Nog altijd zorgen om zorg voor ouderen, al is dat volgens Pieter van Foreest niet nodig

Algemeen

De Bieslandhof. Volgens Pieter van Foreest kunnen ouderen er van alles doen, volgens een ex-werknemer ook, maar mag dit vooral niets kosten.

DELFT – Pieter van Foreest heeft géén personeelstekort en de bewoners van de twintig zorginstellingen krijgen wél de zorg waar ze recht op hebben. Dat laat een woordvoerster van Pieter van Foreest weten naar aanleiding van de kritiek in de krant Delft op Zondag van vorig weekend. De manier van zorgverlenen is inderdaad anders dan voorheen, bevestigt ze. Maar dat heeft niets te maken met de 30 miljoen euro die Pieter van Foreest van de Overheid moest bezuinigen.

Van de bewoners wordt sinds januari 2009, zo legt ze uit, door het Centrum Indicatiestelling Zorg een indicatie opgesteld van hun zorgvraag. Aan bewoners die veel zorg nodig hebben, kunnen volgens deze methode relatief veel uren worden besteed. Voor bewoners die minder zorg nodig hebben, kan minder tijd worden uitgetrokken. Dat is een compleet andere situatie dan vóór 2009, toen Pieter van Foreest nog kreeg betaald voor elk bed en iedere cliënt en vervolgens zelf mocht bepalen hoe ze de tijd en het geld verdeelden. De kwaliteit van de zorgverlening bij Pieter van Foreest is, benadrukt ze, nog altijd gegarandeerd. Het aantal zorgverleners aan het bed is volgens haar bovendien niet anders dan voorgaande jaren. “De bezuinigingen hebben vooral plaatsgevonden in de management-lagen.” 

Het is volgens de woordvoerster van Pieter van Foreest onzin dat bewoners op warme dagen niet naar buiten kunnen. “Als ik nu naar buiten kijk, dan zie ik genoeg bewoners op ons terras zitten. Iedereen kan hier altijd naar buiten.” Er wordt volgens haar vanuit de Overheid op gestuurd dat vrijwilligers en mantelzorgers ervoor zorgen dat ook de ouderen die niet op eigen gelegenheid naar buiten kunnen toch een luchtje kunnen scheppen. “We hebben eigenlijk op elke locatie vrijwilligers lopen die dit doen.” Bovendien: “We hebben overal een uitgebreid activiteitenprogramma waar bewoners aan kunnen deelnemen.” 

Sommige beweringen lijken haaks te staan op de reactie van Dorien Smink. De 55-jarige Delftse werkte veertien jaar lang in De Bieslandhof en nam onlangs uit onvrede ontslag. “Ze wilden me overplaatsen naar een andere afdeling. De mensen waar ik mee werkte zijn dement en ik nam het voor ze op.” Daar is volgens haar alle reden toe. “Het eten dat ze krijgen is slecht. Ik vecht daar al jaren voor. Ik vind het belangrijk dat ze wél goed eten krijgen. Ze vonden echter dat ik een te grote mond had.” Ze liet inderdaad blijken hoe ze erover dacht. “Maar ik deed dat níet voor mezelf.” Toen ze twaalf jaar geleden in De Bieslandhof kwam te werken, ‘kon en mocht alles’, vertelt de ex-werkneemster. “We konden gezellig met bewoners naar de Markt en het eten was goed. Nu is de keuken weg en ik mocht het niet meer gezellig maken met bewoners. Het gaat allemaal om geld. De directie verdient meer dan de Balkenendenorm, maar de mensen die hun leven lang hebben gewerkt en nu zorg nodig hebben, krijgen het minste van het minste. Ik heb sinds 2008 totaal geen lichtpuntjes meer gezien en ik was er laatst helemaal klaar mee. Ik ben een ouderwetse, ik wilde het graag gezellig maken met de bewoners, maar dat kon niet meer. De laatste keer dat ik met bewoners op vakantie ging, was dat in m’n eigen tijd. Dat had ik zelf georganiseerd en zelf betaald.” 

