45% van de nieuwe woningen valt in de categorie duur en extra duur (Foto: Fred Leeflang)
45% van de nieuwe woningen valt in de categorie duur en extra duur (Foto: Fred Leeflang)

Delft bouwt vooral middeldure en dure appartementenDebat in De Staat van Delft over juistheid van die keuze

Algemeen

In Delft worden tot 2030 11.397 woningen gebouwd. Het gaat dan vooral om dure en middeldure appartementen, zowel huur als koop. Het percentage sociale huurwoningen zal afnemen. In De Staat van Delft debatteren Jan van der Veen (voorzitter Belangenvereniging Voorhof II West), wethouder Karin Schrederhof (PvdA), professor Peter Boelhouwer, raadslid Miranda Voogt (VVD) en Sophie Wentink (raadslid STIP) over de juistheid van de gemaakte keuzes. Het stadsdebat vindt plaats op vrijdag 24 februari 16.00 in OPEN. De toegang is gratis. 

Door Marcel de Jong

Uit gegevens van Aedes blijkt de gemiddelde wachttijd voor een sociale huurwoning in Delft 4 jaar en 11 maanden te zijn. Die wachttijd zal langer worden, blijkt uit gegevens van Aedes. In Delft worden tot 2030 weliswaar 450 nieuwe sociale huurwoningen gebouwd. Maar de stad zet meer in op de bouw van middeldure en dure woningen. Zo bestaat een kwart van de geplande nieuwbouw uit middeldure huurwoningen. Het gaat hierbij om huizen met een huur van 808 tot zo’n 1.000 euro per maand. Volgens wethouder Karin Schrederhof (wonen) zijn deze woningen belangrijk. ,,Veel mensen die een huis zoeken, hebben een te hoog inkomen om voor een sociale huurwoning in aanmerking te komen. Dat geldt ook voor veel mensen met een mbo-opleiding. Meer middeldure huur bouwen biedt hen de kans om wel een geschikte woning te vinden.” Uit de woonmonitor blijkt verder dat 45% van de nieuwe woningen in de categorie duur en extra duur valt.

Sociale huur
In de woonvisie is verder aangegeven dat het percentage sociale huurwoningen in de stad daalt van de huidige 43,9 procent naar 34 procent in 2040. Hiermee streeft het gemeentebestuur naar meer doorstroom op de woningmarkt. Bovendien moet het leiden tot sterkere en leefbare wijken waarin meer ‘high potentials’ en ‘kenniswerkers’ geschikte woningen vinden, zo blijkt uit de woonvisie. Cijfers van het CBS laten zien dat Delft het hoogste percentage sociale huurwoningen heeft, op dit moment 44 procent. Die sociale huurwoningen (dus woningen onder de 880 euro huur per maand) bestaan uit: 30,8% sociale huur door corporaties, 8,6% studentenwoningen van corporaties, 1,8% sociale huur door particulieren, 2,7% particuliere studentenwoningen. Ter vergelijking: in Den Haag bestaat 31% van de woningvoorraad uit sociale huurwoningen, in Zoetermeer 35% en in Pijnacker-Nootdorp slechts een kleine 20%.

Regionale afspraken
Delft heeft met acht andere gemeenten in de regio Haaglanden afspraken gemaakt over de bouw van 74.500 nieuwe woningen tot 2030 – de zogenaamde Regionale Realisatieagenda (RRA) Wonen Haaglanden. Daarbij is ook de afspraak gemaakt dat de gemeenten in de regio Haaglanden minimaal 67% betaalbare woningen bouwen. Het gaat daarbij om sociale huurwoningen, middeldure huurwoningen en betaalbare koopwoningen tot € 355.000. Daarmee voldoen ze aan de wettelijke richtlijnen, die minister Hugo de Jonge heeft vastgesteld. In een eerder akkoord in 2021 werd nog gesproken over een verplichting om een bepaald percentage sociale huurwoningen te bouwen: Delft relatief minder, de randgemeenten relatief meer. Daar bleken de randgemeenten veel moeite mee te hebben, werd toen al duidelijk. De bredere definitie ‘betaalbare woningen’ in het huidige voorstel van de realisatieagenda geeft hen meer ruimte om eigen keuzes te maken. Meer middeldure huur bijvoorbeeld, zoals Delft doet.

‘Bevolkingspolitiek’
Vanuit verschillende kanten klinkt kritiek op het beleid om vooral middelduur en duur te bouwen. Peter Boelhouwer, hoogleraar Housing system aan de TU Delft, noemt het een ,,onverstandige ideologische keuze”. ,,Je hebt nou eenmaal een bevolking die voor een deel is aangewezen op een sociale huurwoning. De gemeente zegt nu eigenlijk: ik ben niet zo blij met de huidige bevolking en een deel van de mensen moet maar elders gaan wonen.”
Lieke van Rossum, raadslid voor oppositiepartij SP, spreekt zelfs over ,,bevolkingspolitiek”. ,,De opvattingen van het gemeentebestuur zijn uiterst pijnlijk voor mensen met een lager en modaal inkomen die de basis vormen voor onze samenleving. De politieman dus, de leraar, de werknemer van de supermarkt. Voor hen is in Delft geen plaats meer.”
Schrederhof is het niet eens met deze kritiek. ,,We willen helemaal niemand uit de stad verjagen. Bovendien blijven we sociale huurwoningen bouwen. Daarbij gaan mensen in een sociale huurwoning echt de stad niet uit. Als gemeente zijn en blijven wij verantwoordelijk voor het bieden van goede voorzieningen voor deze mensen.”

