Gitarist Derk Groen over blues en spelen in Madrid, over les geven aan kinderen en over muziek maken in Delft

Algemeen

DELFT – "Het gaat vooral om nu. Nu zit ik op de top van m'n kunnen. Ik ben vader van een mooie dochter, ik heb een huis, ik speel met een te gekke band. Maar ik ben wèl bluesman. Dat zal ik blijven tot m'n laatste snik".

Derk Groen is de naam. 'Een Nederlandse multi-instrumentalist, arrangeur, en componist'. Geboren in Overschie, in Rotterdam. Op z'n zes verhuisd naar Delft, want z'n vader werkte bij de TU. "Ik heb op de Jan Vermeerschool gezeten, op de Voldersgracht. Ik heb de echte Beestenmarkt nog meegemaakt, en de oude Taptoe. 
Ik hielp bij het opruimen van de markt. Kreeg ik koekkruimels of kaas. En een paar kwartjes. Of ik hielp bij Bochove, de ijssalon. Kreeg je ijsjes, of een gulden". We praten in Grandcafé De Sjees. "Het leuke is dat mijn moeder hier heeft gewerkt, toen Corsetterie Wala hier nog inzat". Hij is 19 als hij naar Den Haag verkast. En bij de welbekende Muziekhandel Servaas gaat werken. "Ik ben, het is dan 1982, voor m'n werk ook naar New Orleans geweest. Naar de Peavyfabrieken. Daar maakten ze versterkers en gitaren. Ik ben ook een paar dagen in Miami geweest. Die sfeer, die je wel uit films kent, die heb ik daar zelf meegemaakt". Zijn verblijf in New Orleans, in een sjiek, prijzig hotel, "met uitkijk op de Mississippi", stond in schril contrast met wat hij 'buiten' zag. "De arme Afro-Amerikanen die op de luchtroosters sliepen. Ja, dat heeft wel een verandering bij mij teweeg gebracht. Ik had thuis een leuke vrouw, een auto van de zaak, twee auto's voor de deur, veel vakanties. ik verdiende goed. Nu dacht ik: Als dat het leven is… Daar had ik wel moeite mee". Kortom: "Vier jaar later stond ik blues te spelen in de metro van Madrid". 

Groen had tijd nodig om uit te vogelen waar hij met z'n leven heen wilde. "Is dit het nou? Zijn dit de mensen met wie ik wil werken? Als m'n vriendin haar verjaardag vierde, dacht ik: Wat voor mensen zitten er in m'n huis? En op een dag wist ik het: zó gaat het niet meer. Ik was wel klaar. Ook met m'n relatie. En ik ben naar Madrid gegaan".
 
-Waarom naar Madrid?
"Ik was toen tourmanager van Q65. We reisden de hele wereld over. Ik was ook de chauffeur van de band. En ook gediplomeerd geluidstechnicus. Een goeie vriend van mij, een goeie muzikant ook, ging naar Madrid. Ik zei: Dan rij ik wel effe heen en weer. Anderhalf, twee weken voor het vertrek dacht ik: Ik ga 'm niet brengen, ik ga mee. Ik heb alles aan de kant gegooid. M'n huis, m'n spullen, alles. Tot groot verdriet van iedereen. Nee, het ging helemaal niet echt soepel, ik had niet veel support. Maar ik wilde weg van hier. Het maakte niet uit of het naar Warschau, Tokio of Madrid zou zijn". Het werd dus Madrid. Waar hij een jaar verbleef. Een redelijke boterham bij elkaar speelde in de metro. En genoot. "Als je daar een dixielandbandje hoorde, man, man, man. Er stond 's een band op straat te spelen, ik dacht dat ik gek werd. Dat was daar de standaard. Wat je hier op het North Sea Jazz Festival ziet en waar je veel geld voor moet betalen, dat zie je daar elke dag". 

Hij vond in Madrid wat hij zocht. "Ik deed zelf de deur open. Die deur was er altijd al, maar ik kreeg 'm niet open. Er was zó veel afleiding dat ik de deur telkens voorbij liep. Veel mensen kennen dat. Zo van: Ik zou nog wel 's dit of dat willen, maar het komt er nooit van. Maar die deur was er gewoon. Ik kon 'n zó open doen. Ik heb daar een soort reïncarnatie bij leven meegemaakt". 

