Dubbel Delft 5/4

DELFT – DHC werd opgericht op 17 maart 1910. De letters DHC staan voor ‘Delfia Hollandia Combinatie’, een combinatie van twee kleine verenigingen die in 1910 fuseerden. Honderdtien jaar oud is deze oer-Delftse vereniging dus sinds 7 maart. DHC speelde in de periode 1932 tot 1949 en van 1951 tot 1955 in de toenmalige hoogste afdeling van het Nederlandse amateurvoetbal, de 1e klasse, met als tegenstanders Ajax, Feyenoord, Sparta, ADO en alle andere Nederlandse topclubs in die jaren. In 1955 werd in Nederland het betaalde voetbal ingevoerd; ook DHC was één van de verenigingen die daarbij hoorde, hoewel ze nooit de hoogste afdeling bereikten. Terwijl DHC als zelfstandige amateurvereniging in 1966 terugkeerde naar de 4e klasse der amateurs, ging de betaalde afdeling door als DHC’66. Het jaar erop ging de club een samenwerking aan met Xerxes en ging onder de naam Xerxes-DHC in de eredivisie. In het team speelden bekende spelers als Willem van Hanegem, Eddy Treytel, Chris Kronshorst en Hans Dorjee. Bij het spelen in de eredivisie hoorde natuurlijk wel een echt stadion en dat werd gebouwd net buiten de stad langs de Brasserskade. Het werd een plek voor 18.000 toeschouwers waar je als toeschouwer vooral kon staan; er zijn in dat stadion een enorme hoeveelheid betontegels gebruikt, die overigens nu aan het einde van de houdbaarheid zijn. Tiemen maakte zijn foto op 24 april 1968, met langs de Bras een paar huizen en verder was de skyline leeg. In de jaren zestig pronkten op bijna elk sportcomplex reclameborden voor sigarettenmerken en bier. Vooral de merken Heineken en Caballero waren goed vertegenwoordigd. Ook werden voor en na de wedstrijd en vooral in de rust reclameliedjes gespeeld. Een van de beroemdste voetbalstadionschlagers is waarschijnlijk die van Caballero. Een simpel rijmpje op de muziek van het Leedy Trio, dat bij ontelbare voetballiefhebbers van middelbare leeftijd en ouder nostalgische herinneringen oproept: ‘Ay, ay, ay die Caballero - Dat is pas een sigaret - enzovoort'. DHC keerde in 1966 terug naar de amateurs en moest vanuit de 4e klasse beginnen om het verloren gegane terrein terug te winnen. En dat lukte: in de jaren tachtig en negentig werden diverse landskampioenschappen gewonnen.