Sergio Calor hoopt met het vernieuwde DHC terug te keren aan de top

DELFT - DHC heeft na drie wedstrijden al meer punten vergaard dan in het hele vorige seizoen. Vorige week werd Oliveo het eerste puntverlies toegebracht en middenvelder Sergio Calor denkt dat het nog een mooi seizoen kan worden aan de Brasserskade. 

Door: Alphons de Wit jr. 

Het verhaal is bekend: in een teleurstellend verlopend seizoen pakte John van Zweden afgelopen maart niet de handschoen, maar de voorzittershamer op bij DHC. Door zijn inspanningen konden de trainers Wim Baggerman en Burak Uyar zesenveertig nieuwe spelers verwelkomen. Eén van de nieuwelingen was Sergio Calor, die overkwam van FC Skillz.

Échte DHC’er
“Helemaal nieuw ben ik niet”, vertelt de 27-jarige middenvelder. “Ik heb hier vanaf mijn elfde tot en met mijn zestiende gespeeld, waarna ik de overstap naar Haaglandia heb gemaakt. Ik heb hier in de jeugd een geweldige tijd gehad, waarin we nooit lager eindigden dan derde en we het ook bvo’s lastig maakten. Erna heb ik nog bij ADO onder -19, Jong ADO en Dordrecht gespeeld, maar ik heb ook een paar jaar niet gevoetbald. Toen de trainer van FC Skillz twee jaar terug vroeg of ik daar kwam voetballen, ging het weer kriebelen. In het eerste seizoen raakte ik geblesseerd en halverwege het tweede seizoen werd duidelijk dat ik niet in zijn plannen voorkwam. Toen zijn we om tafel gaan zitten en omdat ik niet in standaardklasse mocht spelen, ben ik teruggekeerd naar de club waar mijn hart ligt. Ik ben hier in het vierde ‘legends’ elftal gaan spelen en heb alle onrust binnen de vereniging wel meegemaakt. Het is mooi om te zien met hoeveel enthousiasme en passie John de zaken weer snel op de rails heeft.”
Van Zweden vond dat Calor zijn kans moest grijpen bij het eerste. “En daar heb ik geen moment spijt van gehad. We zijn vanaf het nulpunt begonnen en ik moet zeggen dat we in korte tijd al een heel eind onderweg zijn. Als je ons ziet voetballen, zou je niet zeggen dat we pas twee maanden samenspelen. Inmiddels hebben we tegen Nieuwerkerk en Oliveo de eerste twee punten al binnengehaald, maar ik denk dat als we de drie wedstrijden die we tot nu toe hebben gespeeld beter bekijken, we meer hadden verdiend.”

Technische staf
Die vorderingen zijn volgens de middenvelder niet in de minste plaats te danken aan trainers Wim Baggerman en Burak Uyar. “Het mooie is dat zij veel ervaring hebben, waardoor ze zich focussen op wat echt belangrijk is en geen tijd verdoen aan randzaken. Daarnaast hebben ze snel onze kwaliteiten in kaart gekregen en hier een systeem bij bedacht. Ik ben ervan overtuigd dat als we deze lijn voortzetten, we misschien dit seizoen al kunnen meedoen om de bovenste plaatsen. Of dat lukt, hangt vooral af van hoe we met tegenslagen en met onverwachte meevallers omgaan.”
Voorlopig is Calor erg te spreken over hoe het er tot nu toe aan toe gaat bij DHC. “Het is jammer, we hadden in sommige wedstrijden meer verdiend, maar voetballend gezien zitten we in een stijgende lijn. Doordat ik ziek was, kon ik in de eerste competitiewedstrijd niet langer dan een kwartier spelen, maar de andere twee wedstrijden heb ik helemaal gespeeld. Het ziet ernaar uit dat ik het vertrouwen van de trainers krijg, al zal ik het natuurlijk wel moeten blijven laten zien tijdens de trainingen en wedstrijden, want met de kwaliteiten die we ook in het tweede elftal en in de onder -23 hebben, is er geen ruimte om te verzwakken.”

Nieuwe start
Calor speelt op een plek die voor hem relatief nieuw is. “Want in de jeugd en tijdens mijn begintijd in de senioren speelde ik voornamelijk in de spits. Ook in die tijd wilde ik me al wat meer met het spel bemoeien, maar als je als spits regelmatig scoort, zet de trainer je niet op een andere plek neer. Na mijn zware blessure van twee jaar terug, ben ik me meer op de plek op het middenveld gaan richten en nu speel ik als een ‘8’ of ‘10’. Hier kan ik de slimmigheidjes die ik gedurende de jaren heb opgedaan goed kwijt en ik kan op deze positie beslissend kan zijn met mijn passing en scorend vermogen. Daarnaast heb ik, ook al ben ik nog niet helemaal topfit, een goed loopvermogen. Ik wil me op deze positie verder ontwikkelen en nog belangrijker voor het elftal worden.”
Daarbij neemt Calor zijn ervaring bij ADO Den Haag en FC Dordrecht mee. “Bij ADO heb ik onder Ekrem Kahya en Aleksander Rankovic getraind en van hen heb ik heel veel geleerd. Denk daarbij aan het vooruit denken en situaties al vroeg doorzien. Ik denk dat ik daarmee bij DHC mijn waarde kan hebben en ik hoop ermee bij te kunnen dragen aan de stap omhoog. Want DHC hoort niet in de tweede klasse te spelen. Daarvoor is de club te mooi, te groot en te belangrijk voor mij.”