Hij kon in Madrid van z'n muziek maken leven. "Het is daar anders dan hier. Hier word je als straatmuzikant als een loser gezien, op een paar uitzonderingen na. In Delft is een man die accordeon speelt, die is fantastisch. Daar is uitgaan cultuur, passie, levenswater. Hier is het vooral geluidsoverlast. Ik heb jarenlang les gegeven op scholen, aan de groepen 6 en 7. Dan leer je kinderen bijvoorbeeld klappen. De meeste kindjes kunnen dat niet. In Madrid wèl. Dat is wie ze zijn. Ik woonde middenin de stad. Zat ik op m'n balkonnetje, liep de jeugd 's nachts naar huis. Dan zongen en klapten ze. Dat zie je in Nederland niet. Dat kan ook niet, want het is niet onze cultuur. Ik was pas nog in Sevilla. De mensen daar praten niet met elkaar, ze zingen. Dat heb je toch niet in Nederland? Hier zetten ze André Hazes op en galmen ze heel hard mee…"

'DAAR GELOOF IK HELEMAAL NIET IN' 

Groen is, vertelt hij, zo dislectisch als wat. "Niemand wist wat dat was. Ze hebben mij vrij regelmatig laten testen, of m'n ogen wel goed waren. Je had ook van die beroepskeuzetesten. Weet je wat het is? Daar heb ik nog steeds mee te maken: dat soort testjes vormen een soort klankbord. Hoe je het ook draait, keert of wendt, alles wordt geplaatst in de context van wat we nu als waarheid zien. Daar gaat het fout. Je hebt ook mensen die anders in elkaar zitten, kijk maar om je heen. Ik ben gelukkig gezegend met talent. Maar hoeveel procent van de bevolking zit niet aan de Prednison of aan andere pillen? Of zit elke dag op een bankje? Dan denk ik: Oh man. Ik heb het geluk gehad medestanders te vinden, waardoor ik me niet alleen voel. Er zijn veel mensen die dat nièt hebben. Grote groepen mensen die zich verschuilen achter een masker. Nee, ik ga niet zeggen dat we in een verkeerde tijd leven. Zo van: vroeger was alles beter. Daar geloof ik helemaal niet in. Soms, als ik in de Albert Heijn loop, kijk ik naar de koppen van de mensen. Dat zijn dezelfde koppen die je ook op schilderijen van Jeroen Bosch ziet. Alles om ons heen verandert snel, maar de mensen veranderen niet. Dat willen we ook niet. Kijk maar naar de politiek. Als er iets verandert, schreeuwen we heel hard néé". 

Derk Groen is gitarist. "Ik was 28, toen ben ik pas echt gitaar gaan spelen. Ik kwam uit een hard werkend, burgerlijk, atheïstisch, beetje links gezien. Tot m'n achtentwintigste was ik vooral bezig om de stap uit het kleinburgerlijke te maken. Om me los te maken van m'n ouders, m'n opvoeding. Ik wilde weten wat waar is en wat niet. Anders ga je alleen maar aannemen wat anderen zeggen. Je moet het zèlf zien. Klim maar over het hek en ga kijken".
 
-Heb jij talent voor gitaar spelen?
"Ik kan het verschil brengen. Natuurlijk, ik heb talent voor muziek. Voor muziek in de vorm van communicatie. Muziek is de meest reine vorm van communicatie, is de oervorm van communicatie. Ik heb het talent, zo lang ik me kan herinneren. Ik dacht dat anderen dat óók hadden. Baby's hebben het. Als ze net gegeten hebben en je speelt dan gitaar, dan gaan gelijk die ogen en oren reageren. Dat hebben katten ook". 

-Waarom heb je voor de gitaar gekozen?
"Hoe je een gitaar ook afstelt of stemt, hij is altijd vals. Een gitaar is niet zuiver te krijgen. De gitaar heeft zó ernstig veel mogelijkheden. Je kan er mooi jazz op spelen of salsa, maar ook onwijze hardrock. Met bijvoorbeeld een keyboard heb je toch altijd die afstand van jou tot het instrument. Dat heb je bij een gitaar niet. Ik zit al meer dan dertig jaar met dat ding op m'n schoot. De gitaar is het meest verspreide instrument van de wereld. De gitaar heeft zes snaren, maar in Afrika zie je ze ook gitaren met twee snaren bespelen". En, ook niet onbelangrijk: "De vorm van de gitaar is prachtig. Je ziet ook dat de vorm van de gitaar iets van een vrouw symboliseert".

'WAAROM ZIJN HIER NU GEEN WERELDBANDS MEER?' 

Pop, blues, Afrikaanse muziek, Groen is van vele muzikale markten thuis. Daar getuigen ook de vele bands van waarvan hij deel uitmaakte of uitmaakt. Een kleine greep: Magic Fingers (makossa-pop), el Fluviá (Afrikaans georiënteerde rock), Anouk, East Meets West (Turks georiënteerde wereldband), Gnaoua Electrique (Marokkaanse soefimuziek) en Cuccurullo Brillo Brullo (Frank Zappa-tributeband). "Ik heb het geluk gehad dat ik met veel van m'n idolen heb mogen spelen. Ik was dertien, veertien, toen stond ik hier te kijken naar Polle Eduard en Alquin. In de oude Doelen heb ik Margriet Eshuys gezien. Dat zijn mensen met wie ik later in bands heb gespeeld of op sessies. Eén van de belangrijkste bands was Q65. En ik heb het eerste jaar met Anouk gespeeld. Die band bestond al. Erwin Jansen, toenmalige echtgenoot van Anouk en manager van de band, vroeg of ik met Anouk wilde spelen. Toen was het nog gewoon een coverbandje. We hebben een jaar lang te gek gespeeld. We hadden optredens met The Golden Earring, we zaten in het A-circuit. Maar ik ben wel altijd een beetje dat jongetje gebleven dat z'n droom is gaan najagen. Dat doe ik nog steeds. Ik wil gewoon gitaar spelen, muziek maken, m'n verhaal delen. Het werkt soms troostend en louterend. Dat je je eigen blues vertaalt in klanken en dat de mensen dan zeggen dat ze een leuke avond hebben gehad, dat is mooi". 

