Het einde van V&D biedt ook nieuwe kansen

DELFT – De Delftse V&D sloot afgelopen week de deur. Waarschijnlijk voorgoed. Kenners zijn het erover eens dat op de plaats van V&D iets moet komen dat in Delft nog niet bestaat. Wat? Dat is de grote vraag.

Door: Jesper Neeleman

De geschiedenis van V&D begint in 1908, in een hoekpand van de Nieuwstraat en Hippolytusbuurt. Werknemers waren katholiek en woonden intern. Ze werkten zes lange dagen per week van half 9 's morgen tot 's avonds 10 uur. De huidige V&D werknemers werken niet meer. Sinds woensdag hangen vellen papier op de deur: 'Wegens omstandigheden gesloten'. Daarachter nog een rek vol paraplu's waarvan het lot even onbekend is als dat van het winkelpand.
Oer-ondernemer Anton Prins weet nog goed dat V&D op haar eerste locatie aan de Hippolytusbuurt floreerde. "Die zaak liep perfect", weet hij. "Toen het warenhuis naar de Veste ging, werd het minder." Volgens Prins was het de bedoeling om, als de zaak eenmaal liep, de eerste verdieping erbij te betrekken. "Maar de omzet was er niet naar. Het was teveel een doorsnee-winkel. Ze hadden beter het concept van de Bijenkorf moeten uitpluizen. Daar wordt uitgebreid nagedacht hoe je klanten kunt trekken. Bij V&D ontbrak een visie."
Centrummanager Tom de Weerdt van de Stichting Centrum Management Delft ervoer als consument ook dat hij in de V&D anno 2016 niet meer geprikkeld werd. "Verder vind ik dit vooral heel erg voor alle mensen die hun baan verliezen. Voor Delft is het balen dat een grote retailer verdwijnt, anderzijds is het ook een kans." De binnenstad heeft er in één klap een flink stuk winkelruimte bij. Als het aan Anton Prins ligt, komt er weer een warenhuis, want dat heeft de binnenstad nu niet meer. Een goed warenhuis zal altijd mensen vanuit de omgeving naar Delft trekken, denkt Prins. Tom de Weerdt benadrukt dat er een concept moet komen dat iets toevoegt. "Iets waarvoor je speciaal naar Delft komt, daar heeft de hele stad plezier van. Denk daarbij aan een combinatie van meerdere winkels in één pand, een food hall, een warenhuis nieuwe stijl óf een combinatie van horeca, cultuur en retail, met daarboven woningen. Het is afhankelijk van wat je kunt binnentrekken. In alle eerlijkheid moet ik zeggen dat er niet veel partijen zijn die kunnen en willen investeren in zo'n groot pand. Dat kost gewoon veel geld." David Lansen is sinds kort voorzitter van BOB Delft, een overkoepelend platform van ondernemers- en winkeliersverenigingen in de binnenstad. De begane grond van het pand moet weer bevolkt worden, vindt Lansen. "Wij vinden het vanuit BOB belangrijk dat er aanvullend aanbod komt dat goed bij de historische binnenstad met haar eigen identiteit past." Lansen merkte dat veel Delftenaren anders denken over de toekomst van het pand. "Vanuit het BOB hebben wij niet dé oplossing." Hij wil daarom veel belanghebbenden, zoals de eigenaar van het pand, gemeente, ondernemers, organisatoren, omwonenden en TU Delft, bij elkaar om tafel krijgen om te praten over de toekomst van het pand. "Zodat we komen tot iets dat interessant is voor iedereen. Want je kunt hier iets mee, maar dat moet je wel samen doen."