Carnaval is vorig weekend begonnen met het bekend makan van de nieuwe stadsprins: Mark Boomkens.
Carnaval is vorig weekend begonnen met het bekend makan van de nieuwe stadsprins: Mark Boomkens.

Kabbelaars willen nog wel feesten maar niet bijdragen aan de organisatie

Algemeen

DELFT – Carnavalvierend Kabbelgat verkeert in zwaar weer. Twee verenigingen hielden afgelopen jaar op te bestaan en ook de bereidwilligheid om te helpen met organiseren neemt zienderogen af.

Als het aan Martin Stoelinga ligt, dan komt er één grote carnavalsbeweging in Delft. "Carnaval staat onder druk", zegt voormalig Prins Martinus de Eerste Kabbelaar de Achtste. "Veel verenigingen hebben moeite om het hoofd boven water te houden. Als het aan mij ligt dan vieren we tijdens carnaval drie dagen massaal feest, desnoods part in een grote tent op de Markt."
Voorzitter Erwin Zaalberg van de Stichting Delftse Carnavalsviering erkent dat carnaval het moeilijk heeft. "Mensen willen wel feest komen vieren, maar ze zijn steeds minder bereid een bijdrage te leveren aan de organisatie. Je ziet bestuursleden na veel jaren opstappen, maar er staat niemand op om de taken over te nemen."
Het ligt voor de hand dat de verenigingen samenwerking zoeken om carnaval overeind te houden. "Dat gebeurt ook", zegt Zaalberg. "Een aantal verenigingen viert gezamenlijk de afsluiting van het carnaval en happen op woensdag samen haring. Er zijn nog een paar verenigingen die hun eigen feestje bouwen, maar de meeste zijn aanwezig. Misschien is het beter om in de toekomst één prins voor alle Delftse carnavalsvierders te hebben."
De animo voor carnaval loopt terug. "Vroeger stonden mensen verkleed langs de route. Als je anno 2015 verkleed naar een feest gaat, word je nagewezen. Het stemt wel hoopvol te zien dat we op de gezamenlijke opwarmavond meer dan duizend mensen in de zaal hebben. Verder proberen we de jeugd meer bij het carnaval te betrekken. We hebben een kindercarnaval waarbij de kinderen op praalwagens staan. We gaan de kids actiever bij het feest te betrekken en dat betekent dat ze ook op versierde fietsen en in zeepkisten mee kunnen doen aan de optocht." Voorzitter Zaalberg wil er niet aan dat de Delftse Carnavalsviering op sterven na dood is. "Zo somber wil ik de toekomst niet zien, maar er ligt wel een hoop werk op ons te wachten."
Bij de Rooie Rijers herkent men de tanende belangstelling niet. "Ons ledenaantal stijgt", zegt voorzitter Wim Kooij. "Dat heeft te maken met de opheffing van De Kalfskoppen en Goud van Oud. Een aantal leden van die verenigingen heeft de overstap naar ons gemaakt. Dat is wel leuk, maar we moeten ook zorgen dat we niet te groot worden." Eenvoud en gezelligheid is de basis voor het succes van de Rooie Rijers. "Bij ons geen dure artiesten, maar wel een geweldige sfeer en jaarlijks zeven gezellig carnavalsfeesten. Daarnaast prijzen we ons gelukkig met vijftig geweldige vrijwilligers die de zaal in Delfstede versieren, de garderobe regelen, kortom alle werkzaamheden verrichten die nodig zijn om er steeds een mooi feest van te maken." Kooij ziet niets in één groot Delfts Carnavalsfeest. "Nu kunnen we dat makkelijk zeggen, maar waarschijnlijk wordt een dergelijk feest de eerste keer massaal bezocht. Vervolgens is de kans groot dat de animo de volgende jaren terugloopt en dan houd je uiteindelijk niets meer over en alles wat je kwijt bent, dat krijg je nooit meer terug."
Sjaak Lispet, oud-penningmeester van Goud van Oud ziet de toekomst van carnaval in Delft somber in. "Goud van Oud was een bloeiende club, maar in tijd van vier jaar liep het ledenaantal met vijfhonderd leden. Als je weet welke kosten je moet maken voor een feest, dan begrijp je dat een verenigingen een verlies van 500 keer dertig euro niet kan lijden. Overigens doen de Fuil Spuiters, de Carnavalsvereniging van voetbalvereniging Full Speed, het erg goed en ik begrijp ook wel waarom. De mensen willen wel een paar avonden komen feesten, maar verder geen verplichtingen. Als lid van een carnavalsvereniging heb je, nadat de nieuwe prins bekend is, uittredens naar andere verenigingen en instellingen. Bij de Fuil Spuiters wordt een paar avonden feest gevierd en daarna is het allemaal weer voor een jaar over. Misschien is dat wel de manier om het carnaval te laten overleven."