"Gitaar spelen, dat is meters maken. Net als een marathon lopen. Willem Bieler, het is dit jaar elf jaar geleden dat hij is overleden, was één van mijn grootste mentoren. Hij zei altijd: Wacht maar tot je vijftig bent, dan ga je pas echt blues spelen. Dan is dat springerige eruit, dan komt de diepgang. Ze zeggen wel 's: als je jong bent, kijk je in de verte, naar waar je naartoe wilt. Als je veertig bent, kijk je in de breedte. Als je vijftig bent, zie je niet alleen de verte en de breedte, dan ga je ook de diepte in. Dat geldt voor ons allemaal". 

Westerse en Afrikaanse muzikanten, de verschillen zijn groot, weet Groen. "Met Westerse muzikanten moet je altijd even bij elkaar komen, een paar maatjes spelen en dan zit je erin. Bij Marokkaanse muzikanten zit je er gelijk in. Je gaat stemmen, je speelt en alle tekst en muziek is een ode aan de schepping van God. Niks ego. Dat maakt het heel rein. Niks verhaaltjes van ik hou van jou en ik blijf je trouw. Daar is de muziek zó veel krachtiger". 

Hij vertelt over z'n project 'Green". Waarin hij als gitarist bij Cuccurillo Brillo Brullo 'soms één keer per jaar en soms een jaar helemaal niet' optreedt. Maar wel repeteren en nieuw repertoire instuderen. 'We hebben geen ambities, we doen dit al zó lang. Een kern van drie muzikanten speelt al zeker dertig jaar samen. Af en toe doe ik ook wat jamsessies, in Delft en in Den Haag. En af en toe speel ik met Polle Eduard. Elke vrijdagochtend geef ik les aan een groepje van veertig kinderen. Dat is een project van Winston Scholsberg, dat de Muziekdokter MultiJam heet, Dat doe ik al een jaar of tien. Winston is de muziekdokter, de kinderen komen met problemen. Hij schrijft dan recepten voor en dat is natuurlijk muziek. De kinderen hebben als huiswerk het leren van de teksten van de vertaalde bekende liedjes. Alles is in het Nederlands. Ik heb zelf blues vertaald voor de kinderen. Zo van: Kleuren hebben ook gevoel. Blauw is de kleur van het verlies, van de eenzaamheid, van het verdriet. Rood is hartstocht, liefde, maar ook gevaar, stoppen. Groen is juist de kleur van de hoop, van de vooruitgang. En dat allemaal dus in bluesvorm. We verwachten dat we komend jaar met dit project ook landelijk kunnen gaan. De kinderen komen om half tien binnen en om tien over half tien is het feest. Daar krijg je energie van". 

Groen mag graag filosoferen. Een tobber wil hij zichzelf niet noemen, een denker, dat wèl. "Inherent aan het mens zijn is dat je nadenkt over wie je bent, hoe je verder moet, waar het heen gaat". 

Wat hem 'verrijkt' heeft, is dat sinds twee jaar z'n dochter bij hem woont. "Ik heb jarenlang les gegeven aan kinderen in de leeftijd van m'n dochter. Dan dacht ik altijd: Dat zijn ook mijn kinderen. Nu ze bij me woont, maakt dat me ook weer jong. Dat wij samen zijn, dat is echt belangrijker dan al het andere". 

Leven van de muziek, het valt niet mee. "Ik ben nu werkzoekende". Hij gooit er moeiteloos wat wervende teksten uit. "Ik ben een leuke, warme, handige man met een hands-on-mentaliteit, die toch wel graag wil les geven". 

Maar stilzitten is er niet bij. Zo zorgt hij er, samen met Bobby Jacobs en Youp Soulman, voor dat er in het Flora Theater en in Club Ciccionina regelmatig van prima muziek en van prima muzikanten valt te genieten. "Delft is een heel muzikale stad. Was wereldberoemd, met Peter Tetteroo en Alquin. Waarom zijn hier nu geen wereldbands meer? Er zijn geen mogelijkheden om te spelen. We willen terug naar dat er weer gewoon gespeeld wordt". (PB)

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12