Ruim duizend vmbo-leerlingen waren aanwezig tijdens het beroepenfeest VMBO On Stage. Hier maakten ze kennis met Delftse bedrijven en een afspraak voor een doe-middag bij een bedrijf. Zo leren de kinderen om een netwerk op te bouwen. (Foto: Alyssa van Heyst)
Ruim duizend vmbo-leerlingen waren aanwezig tijdens het beroepenfeest VMBO On Stage. Hier maakten ze kennis met Delftse bedrijven en een afspraak voor een doe-middag bij een bedrijf. Zo leren de kinderen om een netwerk op te bouwen. (Foto: Alyssa van Heyst)

‘Delft moet zich meer profileren als (v)mbo-stad’

Algemeen

Debat in De Staat van Delft over sterkere positie vmbo en mbo

DELFT - Vierenvijftig procent van de inwoners van Delft heeft een mbo- of vmbo-achtergrond. Ruim tweeduizend jongeren volgen een mbo-opleiding. Toch staat Delft vooral bekend als universiteitsstad. Wordt het niet tijd dat Delft zich ook als (v)mbo-stad profileert? Daarover gaan onderwijsmensen, bedrijfsleven en mbo-studenten met elkaar in gesprek tijdens De Staat van Delft op vrijdag 24 maart om 16.00 uur in OPEN. Het debat is gratis toegankelijk.

Door Marcel de Jong

Dwaze CITO-stress
Als je het hebt over een sterkere positie van vmbo en mbo in Delft, kom je al gauw uit bij de Delftse Corine Korrel. Ze is oprichter van VMBO On Stage – een Beroepenfeest waarin bedrijven en instellingen vmbo-leerlingen ontmoeten en leerlingen laten zien wat ze later allemaal kunnen worden. “Verzorgende, brandweervrouw, advocaat, kapper, installatiemonteur, dokter. Vanuit dat perspectief laten we ieder kind bij On Stage dromen over de toekomst.” Dit project begon ooit in Delft onder de noemer Delft on Stage, maar was een zo groot succes dat het concept landelijk is uitgerold.
Korrel vindt dat Delft het vmbo en mbo veel meer moet waarderen. “Maar eigenlijk is die onderwaardering van het praktisch beroepsonderwijs een maatschappelijk probleem.” Het begint volgens haar al bij de ouders. “Hoe vaak hoor ik niet verhalen over ouders die tegen hun kinderen in groep acht van de basisschool zeggen: doe je best, schatje, anders moet je naar het vmbo. Dat is bijna een dreigement, dat trouwens soms zelfs door leerkrachten in het basisonderwijs wordt geuit. Sterker nog, een adviesgesprek met als uitkomst vmbo wordt vaak als slechtnieuwsgesprek gezien. Een adviesgesprek met als uitkomst vwo begint altijd met een felicitatie. Daar word ik gewoon echt boos over. Het moet eens afgelopen zijn met die negatieve beeldvorming over het praktisch onderwijs.”
Ze vindt dat basisscholen en ouders in Delft beter geïnformeerd kunnen worden over het beroepsonderwijs. “Het zou mooi zijn als leerkrachten eens een dagje meelopen op het vmbo en dan zien hoe goed deze kinderen hier op hun plek zijn, en hoeveel vakmanschap ze daar leren. Ik weet zeker dat ze álle schooladviezen dan ook op een positieve manier kunnen brengen, ook het vmbo-advies. En breng de kinderen op de basisschool al in aanraking met praktische beroepen, niet alleen met de abstracte sectoren. Kinderen en ouders krijgen dan een beter en ander beeld van de praktische beroepenen het beroepsonderwijs.”