De bewering dat vooral in het management is gesneden, gaat er bij Dorien Smink niet in. “Door de bezuinigingen ligt er een hele hoge werkdruk op het personeel, ze moeten dubbel zo hard werken. Ze voelen zich verantwoordelijk voor de ouderen. Die verdienen ook goede zorg. Ze hebben hun hele leven lang hard gewerkt en bovendien betaald voor de zorg die ze nu zouden moeten krijgen.” Smink denkt dat er meer Delftenaren zoals Joost Verhoeff en Theodor van der Lans zijn, die zich zorgen maken over het lot van hun ouder(s) in het verzorgingshuis. “Met bezuinigingen wordt overal overheen gewalst. Met zo min mogelijk geld moet een beetje zorg worden gegeven, meer is het niet. Dat ligt niet aan de meiden die zorg geven, maar aan de directie, die niet weet wat er op de vloer speelt.”

Goed nieuws
Wat de financiën betreft, heeft de woordvoerster van Pieter van Foreest overigens goed nieuws. De instelling zit volgens haar ‘weer in de positieve cijfers’ en heeft de financiële huishouding goed op orde. “Maar dat is hard knokken geweest. De nieuwe manier van financieren heeft op sommige plekken druk op de ketel gezet. Het Centrum Indicatiestelling Zorg bepaalt nu de hoeveelheid zorg. Natuurlijk, het zou leuk zijn als we de hele dag met cliënten konden wandelen en hen de hele dag konden verzorgen, maar ja, dat kost een heleboel tijd. Tijd die niet binnen de betreffende ZZP-indicatie zit. We bepalen nu in overleg met de cliënt hoe die tijd wordt verdeeld, want de cliënt staat centraal.” Dat er niet voor elke activiteit die iemand wil organiseren geld wordt uitgetrokken, ontkent de woordvoerster niet. “We moeten op de centen letten. We kunnen niet meer geld besteden dan in onze portemonnee zit.” 

Ineke van Bijsterveld, wier moeder Alzheimer heeft en sinds vorig jaar in Abtswoude woont, heeft weinig aan te merken op de zorg die Pieter van Foreest verleent. Integendeel. Ze kon zich totaal niet vinden in het artikel in Delft op Zondag. “De uitlatingen ‘amateuristisch gedoe’, ‘een ruimte die onbewoonbaar verklaard zou moeten worden’ en als absolute uitsmijter ‘een huisvesting die je een hond nog niet zou toewensen’ komen totaal niet overeen met mijn beleving”, reageert Van Bijsterveld. Een goede communicatie met de verzorgers van de Alzheimerpatiënt is volgens haar onontbeerlijk. “Mijn ervaring leert dat in Abtswoude het personeel openstaat voor een dergelijk gesprek. Abtswoude beschikt gelukkig over personeel en een team van vrijwilligers die hun best doen om - ondanks de landelijk opgelegde bezuinigingen - hoogbejaarden een zo prettig mogelijke laatste levensfase te bezorgen. In het geval van mijn moeder is dat tot nu toe zeker gelukt.” 
Ze hoopt dat het personeel en de vrijwilligers nog lang de motivatie kunnen opbrengen om 'ondanks de negatieve manier waarop zij in de publiciteit zijn gekomen’ hun werk naar volle overtuiging te blijven uitoefenen. 

Marc Rust is PGB-consulent. Hij helpt ouderen om uit te zoeken of een Persoonsgebonden Budget voor hen haalbaar is. Ook hij bekommert zich om het lot van de ouderen. De achteruitgang van welzijn in verzorginshuizen is volgens hem al jaren aan de gang. “Terecht werd in Delft op Zondag gemeld dat de ouderen, die de grootste financiële bijdragers zijn geweest van het verzorgingssysteem, er feitelijk minimale zorg voor terugkrijgen. Dat geldt niet alleen voor de bewoners van de tehuizen, maar ook voor de aanleunwoningen.” Ouderen klagen volgens hem niet vanzelf. “Dat komt die organisaties goed uit. Geen meldingen, geen registratie, dus het gaat goed.” Maar helaas, zo goed gaat het volgens hem dus niet. De verhalen van onderdrukking en mishandeling in tehuizen zijn volgens hem niet alleen van deze tijd. “Het wij-weten-wel-wat-goed-voor-je-is en een cliënt die niet gewend en bij machte is om écht te klagen, deden afbreuk aan het welzijn van de zorgvrager in de tehuizen.” Hij heeft overigens nog wel een – landelijke – bezuinigingstip, waar weinigen op tegen zullen zijn. “Hevel al die luxe uit strafinrichtingen over naar de zorg. Alle beetjes helpen!” (JN) 

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12