De terrassen op de Markt moeten, indien het voorgestelde beleid wordt doorgezet, aan veel nieuwe regels voldoen (Foto: Koos Bommelé)
De terrassen op de Markt moeten, indien het voorgestelde beleid wordt doorgezet, aan veel nieuwe regels voldoen (Foto: Koos Bommelé)

Kritiek horecaondernemers op voorgenomen terrassenbeleid

Algemeen

DELFT - Vorige week kwamen bezorgde horecaondernemers uit de binnenstad van Delft bijeen tijdens een vergadering van de commissie Economie, Financiën en Bestuur. De hoofdzaak van de bijeenkomst was de bespreking van het voorgenomen plan van het college om het beleid met betrekking tot terrassen en terrasboten te vernieuwen. Een plan waarop veel kritiek klonk. 

Door Cheyenne Toetenel

In november 2022 is gestart met de evaluatie en actualisatie van het terrassen- en terrasbotenbeleid. Het huidige beleid bestaat tien jaar en er is behoefte aan een actualisatie, aldus het college. Tijdens de vergadering kregen dertien insprekers, waaronder de horecaondernemers, de gelegenheid om hun bezwaren tegen de voorgenomen wijzigingen te uiten. Een gemeenschappelijk standpunt onder de ondernemers was dat de voorgestelde veranderingen een ernstige bedreiging vormen voor de horeca in Delft. De kern van de aanpassingen is dat er minder ruimte beschikbaar zal zijn voor terrassen. De tijdelijke verruiming die tijdens de coronacrisis op sommige locaties was toegestaan, wordt teruggedraaid. Belangrijke factoren bij het bepalen van de nieuwe regels zijn veiligheid, vrije doorgang in smalle straten en beeldkwaliteit. Volgens de voorgestelde regels moeten windschermen verdwijnen, parasols op de Markt moeten crème, licht tot midden grijs of beige van kleur zijn, en schotten mogen niet hoger dan 1.60 meter en niet dieper dan 1.50 meter vanaf de gevel. Hoewel er op sommige plekken terrassen zullen verdwijnen, zoals op het Vesteplein, zullen er ook nieuwe terrassen worden gecreëerd. Vergunningen voor terrasboten worden voortaan nog maar voor drie jaar afgegeven, in plaats van vijf jaar. 

Insprekers
Arjan Steendam uitte als voorzitter van de Stichting bestuurlijk overleg binnenstad de zorgen die heersen onder ondernemers. “Helaas hebben de horecaondernemers in Delft op dit moment niet het gevoel dat de gemeente met hen meedenkt”, aldus Steendam. “Het probleem zit hem in het tempo waarop dit beleid gepresenteerd is en de inhoud ervan. Dit drijft veel horecaondernemers tot wanhoop. Ze voelen zich overvallen en hebben niet voldoende tijd gehad om zich voor te bereiden op de veranderingen die dit beleid met zich meebrengt, dan wel niet het gevoel gekregen om structureel mee te kunnen denken. Dit zorgt voor onzekerheid en angst voor de toekomst van hun bedrijf. Laten we samen werken aan een beleid dat recht doet aan de belangen van zowel de ondernemers als inwoners van Delft.” Ook Jon Cornelese, voorzitter van Koninklijke Horeca Nederland afdeling Delft, sprak zijn zorgen uit. Onder meer over de voorgestelde overgangsperiode van slechts zes maanden. Hij pleitte ervoor dat ondernemers drie jaar de tijd moeten krijgen om zich aan te passen aan het nieuwe beleid. “Het gaat om forse investeringen. Een investeringsperiode van drie jaar is nog minimaal. Dit is ook nodig om de financiële stabiliteit van de lokale ondernemingen te bevorderen, want velen zijn nog steeds aan het bijkomen van corona en hebben nu ook te maken met enorme kostenstijgingen door de inflatie die men niet altijd aan de gasten kan doorberekenen.”

Meedenken
Het voorgestelde beleid bevindt zich nog in de consultatiefase en is nog niet definitief vastgesteld. De plannen waren naar de commissie gestuurd door het college om de mening van de fracties te peilen. Momenteel liggen de beleidsnota’s ter inzage, waardoor alle belanghebbenden in de stad de mogelijkheid hebben om hun reacties kenbaar te maken.

Fracties
Tijdens de vergadering was D66 niet positief over de voorgenomen plannen. Raadslid Heera Dijk constateerde dat de horecaondernemers zich onvoldoende gehoord voelen en betreurde het gebrek aan de verbindende rol van de burgemeester in de stukken. Commissielid Anne Stehouwer van STIP sprak over onnodige regels en vindt onduidelijk wat de aanleiding hiervoor was. “Waarom hebben plantenbakken een maximum grootte, waarom geen windschotten op de Markt en waarom is het noodzakelijk om de kleuren van een parasol te gaan bepalen?” Fractievoorzitter Lieke van Rossum van de SP noemde de zorgen van de horecaondernemers pijnlijk en achtte flinke aanpassingen noodzakelijk. “De regels over de terrasinrichting gaan ver. Ondernemers pesten omdat hun windscherm niet mooi genoeg is, is waanzin.” Raadslid Deyar Jaff van GroenLinks vond het lastig een oordeel te vormen en heeft vragen over inspraak, verduurzaming van terrassen en inclusie van het terrassenbeleid. Raadslid Lisette de Jongh Swemer van Hart voor Delft plaatste vraagtekens bij de totstandkoming van de nieuwe terrasregels en riep op tot betrokkenheid van ondernemers bij het beleid. Tevens riep de fractie op tot maatwerk. Ook raadslid Eva Brussaard van Volt benadrukte het belang van participatie bij nieuw beleid. De fractie zei het college de tijd te willen geven om enquêtes af te nemen en met de horecaondernemers in gesprek te gaan. Fractievoorzitters Frank Visser van het CDA en Bert van der Woerd van de ChristenUnie vroegen, naast aandacht voor de horecaondernemers en de vele toegevoegde regels, ook aandacht voor de binnenstadbewoners die in dit beleid een belang hebben. Van der Woerd: “Iemand heeft ooit eens gezegd dat de binnenstad moet bruisen als de Efteling. Maar niemand wil in de Efteling wonen. De binnenstad is naast alle uitgaansgelegenheden toch ook gewoon een woonstad.” Fractievoorzitter Leon Hombergen van de PvdA sprak van ‘haastwerk’ en gaf aan een integrale visie op de binnenstad te missen. “Ik kan nu niet toetsen of de maatregelen die zijn uitgewerkt in dit plan logisch vind, en of ik die vind passen in het totaalbeeld.” Commissielid Gerrit van Ree van Onafhankelijk Delft riep de burgemeester op de horecaondernemers de ruimte te geven en te stoppen met ze te ‘betuttelen over een schermpje en over een kleurtje’. Commissielid Wouter Labots van de VVD gaf aan voorstander te zijn van uitbreiding van de terrasruimte, met behoud van balans tussen levendigheid en leefbaarheid.

Heroverweging
Burgemeester Marja van Bijsterveldt beloofde de commissie opnieuw in gesprek te gaan met de horecaondernemers en bewoners, en de voorgenomen beleidsplannen opnieuw te overwegen. In het eerste kwartaal van 2024 zal het herziene terrassen- en terrasbotenbeleid naar verwachting opnieuw worden besproken in de vergadering van de commissie Economie, Financiën en Bestuur.