Sieradenvormgever en galeriehouder Lous Martin gaat met pensioen en uit Delft weg

Algemeen

DELFT – Lous Martin is vormgever van sieraden en houder van een galerie in de Kromstraat. Daar is nu haar afscheidstentoonstelling te zien. Want ze gaat met pensioen. En ze keert Delft de rug toe.

Als ze haar pand in de Kromstraat van de hand heeft gedaan, verkast ze naar Haarlem. Dichter bij haar kinderen en kleinkind. "Mijn dochters zijn mijn mooiste sieraden. En daar is, vijf maanden geleden, een prachtig sieraad bijgekomen. Een kleinkind. Dat geeft absoluut een extra dimensie in het leven". 

Lous Martin (65) wordt geboren in Caracas, in Venezuela. "Mijn vader was geoloog, Hij werkte daar voor Shell". Ze woont daar viereneenhalf jaar. Begrijpelijk: "Heel vaag zie ik bergen voor me. Maar dat is echt heel vaag". Haar ouders scheiden. Met haar moeder en haar zusje gaat ze terug naar Nederland. "Mijn grootmoeder woonde in Doetinchem. Daar heb ik tot m'n tiende gewoond. Daarna in Velp". Als ze naar de Kunstacademie in Arnhem gaat, woont ze in die stad op kamers. "Na anderhalf jaar ben ik naar de Rietveldacademie gegaan,in Amsterdam. Ik heb 35 jaar in Amsterdam gewoond. En nu woon ik bijna elf jaar in Delft". 

-Wat voel je je nou?
"Niet echt iets". Niet zó vreemd. "Sinds m'n viereneenhalfde ben ik een keer of veertien verhuisd". Toch: "De tijd in Doetinchem en in Velp vond ik wel het fijnste. Ik ben niet echt een stadsmens". 

-Wat vind je van Delft?
"Héérlijk. Ik vond 't een verademing na Amsterdam. Het is hier kleinschaliger. Niet zo hectisch. Delft is een heel leuke stad. Vlakbij Rotterdam en Den Haag. En Amsterdam is ook makkelijk te bereiken. Maar ik wil nu naar Haarlem verhuizen. Dichter bij m'n kinderen en vrienden. Ik heb hier weinig wat me aan Delft bindt". 

-Maar hoe moet Delft nou verder zonder Lous Martin?
Lacht. "Dat wordt een ramp…"
Ze behaalt 'net niet' het gymnasiumdiploma. "Een paar maanden voordat ik eindexamen moest doen ben ik van school gegaan. Ik wist zeker dat ik zou zakken. En ik wist al járen dat ik naar de Kunstacademie zou gaan. Daar had ik dat diploma niet voor nodig. Nee, ik heb er nooit spijt van gehad. Ik ben wèl blij dat ik die opleiding gehad heb". 

Lous Martin is een jaar of vijftien, zestien als ze serieus 'in de kunst' aan de gang gaat. Ze gaat nog wat verder terug. "Op school hadden we Handenarbeid. Dan was ik altijd al aan het knutselen en doen. Als kind had ik dat al. Ik was vijf, toen heb ik m'n eerste ringetjes en broches gemaakt. Die heb ik nóg. Tijdens die Handenarbeidlessen kregen we solderen. Vond ik het einde. Ik kreeg les van iemand die toen op de Kunstacademie zat. Ja, dat was geweldig". Geen wonder, dus: "Ik wist al vrij jong wat ik wilde worden. Ik heb ook nooit meer gehad van ik wil iets anders". 

Ze vertelt over als ze, gediplomeerd en wel, van de Kunstacademie komt. "Sieradengaleries bestonden toen nog niet. Er waren wel galeries die incidenteel iets deden met sieraden" Ze duikt, samen met Hans Appenzeller, óók ontwerper van sieraden, in het gat in die markt. En, het is 1969, ze beginnen Galerie Sieraad, op de Herengracht in Amsterdam. "Dat was heel hard werken". In 1975 sluiten ze de tent. "Ik wilde kinderen. Ik wilde m'n huis verbouwen. Dat was niet te combineren met de galerie. En Zellenberg wilde geen galerie meer, hij wilde een zaak met alleen eigen werk. We hebben toen besloten de galerie te sluiten". Dat blijkt niet voor niks. "Ik heb inderdaad m'n huis verbouwd. En ik heb kinderen gekregen".

Ze kiest op de Arnhemse Kunstacademie, hoe kan het anders, voor sieraden maken. Ze wordt daar sowieso wijzer qua techniek. "We kregen niet heel strikte opdrachten. Het was een heel andere opleiding dan die aan de Vakschool in Schoonhoven. Op de Academie leer je meer je eigen weg te gaan en ideeën uit te werken. Het was er een stuk vrijer. Al kreeg je natuurlijk ook tekenles en Kunstgeschiedenis en zo. Wat ik er wel een beetje miste: ik wilde graag alle technieken leren. Dat kon in Arnhem niet. Daarom ben ik naar de Rietveldacademie in Amsterdam gegaan". 