Meer balans
De VVD vindt het bouwen van middeldure en dure woningen wél een goede keuze. Miranda Voogt, raadslid voor de VVD: ,,Er zijn momenteel echt te weinig woningen voor de verpleegkundige, de kapper en de monteur. Het is belangrijk dat de Delftse woningmarkt weer meer in balans komt. Uit cijfers blijkt dat de bevolking van Delft een oververtegenwoordiging heeft aan jongeren en een zware ondervertegenwoordiging van gezinnen en veertigers zonder kinderen. Van het bijbouwen van nog meer sociale huurwoningen, kun je je vanuit economisch perspectief afvragen of dat altijd verstandig en wenselijk is. Want juist door het nog verder uitbreiden van het aantal sociale huurwoningen creëer je niet een bruisende diverse stad waar mensen graag willen wonen, maar juist een armlastige en uitgeklede stad met weinig voorzieningen. Ook ondernemers zullen vertrekken met alle gevolgen van dien van de werkgelegenheid, leefbaarheid en de economie. Daarom wil de Delftse VVD dat de omliggende gemeenten, die veel minder sociale woningen hebben, verantwoordelijkheid nemen en sociale woningen gaan bouwen. Het is niet fair om deze opgave weer bij Delft neer te leggen.”

Te kleine appartementen
Delft heeft er verder voor gekozen om vooral appartementen te bouwen. Vijfentachtig procent van de nieuwbouw bestaat daaruit. Het gaat daarbij vooral om kleinere appartementen. Zo blijkt uit de woonmonitor dat de nieuwe woningen gemiddeld 72,9 vierkante meter woonoppervlakte hebben, ten opzichte van gemiddeld 89 vierkante meter van de huidige woningen. Die zijn geschikt voor één- of tweepersoonshuishoudens, maar niet erg aantrekkelijk voor gezinnen, stelt Boelhouwer vast. ,,Uit onderzoek blijkt dat gezinnen vooral betaalbare eengezinswoningen met een tuin zoeken.” Bovendien zijn veel woningen te duur voor startende gezinnen en mensen met een modaal inkomen. De middeldure en dure appartementen moeten ook de doorstroom van ouderen op de woningmarkt stimuleren. Uit onderzoek blijkt dat veel ouderen die in een groot huis wonen eigenlijk kleiner willen wonen. De middeldure en dure appartementen zouden daarin voorzien. Boelhouwer kan deze gedachtegang wel volgen. Maar dan moet de gemeente volgens hem wel andere woningen bouwen. ,,Uit onderzoek blijkt je ouderen alleen kunt verleiden om te verhuizen als je ruime driekamerappartementen aanbiedt. Een plek waar hun kleinkinderen kunnen logeren, waar ze een hobbykamer hebben. Maar die woningen worden nauwelijks in Delft gebouwd. De geplande appartementen in Delft zijn gewoon te klein.”

Te weinig studentenhuisvesting
Op dit moment wonen er 17.300 studenten in Delft. De woningnood onder studenten is groot. Een probleem dat door de enorme groeiambities van de TU de komende jaren groter zal worden. Het totale aantal uitwonende studenten zal in studiejaar 2028-29 stijgen tot 22.830, is de prognose van Delta. De vraag is waar deze extra studenten kunnen gaan wonen. Tot 2023 worden er 2.000 studentenwoningen bijgebouwd. Dit is echter niet toereikend om te voldoen aan de vraag naar studentenwoningen. Dat het sinds 2017 nauwelijks meer mogelijk is om in Delft woningen te verkameren, helpt daar volgens STIP (Studenten Techniek in de Politiek) niet bij. “Er is een groot tekort aan woonruimte in Delft,” meldt fractievoorzitter Sophie Wentink. “Het is daarom cruciaal dat we efficiënt omgaan met de woningen die we al hebben! STIP wil daarom samenwonen stimuleren. Daar horen geen onnodig strenge verkameringsregels bij. Het is wel belangrijk dat we met gemengde wijken zorgen voor een fijne mix tussen student- en niet student.”
De strenge verkameringsregels willen niet zeggen dat woningen de afgelopen jaren niet zijn omgebouwd tot studentenhuizen. De gemeente geeft daar onder voorwaarden een vergunning voor. Zo is het met vergunning mogelijk om een woning met een koopprijs onder de € 177.975,- te splitsen. Bovendien moet de woning minimaal 180 vierkante meter groot zijn en moeten de appartementen na splitsing minimaal veertig vierkante meter zijn en een aparte slaapkamer hebben.

Balans zoeken
Wethouder Schrederhof geeft in ieder geval aan dat het gemeentebestuur streeft naar een evenwichtige balans in de stad. ,,Als je kijkt naar Delft, zie je overmatig veel jongeren en heel veel ouderen. Gezinnen met kinderen zijn veel minder vertegenwoordigd. Die balans willen we herstellen. Zo wordt Delft een levendige stad waar mensen gebruikmaken van de scholen, winkels en andere voorzieningen.”

De Staat van Delft
Hét stadsdebat van Delft
Vrijdag 24 februari 2023
16.00 uur
OPEN

Het debat gaat over twee stellingen:
- In Delft worden de verkeerde woningen gebouwd.
- Het splitsen en verkameren van woningen moet weer mogelijk worden zodat er voldoende woonruimte is voor studenten.

Toegang is gratis. Het publiek kan ook vragen stellen.