaargestoomd worden voor een plek in de ‘echte wereld’. Dat betekent dat ze Engels of Nederlands moeten leren, als ze dat nog niet kunnen. Maar bijvoorbeeld ook dat ze een weekbudget krijgen waar ze zelf verantwoordelijk voor zijn. Zelf boodschappen doen, zelf koken, zelf sparen voor een fiets. Natuurlijk zijn ze ontheemd, maar je moet niet vergeten dat de mensen die hiernaartoe komen vaak degenen zijn met de meeste talenten en het stoerste karakter. Die kunnen, met een beetje hulp, best voor een deel voor zichzelf zorgen.’ ‘Onze bewoners zijn moe,’ beaamt Klaassens, ‘maar ze moeten wel.’ Ben Cherifa: ‘Zelfstandigheid is het beste wat je ze kunt meegeven.’ 

Daarbij is zelf koken in eerste instantie misschien het belangrijkst. De opvang is dan ook uitgerust met een aparte kook-unit. Klaassens: ‘In het begin ben je misschien blij met de magnetronmaaltijden die we de eerste dagen uitdelen, maar daarna wil je toch je eigen eten. Samen koken en eten schept ook een band.’

Tips voor wie toch wil helpen? ‘Geen spullen geven!’ zegt Klaassens gedecideerd. ‘De woonunits zijn hier weliswaar iets groter dan gemiddeld, maar daar hebben we helemaal geen ruimte voor. Hoewel, een pingpongtafel voor de recreatieruimte is welkom. En als je iemand kent die een paar volwassen eiken op het terrein kan toveren…’ Liever ziet het COA vrijwilligers die zich aanbieden als taalbuddy, bijvoorbeeld. Wie wil helpen, kan zich opgeven via 088 715 70 00 (van maandag t/m vrijdag tussen 09.00 en 17.00 uur). Of stuur een e-mail naar info@coa.nl.