Vreugde om vreemde dieren, verdriet om verdwijnende padden

Algemeen

Soms hoeft Geert van Poelgeest de dieren niet op te zoeken, maar zoeken ze hem op. Zoals deze bruinrode heidelibel, die herhaaldelijk op zijn hoofd neerstreek.

DELFT – Tien tot twintig Amerikaanse rivierkreeften in de Delftse grachten, een bont zandoogje in het Abtswoudsebos, een segrijnslak op een balkon aan de Roodborstlaan en een roodwangschildpad bij de Zeven Gaten.

Het zijn stuk voor stuk waarnemingen van leden van de Koninklijke Nederland Natuurhistorische Vereniging afdeling Delft. Wekelijks worden de opvallendste waarnemingen die bij de Natuurvereniging binnenkomen in de Nieuwsbrief vermeld. Het is KNNV-voorzitter Geert van Poelgeest opgevallen dat sommige soorten steeds vaker worden gespot. “Zoals de halsbandparkiet, daar zie je sinds een jaar of zeven een enorme uitbreiding van.” Ook de Amerikaanse rivierkreeft heeft het hier in de regio naar z’n zin. “Hij heeft de inlandse kreeft al verdrongen”, weet Van Poelgeest. Hij en de andere leden van de KNNV komen soms ook heel bijzondere planten- en dierensoorten tegen. Zoals broedende kwartelkoningen, cetti's zangers en een roerdomp, die door leden van KNNV in de Oost Abtspolder zijn gespot. Dat zijn, voor wie dat niet mocht weten, ‘zeldzame vogelsoorten, waarvoor elke natuurorganisatie een moord zou plegen’, zo lezen we in de Nieuwsbrief. “Maar zet dat maar niet in de krant”, haast de voorzitter van de vereniging zich te zeggen. “De kwartelkoning is een hele zeldzame vogel en ook de roerdomp zie je niet veel. De Cetti’s zanger zie je vaker, dat is een kwestie van een opwarmend klimaat.”

Dramatisch
Daar waar aan de ene kant de blijdschap is vanwege bijzondere waarnemingen en diersoorten die in populatie toenemen, is er aan de andere kant het verdriet door de afname van het aantal padden in de Kerkpolder. In een rapport heeft de KNNV afdeling Delfland de paddentrek in de Kerkpolder beschreven. De daling van het aantal amfibieën is dramatisch, zo luidt de conclusie. “In 2003 waren er vier- tot vijfduizend padden”, licht Van Poelgeest toe. “De afgelopen paddentrek telden we er nog maar driehonderd.” Die afname heeft volgens hem drie oorzaken. De oevers zijn in die periode verhoogd, er is op verkeerde momenten gebaggerd en de Kerkpolderweg is steeds meer een sluiproute tussen de wijk Buitenhof en de A4 geworden. 

Ook de weidevogels in de regio hebben wel eens betere tijden gekend. Dat komt, legt Van Poelgeest uit, omdat er steeds minder weidegebied is. “Waar nu Ypenburg ligt, lagen vroeger allemaal weilanden. Die hele biotoop is nu weg.”
Het jaar 2009 is voor de KNNV echter het jaar van de vleermuis. En dus is de vereniging bijzonder geïnteresseerd in meldingen over vleermuizen. “Als mensen er één zien, willen we dat graag weten”, zegt Van Poelgeest. Hij juicht het sowieso toe als mensen hun waarnemingen bij de KNNV melden. “Het hoeft niet een heel bijzondere soort te zijn, meld ook wat je leuk vindt.” (JN)

Fotobijschrift:
Soms hoeft Geert van Poelgeest de dieren niet op te zoeken, maar zoeken ze hem op. Zoals deze bruinrode heidelibel, die herhaaldelijk op zijn hoofd neerstreek.

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12