Ze heeft het, denkt ze, toch wel van haar moeder, dat artistieke. "In Doetinchem woonden we nogal afgelegen. M'n moeder had daar een knutselclub. Daar deden we van alles. Vingerverven, dingen in elkaar knutselen, noem maar op. Later zijn we ook stokpoppen gaan maken. In Velp hebben we een Marionettentheater gehad. We maakten de poppen zelf, we deden ook het spel". 

-Is je stijl van sieraden maken in de loop van al die jaren veranderd?
"Op de Academie niet echt. Maar in 1965, 1966, toen Emmy van Leersum en Gijs Bakker totaal andere sieraden begonnen te maken dan gebruikelijk was, het waren meer objecten, toen wèl. Gijs Bakker werd wel de revolutie op sieradengebied genoemd. Hij maakte op een gegeven moment sieraden uit kachelpijp. Armbanden, halssieraden. Er werd met andere materialen gewerkt dan met goud en zilver. Zo waren we één van de eersten die met aluminium werkten. Maar ook met roestvrijstalen buis. Het was een heel nieuwe manier en dat sprak mij heel erg aan'.
Ze vertelt hoe ze in de Amsterdamse galerie de ruimte gaven aan zes tot acht vormgevers en ontwerpers die van die aparte sieraden maakten. "Dat verliep tamelijk moeizaam, qua verkoop. Maar goed, we konden het bolwerken met onze galerie, al was het geen vetpot. En dat is het nóg niet". 

"Wat wij maakten, was toch wel vrij duur. Door sieraden in oplage te maken, konden we de prijs wat verlagen. Sieraden konden dan ook min of meer machinaal gemaakt worden. Dat werd de serie Sieraden". 

"Alles wat ik in mijn galerie tentoonstel zijn moderne sieraden. Die maakte ik zelf ook, maar dat komt er al een jaar of vijftien niet meer van. Gewoon geen tijd voor. En sinds ik in Delft woon en werk, heb ik ook geen goed atelier meer. Je moet natuurlijk wel de ruimte hebben. Het gereedschap heb ik allemaal nog wel, maar je moet het ook kwijt kunnen. Ik heb nog een werkbankje, voor kleine reparaties en zo". 

-Wat voor sieraden maakte jij?
"Ik maakte ze van alle mogelijke materialen. En meestal vrij groot. Wat ik leuk vind, is als je sieraden op meerdere manieren kan dragen. Dat is iets wat ik veel heb toegepast". 

Ze laat een ring zien. "Die kan je op twee verschillende manieren dragen". En een armband. "Die is van perspex. Daar heb ik lijnen in laten graveren. Door ze te dragen en te draaien ziet het er steeds anders uit. Je ziet hier twee lijnen, maar in werkelijkheid is het er maar één. En hier ben ik heel bekend mee geworden, ook in het buitenland. Een manchetarmband van gebreide stof,in verschillende kleuren,waar ik ringen in heb gewerkt. Die kan je open en dicht schuiven". 

-Hoe kom je nou tot zulke ontwerpen?
"Door eindeloos te experimenteren. Dat vind ik eigenlijk het leukste, het lekker bezig zijn. Ik zie wel of er belangstelling voor is. Ik heb weinig in opdracht gemaakt. Nee, de mode heeft al helemaal geen invloed op m'n ontwerpen. De meeste dingen die ik maak zijn vrij tijdloos. Sommige dingen beginnen mensen pas na tien jaar te begrijpen. Dat geldt niet alleen voor mij, dat geldt voor heel veel vormgevers en kunstenaars. Die lopen in het algemeen toch wel voorop qua ideeën. Ze zetten mensen aan tot denken. Dat vind ik ook de taak van vormgevers en kunstenaars: mensen op een andere manier naar dingen laten kijken". 

-Dus ook jij bent je tijd vooruit geweest?
"Ja, in zekere zin wel". 

-Mis je dat niet, dat je niet meer zelf aan het maken van sieraden toekomt?
"Nu minder, maar in het begin heel erg". Ze heeft het nu (nog even) druk me haar galerie. Met het organiseren van tentoonstellingen. Toch wel zes per jaar.

Het Hogere Doel dat Lous Martin met haar galerie en met haar tentoonstellingen nastreeft, is mensen in aanraking brengen met moderne sieraden. "Daarom heb ik m'n galerie ook bewust laagdrempelig gehouden. En daarom exposeer ik ook sieraden die goedkoper zijn, maar die je in andere galeries niet zal tegenkomen". 

