Wim van Leeuwen blikt tevreden terug op hoe het idee voor een Vermeercentrum zich afgelopen vijftien jaar heeft ontwikkeld tot een mooie toeristische attractie. (foto: Jesper Neeleman)
Wim van Leeuwen blikt tevreden terug op hoe het idee voor een Vermeercentrum zich afgelopen vijftien jaar heeft ontwikkeld tot een mooie toeristische attractie. (foto: Jesper Neeleman)

Wat begon met 'nee, nee, nee', is nu een florerend en goed bezocht centrum

Algemeen

DELFT – Het jaar 2016 is het jaar van Vermeer. Ook het Delftse Vermeercentrum doet hier uiteraard volop aan mee. Al staat Vermeer voor enkele betrokkenen en vrijwilligers al heel wat langer jaar centraal.

Wim van Leeuwen is al vanaf dag één bij het Vermeercentrum betrokken. Sterker nog: Het verhaal van het Vermeercentrum begint in 2001, als hij als CDA-raadslid pleit voor de komst van een dergelijke toeristische attractie. "Ik had toen gehoord dat de Vermeerschool ging verhuizen van de Voldersgracht", weet de 66-jarige Delftenaar nog. Een jaar eerder had de gemeenteraad een toeristische visie vastgesteld en bepaald dat het in toeristische Delft moet draaien om 'Blauw, Oranje en Vermeer'. "Alleen van Vermeer was niets te vinden in de stad. Op de plek die nu vrijkwam stond ooit het Lucas Gilde, waarvan Vermeer twee jaar voorzitter was en waar hij heeft gewerkt. Dat is dan dé plek voor een Vermeercentrum." Van Leeuwen en andere Delftenaren vormden samen een denktank. Hij stelde het stadsbestuur schriftelijke vragen. B en W was echter niet enthousiast. Want, redeneerden ze, Delft had geen echte Vermeers. Dus wat moesten we in zo'n centrum laten zien? De denktank gaf niet op. Ze trokken het land in op zoek naar financiers en fondsen. Met succes. De gulle gevers wilden alleen wél dat de Gemeente Delft ook een duit in het zakje zou doen. In 2002 trad een ander college aan, met Baljé als wethouder. "Hij durfde zijn nek uit te steken, maakte een voorstel en de raad keurde het goed." Met het gemeentelijke groene licht konden meer fondsen worden aangeboord. Totdat alles bij elkaar 1,6 miljoen euro was ingezameld.

Het ging echter, nadat het pand was opgeleverd, hard met dit spaarpotje. Want, blikt Van Leeuwen terug, met de toenmalig directeur van Museum Prinsenhof werd flink gediscussieerd over de invulling van het centrum. "Dat liep niet lekker. Zij keurde alle concepten steeds af. Dat was spannend. Met heel veel gedoe hebben we uiteindelijk het derde concept kunnen realiseren. Alleen toen was er al zoveel geld opgegaan aan huur, de vertraging en de directeur die we in dienst hadden, dat het Vermeercentrum een paar maanden na de opening alweer failliet was. Gelukkig hebben de heren Boelens, Prins en Weijers toen nog mensen gevonden om het van de curator te kopen. Met dank aan hen en de hulp en inzet van veel vrijwilligers kon het Vermeercentrum opnieuw open."
Sindsdien is het wat het nu is: een informatiecentrum waar iedereen van alles te weten kan komen over de 'meester van het licht'. Zonder echte Vermeers, maar met kopieën van alle 37 bekende werken, op ware grote en in chronologische volgorde te bewonderen. "En dat was ook de bedoeling: Dat mensen de echte Vermeer en de verhalen achter zijn schilderijen leren kennen. En je ziet hier dagelijks hoeveel mensen verbaast zijn over zijn schilderijen."

Het centrum bleef zich ontwikkelen. Zo kwam er een audiotour in zes talen. Vorig jaar werd in samenwerking met het Rijksmuseum een presentatie gemaakt over de restauratie van 'De brieflezende vrouw'. Voordat 'Het Straatje' dit voorjaar in Delft arriveert staat in het Vermeercentrum een nieuwe multitouch-tafel waarmee bezoekers weer van alles over Vermeer kunnen leren. Hij is blij met de ontwikkeling die het Vermeercentrum heeft meegemaakt. "Toen ik in 2001 schriftelijke vragen aan het college stelde, antwoorden ze overal op met 'nee, nee, nee'. Het leek Rustland wel. Nu hebben we een prachtig centrum dat jaarlijks 40.000 bezoekers trekt, die vaak lachend weer naar buiten lopen. Er komen hier heel veel buitenlandse toeristen. Bij dezen wil ik Delftenaren oproepen om eens langs te komen en iets te leren over die beroemde Delftenaar."