Erwin Stoelinga: weinig punten, geblesseerde spitsen en slechte velden

Algemeen

Erwin Stoelinga (links) coacht z'n spelers tijdens een wedstrijd in het kader van de Stad Delft Bokaal. (foto: Roel van Dorsten)

DELFT – SV Wippolder-trainer Erwin Stoelinga noemt het 'een beetje het verhaal van de kip en het ei'. Hij bedoelt: "We krijgen veel kansen, maar we scoren niet. Dat mag je wel zeggen. SV Wippolder voetbalde in negen wedstrijden niet meer dan vijf punten bijeen. En het scoorde nog maar tien keer. Een derde plek van onderen in de derde klas, dat is vooralsnog het verdiende loon.

En dan te weten dat twee teams rechtstreeks moeten degraderen en dat twee andere teams gedoemd zullen zijn het vege lijf via de nacompetitie te redden. Stoelinga weet wel waar (een deel van) de oorzaak van het matige presteren ligt: "Onze twee spitsen, Donny van de Bos en Daniël van Leeuwen, hebben allebei zeven wedstrijden door blessures gemist. Dan wordt het wel even lastig. Natuurlijk heb ik andere jongens in de spits gehad, maar scoren, die bal tussen de palen schieten, dat is toch echt wel een vak apart. Als ik terugkijk op onze wedstrijden, dan moet ik zeggen dat we op één of twee wedstrijden na best wel goed gevoetbald hebben. Maar onder de streep houden we daar dus weinig aan over. Als je niet scoort, sta je aan de andere kant van het rijtje. Maar ik heb goeie hoop dat, als we uit de geblesseerden raken, het wel goed komt. Nogmaals: qua voetbal kunnen we wel meekomen, maar we scoren veel te weinig. En dan zie je ook dat als het even niet loopt, dat we dan van ons apropos raken. Dat heeft er ook mee te maken dat we een wel heel jonge groep hebben. Marco Rossel is de enige, oudere, geroutineerde speler. Hij steekt er qua voetbal met kop en schouders bovenuit. Zo zouden we er eigenlijk nóg twee moeten hebben. Dan heb ik, geloof ik, één jongen van 25. En de rest is achttien, negentien. We missen dus een heel stuk ervaring. Vergelijk ons maar een beetje met Feyenoord. Het is nog jong, het komt wel. We moeten nu keihard werken. De neuzen moeten dezelfde kant op. Iedereen moet ervoor willen gaan. Dan pakken we onze punten wel". 

-Valt het je tegen, zoals het tot nu toe gaat?
"Dat we een heel zwaar jaar zouden krijgen, dat wist ik van tevoren. Daarbij komt nog 's dat onze velden super- en superslecht zijn. Eigenlijk is het schandalig dat we op zo'n veld moeten trainen. Het is nog te slecht om je hond op uit te laten. Gelukkig hebben we met Full Speed kunnen afspreken dat we daar kunnen trainen. Doen we twee keer in de week,, nadat Full Speed zelf heeft getraind. Natuurlijk is dat niet ideaal, je traint toch het liefst op je eigen complex. Maar dat kan gewoon niet. Nee, op het eerste veld mogen we ook niet trainen. Is ook slecht, trouwens. De eerste wedstrijd dit seizoen, een Bekerwedstrijd, toen wilde de scheidsrechter het veld al afkeuren. Moet je nagaan, er was nog geen wedstrijd op gespeeld. Dat zijn allemaal organisatorische problemen waar je ook tegenaan loopt". 

Een kunstgrasveld, dat zou de zorgen van de snel groeiende vereniging aardig verlichten. Maar helaas, zo ver hebben de beide betrokken gemeenten - Pijnacker-Nootdorp en Delft - het nog niet weten te brengen. "We hebben een ledenstop voor de E- en F-jeugd. Simpelweg omdat ze geen kunstgrasveld aan willen leggen. In beide gemeenten hebben ze de mond vol over breedtesport. Maar dat is gewoon retoriek. Ze roepen maar wat. Je gaat een kind van zeven toch niet tien kilometer wegsturen om te sporten? Wat zie je dan? Ze stoppen met voetballen. Of ze kiezen een andere sport. Ik vind 't schandalig". 

Zo, dat is eruit. 

-Is zeker wel wennen, dat je vorig seizoen, bij DVV Delft, meer won dan verloor en dat het nu andersom is?
"De druk, vorig seizoen, bij Delft was ook hoog. Je mocht niet verliezen. Bij Wippolder is het al prachtig als we ons handhaven. Lukt dat niet, dan lukt het niet. Het gaat erom dat we een gezonde vereniging zijn. Kijk, voor die jonge gasten is alles nog nieuw. De tegenstanders zijn in het algemeen geroutineerder. Het gaat erom dat we een goeie organisatie neerzetten, dat we kei- en keihard werken. Maar als het niet loopt, is er een hoop werk aan de winkel. Het is een uitdaging om deze jongens aan het voetballen te krijgen en te houden. Daarbij komt: bij Delft had ik een groep van achttien, negentien spelers voor het eerste. Bij Wippolder heb ik er bij Gods gratie elf. Dat maakt het ook wel moeilijk". 

-Heb je het wel naar je zin?
"Natúúrlijk. Anders zou ik het niet doen. Ik heb eerder bij Wippolder de A-jeugd getraind. Toen vroegen ze me ook waar ik aan begon. Maar in twee seizoenen wist ik toch een zeer acceptabel A-team neer te zetten. Die uitdaging zie ik nu ook. Alleen is de druk bij een eerste elftal natuurlijk groter dan bij een A-elftal. Maar het is me toen gelukt, het zal me nu ook wel lukken".

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12