-Zijn goedkopere sieraden, het gezegde 'alle waar naar z'n geld' indachtig, dus ook minder mooi dan dure?
"Het is anders. Die goedkopere sieraden hebben natuurlijk niet het eeuwige leven. Maar sommige duurdere ook niet. De kwaliteit is goed, daar let ik wel op. De prijs zit 'm, bijvoorbeeld, in de oplage. Wie sieraden in grote oplagen maakt, dat is natuurlijk een heel ander verhaal dan wanneer je een uniek stuk hebt of één in een oplage van tien of twintig. En het materiaal speelt natuurlijk ook een rol'. 

Ze is in haar nopjes met haar afscheidstentoonstelling. Al was het wel hard werken. "Er zijn 45 mensen die exposeren. Die allemaal achter hun broek zitten, dat is een gigantische klus". Maar het was de moeite meer dan waard. "Het is gelukt. En het is een heel mooie, hartverwarmende tentoonstelling geworden. Het thema van de landelijke Kunstweek 2010, afgelopen november, was 'Kunst met een kus'. Ik heb daarop ingehaakt. Het thema van mijn tentoonstelling is 'Vormgeving met een afscheidskus'. 

-Loop je met het organiseren van zulke tentoonstellingen niet een groot financieel risico?
"Ik vind het belangrijk om het te organiseren. Je krijgt veel free publicity. En daar hou je weer nieuwe klanten aan over. Maar het is zo, een tentoonstelling organiseren kost op zich geld. En deze zeker. Ik heb het niet echt berekend, maar ik heb zelden een tentoonstelling waarbij ik uit de kosten kom. Nou let ik daar ook niet al te streng op. Ik verstuur, bijvoorbeeld, de uitnodigingen ook niet digitaal, al is dat goedkoper. Ik laat ze drukken bij een heel goeie drukker in Amsterdam. En ik verzend ze per post. Ik ga altijd voor kwaliteit". 

Lous Martin heeft wel getwijfeld of ze met pensioen moest gaan. Ze gaat even terug naar een jaar of elf geleden, als ze met haar galerie in Delft begint. Ze exposeert bij Trits, dat dan in de Kromstraat een galerie exploiteert en waar zij exposeert. Ze scheidt van haar man, ze wil niet financieel afhankelijk zijn van haar ex en ze hapt toe als ze de zaak van Trits kan overnemen. "Eigenlijk was ik van plan in Utrecht een galerie te beginnen". Van die stap heeft ze nooit spijt gekregen. "Zelf dingen maken vind ik heel fijn, maar dingen organiseren en mensen in contact brengen met moderne sieraden vind ik heel belangrijk". Lacht. "Ja, ik heb wel iets regelnichterigs in me. Ik ben ook wel een controlfreak. Ik kan goed organiseren en ik vind het leuk om te doen". 

Het besluit om met pensioen te gaan met je vijfenzestigste nu dat nog kan en mag is mede ingegeven door getob met haar gezondheid. "Ik heb ook een tijdlang wat minder tentoonstellingen georganiseerd". Ze sukkelt al heel lang met darmklachten. Tot, eindelijk, duidelijk is wat eraan schort. "Gluten- en lactose-intolerantie. Ik moest dus op een extreem dieet. Niet leuk, nee. Ik woog op een gegeven ogenblik nog maar 44 kilo. Ik was vaak ziek. Maar sinds ik dat dieet volg, nu ruim een jaar, zijn de kilo's er weer aangevlogen. En voel ik me uitstekend. Maar dat speelde dus wel in de tijd dat ik moest beslissen over met pensioen gaan". Ze laat, niet voor niks, het koekje bij de koffie links liggen. "Als ik maar een kruimeltje naar binnen zou krijgen, is het mis". Gelukkig is er de Natuurwinkel waar ze de spullen kan kopen waarvan ze niet beroerd wordt. En ook in de supermarkten kan ze er steeds beter voor terecht. "Maar even snel boodschappen doen, dat is er niet bij". 

Ze zal, weet ze al wel zeker, Delft gaan missen. En haar klanten, dat spreekt. En, niet te vergeten, de Kromstraat. "Een leuk straatje. Ik ben vanaf het begin betrokken geweest bij de ontwikkelingen van die straat. Dat hebben we met een hele groep gedaan. Bewoners, ondernemers, Politie, Gemeente. Goed, er is nog wel 's wat overlast, maar in het algemeen valt het best mee. Ik heb het vanaf het begin dat ik er kwam wonen een leuk straatje gevonden. En vanaf het begin heb ik de potentie ervan gezien. Toeristen staan het zó vaak te fotograferen. Het is ook een plaatje". (PB)

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12