Versterk (v)mbo
Korrel ziet dat de gemeente en onderwijsinstellingen zeker aandacht hebben voor de kansengelijkheid van het vmbo en mbo in de stad. “Er zijn mooie projecten en initiatieven. Ik denk bijvoorbeeld aan het Delft Solar Team, een project van de TU, waar ook mbo’ers bij betrokken zijn. Maar die aandacht is veel te afhankelijk van de economische situatie en de persoonlijke betrokkenheid van individuele wethouders of schooldirecteuren. Jaren geleden werd jongeren afgeraden ‘iets met werken met kinderen te willen’. Nu zijn er tekorten in de kinderopvang en kraamzorg. Van dat opportunisme moeten we af. Anticyclisch investeren in een brede beroepskeuze is voor zowel de jongeren als maatschappij beter. Jongeren moeten al op veertienjarige leeftijd hun toekomst kiezen. Maar dat is hogere levenskunde. Hoe kun je als veertienjarige nou precies weten wat er allemaal mogelijk is. Bovendien kan er in vijf tot acht jaar enorm veel veranderen op de arbeidsmarkt. Kijk naar de huidige situatie, met de oorlog in Oekraïne en Corona. We moeten stoppen met het kijken in de glazen bol van de toekomst.”
Ze pleit voor een meer structurele sterkere positie van vmbo en mbo in de Delftse kennisketen. “Daar wordt zeker veel over gesproken, maar in de afgelopen zeventien jaar zie ik dat die gesprekken vaak niet tot veel resultaat hebben geleid. Ik hoor te veel oneliners. Ik zie mensen met invloed en macht alleen maar praten met andere mensen met macht en invloed, zelden met docenten of leermeesters. Laat beleidsambtenaren met leraren praten, betrek ouders, docenten, leerlingen en bedrijven bij het maken van beleid. Betrek vmbo’ers en mbo’ers bij alles wat in de stad gebeurt.”

Minachting TU-studenten
Die structureel gelijkwaardige positie van verschillende onderwijsketen kan er ook voor zorgen dat verschillende soorten jongeren elkaar blijven ontmoeten en elkaar leren kennen. “Vanaf 12 jaar ontmoeten vwo- en vmbo-leerlingen elkaar niet meer. Heel erg zorgelijk. Juist die scheiding versterkt de negatieve blik op het praktijkgericht vakonderwijs. Delft On Stage hebben we eens een keer in de aula van de TU gehouden. Studenten van de TU stonden de vmbo-leerlingen belachelijk te maken: wat doen die dombo’s hier, hoorde ik ze zeggen. Een afschuwelijk voorbeeld van de nog steeds bestaande minachting voor het vakonderwijs, en dus voor een groot deel van de jongeren.“

Sociaal kapitaal
Daarnaast pleit Corine voor veel meer aandacht voor het vmbo. “In verhouding met havo/vwo tref je hier veel leerlingen die in meer of mindere mate te maken hebben met armoede, laaggeletterdheid, gezondheidsproblemen en een complexe thuissituatie. Het klinkt generaliserend, maar onderzoeken wijzen dit keer op keer uit.”
Investeren in het vmbo is voor haar meer dan het organiseren van bijles of gratis sport. “Je moet juist ook investeren in sociaal kapitaal, zoals we dat bij VMBO On Stage noemen. Ik heb het dan over een helpend beroeps- of persoonlijk netwerk. Niet iedereen krijgt van huis uit kruiwagens mee. Het is belangrijk om de leerlingen vaardigheden aan te leren waarmee ze een dergelijk netwerk kunnen opbouwen. Dat gaat verder dan de leerlingen koppelen aan een buddy of coach. Leer ze die netwerkvaardigheden vanuit een professionele invalshoek met focus op een toekomstige plek op de arbeidsmarkt. En liever vanuit kracht en optimisme, dan vanuit: jij bent zielig. Werk waar je blij van wordt, leidt tot eigenwaarde, zelfredzaamheid en trots. Ruim dertig procent van de On Stage leerlingen werkt op twintigjarige leeftijd bij het bedrijf dat ze op veertienjarige leeftijd ontmoet hebben bij On Stage. Daar begon hun professioneel netwerk, met bijbaantjes en stages als resultaat. Duurzaam netwerken, contacten onderhouden en behouden. En daar zijn ze, na training en oefening, heel goed toe in staat. Weet je, denken over je toekomst mag een feest zijn, zeker voor jonge kinderen. Daarom is de slogan van VMBO On Stage: Alles mag je worden. Behalve ongelukkig. Beloofd?” Een prachtige slogan van Erik Menkveld.”

Heb je ook een mening over de positie van vmbo en mbo in Delft?
Kom dan naar:

De Staat van Delft
Vrijdag 24 maart 16.00 uur
OPEN (bibliotheek DOK en Kunstencentrum De VAK)
Toegang is gratis.

Corine Korrel: “Delft mag zich gelukkig prijzen met de grote betrokkenheid van het bedrijfsleven, organisaties en instellingen bij Delftse jongeren.“