Stadsbelangen nog niet gerust over regeling grondwaterclaims

DELFT – Fractievoorzitter Aad Meuleman van Stadsbelangen blijft bezorgd over de schadeclaim-regeling die de gemeente Delft in januari met waterschap Delfland heeft gesloten over de afbouw van grondwaterwinning op het oude Gist-terrein.

Door: Henk de Kat

"Ik wil hierover nog een mondeling debat met de wethouder", zegt Meuleman, in reactie op de antwoorden die hij deze week van het college kreeg op schriftelijke vragen van Stadsbelangen. In de schaderegeling, die in meerderheid door de gemeenteraad werd aanvaard, staat letterlijk dat schadeclaims als gevolg van grondwateronttrekking, stopzetting of afbouw ervan worden behandeld door Delft en voor rekening en risico komen van de stad. Verder staat erin dat schadevergoedingen die Delfland uitkeert, door Delft aan het waterschap zullen worden vergoed.

Nu formuleren B en W in hun beantwoording van de Stadsbelangen-vragen dat schadeclaims 'kunnen worden behandeld door Delft'. En ook: 'Als Delfland een schadevergoeding wil uitkeren, dan kan dat alleen met goedkeuring van Delft'. Wel moet hierover nog een 'uitvoeringsovereenkomst' worden opgesteld met Delfland, erkennen B en W.

Raadslid Meuleman is niet gerust op deze interpretatie. Ook al niet, omdat een woordvoerder van het waterschap eerder tegenover Delft op Zondag verklaarde dat Delfland open staat voor nadere uitwerking, maar dat de letterlijke tekst van de schadeclaim-regeling als een 'juridisch bindende afspraak' wordt beschouwd. "Het lijkt me dat B en W er al te makkelijk over denken", aldus de Stadsbelangen-voorman. Hij wil liefst nog vóór het zomerreces de wethouder erover doorvragen.
In zijn schriftelijke vragen wilde Meuleman ook weten hoe het zit met een bericht in deze krant over een door waterschap Delfland aangeboden afkoopbedrag van 8,8 miljoen euro aan Delft. B en W stellen dat dit een voorstel was uit mei 2014, toen Delfland zo snel mogelijk de grondwaterwinning geheel en 'eeuwigdurend' aan de stad wilde overlaten. B en W wezen dat toen af, vanuit de visie dat ook Delfland verantwoordelijk zou moeten blijven. De gemeenteraad werd eind november 2014 over die afwijzing geïnformeerd, aldus het college. In die brief overigens, werden details van dit aanbod en het bedrag niet vermeld.

Uiteindelijk heeft het waterschap zich per 1 januari dit jaar toch teruggetrokken. De afwikkeling van de grootschalige Gist-bemaling werd daarmee alsnog volledig bij Delft neergelegd, tegen een afkoopsom nu van 7,6 miljoen euro. De afwijzing destijds van die 8,8 miljoen euro is echter een juiste beslissing geweest, en geen 'gemiste kans', stellen B en W thans in hun antwoord aan Stadsbelangen. Als verklaring daarvoor voeren ze aan dat waterschap Delfland tussen mei 2014 en begin dit jaar 2,1 miljoen euro heeft bijgedragen aan voortzetting van de grondwaterwinning. Daaronder viel ook de investering in de bouw van een gemaal en de aanleg van nieuwe pompputten, waaraan nogal wat risico's kleefden. Bovendien geldt de laatste afkoopsom van 7,6 miljoen euro niet 'voor eeuwig', maar tot 2028. Tegen die tijd kan weer met Delfland worden onderhandeld over het vervolg van de grondwaterwinning, aldus het college.

Geheim stuk
Op aandringen van Stadsbelangen heeft de Delftse gemeenteraad deze week ook vertrouwelijk inzage gekregen in geheime informatie van waterschap Delfland. Dat gaat vermoedelijk over de motieven van het schap om geen enkele verantwoordelijkheid meer te nemen voor de grondwateronttrekking bij Gist. B en W kregen die informatie pas in februari overhandigd door Delfland, nadat de redactie van Delft op Zondag via een beroep op de Wet Openbaarheid Bestuur ernaar vroeg. Delfland heeft dat verzoek tot publiekelijke inzage tot nu toe afgewezen, en ook B en W willen daaraan niet mee werken: "Het is niet aan ons om die stukken openbaar te maken". Door het gezamenlijke schild van geheimzinnigheid van Delfland en B en W is niet bekend of de gemeenteraad nu alle informatie mag inzien, die deze krant via de Wob-procedure heeft opgevraagd.