Het gaat niet goed, maar wel steeds beter met Wippolder, vindt spits Dennis Glasbergen

Algemeen

Deze voorzet van Wippolder gaat aan alles en iedereen voorbij. Nick van Galen (links, met rugnummertje 10), Delfia-aanvoerder Abdullah Sari (gedeeltelijk zichtbaar), doelman Dion Meijer en Dennis Glasbergen (rechts) springen, maar net niet hoog genoeg. (f

DELFT – SV Wippolder heeft het niet gemakkelijk. De ploeg van Marcel de Letter staat op de één na laatste plek in de laagste afdeling van het zondagvoetbal, maar de resultaten worden steeds beter. Zondag pakte SV Wippolder een punt tegen stadsgenoot Delfia. Het werd een pittige wedstrijd, waarin Wippolder de druk zó opvoerde dat Delfia niet aan haar eigen spel toekwam. Wippolder kreeg enkele aardige mogelijkheden, maar echte kansen waren er bijna niet.

Wippolder-spits Dennis Glasbergen (31) werkte zoals altijd hard, maar ook hij kon geen potten breken. “Ik liep veel, maar we zochten de spitsen te weinig, dus ik kreeg weinig ballen”, blikt Glasbergen zelf terug. Dat was, voegt hij eraan toe, ook de verdienste van Delfia. “Want ze zaten er kort op. Delfia heeft een goede ploeg. Ze spelen gedisciplineerd en vooral voorin staan ze goed. Gelukkig is het ook een voetballende ploeg, geen schopploeg.” 

-Moeten jullie het in de Vierde Klasse vaak tegen minder getalenteerde schopploegen opnemen? 
Glasbergen, lachend: “Mwah. In de tweede wedstrijd tegen SVDPW heb ik m’n onderste twee ribben gebroken, aan de wedstrijd tegen Spaland hield ik een zware hersenschudding over en verder heb ik al wat schaafplekken opgelopen. Het gaat dus ongeveer hetzelfde als toen ik nog bij DVC in de Vierde Klasse zaterdag voetbalde. Het is, denk ik, inherent aan het niveau. Tijdens oefenwedstrijden tegen tweede- en derdeklassers krijg je geen schoppen, óf ze doen het op een manier dat je niet geblesseerd raakt.”

‘MIJ MAAKT HET NIET UIT OF WE MET TWEE OF DRIE SPITSEN SPELEN, ALS IK MAAR VRIJHEID HEB’
Wippolder begon het seizoen met drie man voorin, maar speelt de laatste tijd vooral met twee spitsen. Ook tegen Delfia. “Dat ligt de ploeg beter en ook de resultaten zijn beter. Mij maakt het niet zo uit of we met twee of drie spitsen spelen, als ik maar vrijheid heb. Ik wil niet stijf aan de zijkant staan.” Liever sleurt hij alle kanten op, op zoek naar de goal. Tot nu toe wist hij al zes competitietreffers en zo’n vijftien goals in oefenwedstrijden te maken. “Maar dat hadden er veel meer moeten zijn”, voegt hij er direct aan toe. “Dat lag aan mezelf. Ik had scherper moeten zijn in de afronding, dan had ik er in de competitie zeker vijf meer gemaakt. Ik maakte nu pas na vijf wedstrijden m’n eerste doelpunt.” 

-Gaat zoiets dan knagen bij een spits? 
“Ja, natuurlijk. Een spits wordt afgerekend op z’n goals. Ik wil me hier bij Wippolder bewijzen als spits en laten zien dat ik goals kan maken. Ik speelde in het begin geen echt slechte wedstrijden, maar ze gingen er niet in.”

 -Waarin verschillen je vorige club DVC en Wippolder van elkaar? 
“Het grootste verschil is dat je hier bij Wippolder een eerste èn een tweede elftal hebt en er altijd een minimumaantal van vijftien spelers op de training is, met hier en daar een uitschieter. Iedereen is er eigenlijk altijd. Ik stoorde me er bij DVC wel eens aan dat er soms maar zes man kwam trainen, of dat er zelfs zó weinig spelers kwamen, dat we zonder te trainen weer naar huis konden. Bij DVC heerst echter meer gezelligheid, zeker in de kantine. Het is daar tijdens wedstrijden ook net iets drukker. Dat komt, denk ik, doordat DVC op zaterdag speelt en jeugdspelers en hun ouders nog op de vereniging zijn als het eerste speelt. Qua ambiance vind ik DVC gezelliger, maar ik heb het hier in de selectie meer naar m’n zin.” 

-Ondanks de slechte klassering… 
“De één na laatste plek op de ranglijst komt niet overeen met het verwachtingspatroon. Op de één of andere manier lukte het steeds maar niet om competitiewedstrijden te winnen. Dat kwam vooral door pech en blessures, denk ik. Je ziet het nu wel weer kenteren. Ook met mezelf gaat het beter. Ik heb na de winterstop elke wedstrijd gescoord, behalve tegen Delfia.”

-Zit er dit jaar voor Wippolder nog meer in? 
“Als ik reëel ben: Nee, al zou ik dat wel graag willen. We moeten de komende tijd laten zien dat het onterecht is dat we zo laag staan, veel meer zit er niet in.” 

- De meeste voetballers blijven desondanks te allen tijde geloven dat ze nog wel een prijsje gaan pakken… 
“Ik kan hier wel stoer vertellen dat we nacompetitie gaan halen en zo, maar gezien het aantal wedstrijden dat we nog moeten spelen kan ik me niet voorstellen dat we nog op de magistrale vijfde plek gaan eindigen en dus nacompetitie halen.” 

-Je bent klein van stuk, maar wint veel kopduels van soms boomlange verdedigers. Hoe kan dat? 
“Dat komt, denk ik, door een goede timing en goede sprongkracht. Ik heb in de jeugd een trainer gehad die erop hamerde dat je altijd het duel aan moet gaan, hoe klein je ook bent. Ik zal daarom ook altijd meespringen, anders maak je het de verdediging alleen maar makkelijker.” (JN)

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12